Sector na goede start en bloeiperiode nu bijna terug bij af
Struisvogel is geen knuffeldierWIJNGAARDEN Als hij tussen z'n vogels loopt, is het altijd oppassen geblazen. Een struisvogel is bepaald geen knuffeldier, er zitten echte macho's tussen die je met één trap het ziekenhuis in schoppen, zegt Cees Muilwijk (43), melkveehouder in Wijngaarden en tevens eigenaar van De Struiserij. In de bloeiperiode van de struisvogelhouderij had Muilwijk tegen de 800 vogels lopen. Inmiddels is dat aantal gedecimeerd.
Vier jaar geleden stopte hij met melken, maar vandaag staan er toch weer veertig stuks drachtige vaarzen in de open ligboxenstal. Als het goed is, komen er nog twintig koeien bij, zodat de stee aan het Westeinde in Wijngaarden volgend jaar weer een volwaardig melkveebedrijf huisvest. Acht jaar geleden hoorde de jonge boer bij de voorhoede van de struisvogelfokkers en -mesters. Hij wilde zijn 32 hectare grote bedrijf uitbreiden maar het melkquotum was heel duur, zodat het beginnen van een tweede tak van veehouderij naast de bestaande een logische optie was. De struisvogel leek een goudmijn. Het vlees, vetarm en cholesterolvrij, was heel erg gewild, de huid bracht flink geld op, net als de bevruchte eieren. Zelfs de onbevruchte eieren en de veren waren toen nog wat geld waard. Het land telde enkele honderden collega-struisvogelhouders. Inmiddels is het merendeel afgehaakt. De eerste jaren waren echt heel leuk. Kuikens deden zomaar 1200 gulden. We wisten wel dat 't op die manier geen stand kon houden, maar we genoten van die voorspoed. We selecteerden altijd op vleesgehalte, en bijna onze hele productie ging naar het buitenland. Twee of drie jaar later gingen de grenzen dicht, vanwege de kippenziekte, en de hele markt in Azië klapte in. Wil je een sector saneren en afbouwen, dan doe je daar een paar jaar over: nu was alles in twee weken tijd over en uit. Na die koude douche krabbelden we nog wel iets op, maar het werd eigenlijk nooit meer echt wat. Twee trio's Muilwijk startte in 1992 met twee trio's struisvogels: twee hanen en vier hennen. Een omgebouwde broedmachine leverde perfecte diensten en kuikens bijkopen van elders deed hij ook wel, al was het maar om geen inteelt te krijgen. Op een gegeven moment liepen er bijna 800 dieren rond, in alle maten. Inmiddels zijn het er nog slechts een zeventig. Vorige week gingen er nog 24 weg voor de slacht. Als ik ze in deze tijd voor Kerst goed kan verkopen, mogen de slachtvogels allemaal weg. Ik zal het er in het klein wel altijd een beetje bij blijven doen. De struisvogel levert scharrelvlees bij uitstek, zegt de creatieve boer. Het is donkerrood en de smaak zit een beetje tussen die van rundvlees en wild in. De structuur is die van biefstuk. 's Zomers lopen de dieren altijd buiten, in de winter in een open stal. Last van kou hebben ze niet. Ze eten gras en krachtvoer, voor 100 procent plantaardig. Maïs, tarwe, gerst, een beetje soja, wat zonnebloempitten: onze leverancier maakt het volgens ons eigen recept op bestelling. Ik vergeleek de samenstelling wel eens met het voer uit Zuid-Afrika, het land waar ze vandaan komen, en het leek verdacht veel op elkaar. Brutaal Hun tic voor bijzondere dieren er hoppen ook nog wat kangoeroes rond op de Wijngaardse boerderij zorgt ervoor dat Muilwijk en z'n vrouw veel plezier beleven aan de struisen. De kuikens zijn heel mooi, en de hanen zijn echte macho's die hun mannetje staan. Dat is tegelijk het linke eraan. Je moet altijd op je hoede zijn als je er tussen gaat, vooral in het broedseizoen. Een nadeel, vergeleken met de koeien, is dat je minder contact hebt met de vogels. Een struisvogel is geen knuffeldier, al worden ze wel heel mak. Ze eten uit je emmertje. Er is er altijd één de baas in een koppel. Haal je die eruit, dan neemt een ander dier onmiddellijk z'n plaats in. Die leider is behoorlijk brutaal, hij verdedigt het hele koppel. Behalve dat de sector de markt tegen had, zit ook de politiek in het vaarwater van de Nederlandse struisvogelhouders. De welzijnseisen die de sector boven het hoofd hangen vindt Muilwijk belachelijk. Volgens de jongste, nog niet geldende cijfers moet de stalruimte per dier 10 vierkante meter bedragen. Dat geldt zowel voor kuikens als voor volwassen dieren. Zo'n kuiken vind je dan straks niet eens meer terug. Buiten, in een hoek van een veldschuur, drentelt een koppeltje meststruisen heen en weer achter het hoge hek. Met hun bijna 3 meter hoogte kijken ze er ruim overheen. Bij een paar exemplaren mankeert wat aan een ooglid. Er zat een pikker tussen, die is er nu uit, maar de ogen zijn nog niet helemaal genezen. Iets verderop staan de twee koppels fokvogels, gehuisvest in plastic kweektunnels die van voren en van achteren open zijn. Een ton water, een ton krachtvoer en een oppertje kuilgras is voldoende. Af en toe komt er wat vers stro op de bodem bij. Veertig eieren De hanen zijn zwart van kleur, de hennen bruingrijs. Dat de dieren nu al helemaal binnen verblijven is te wijten aan de kletsnatte toestand van de uitloop naar buiten. In het broedseizoen maken de hanen achter in het hok een kuil in het zand. Erg fraai wordt het nooit, ze schuiven wat op hun buik, trappen wat met de poten en klaar is Kees. De hennen deponeren er vervolgens hun eieren in, het meest 's middags. Om de eieren schoon en gaaf te houden moet je er een paar keer per dag langs. Na een ei of veertig per struisvogelhen is het seizoen weer voorbij, 70 tot 80 procent blijkt bevrucht. Van de Nederlandse vogels zijn alleen het vlees en de huid waardevol, mooie veren schieten er niet op over. De luchtvochtigheid is hier te hoog. De huid is op dit moment ongeveer de helft van de waarde van de slachtvogel. Aan een vette haan van 150 kilo zit zo'n 100 kilo vlees, waaronder 35 kilo van de beste kwaliteit. Aan filet en biefstuk zit er een kilo of vijftien aan. In de paardentrailer achter de auto kunnen zeven struisen staan. Wanneer ze per vrachtwagen richting handelaar of slachterij gaan, moeten ze per koppel in aparte afdelingen in de auto staan omdat ze anders onderweg hun poten breken of erger. Dat Muilwijk en z'n gezin nu weer terugkeren in de melkveehouderij gebeurt eigenlijk via een omweg. Een aantal keren ging Cees met vrouw en kinderen in Canada kijken. Denemarken en Frankrijk bekeken we ook, maar niet serieus. Canada trok heel erg en dat was wél serieus. Maar je laat hier natuurlijk heel veel achter. Toen we de laatste keer terugkwamen, zouden we thuis vrijwel zeker besluiten te gaan, zeiden we tegen elkaar. Alblasserwaard Toen we in Wijngaarden terugkeerden was het 4 mei, het hele dorp was versierd, het werd net mooi weer, de saamhorigheid was immens groot. Dan zie je opeens weer met andere ogen wat je hier hebt. Hoe mooi groen Nederland nog kan zijn, en hoe prachtig de Alblasserwaard is. Het zou zo goed zijn als de overheden de boeren nu eens gewoon lieten boeren. De Vijfde Nota die eraan komt maakt van de boer een parkwachter in een stadspark. Op zo'n manier kunnen onze kinderen nooit meer het bedrijf overnemen. Ik zou zo graag willen dat de politiek de boeren hier in leven laat. Worden we op enig moment toch onteigend, dan wordt het alsnog Canada, want er is geen dag dat we niet aan Alberta denken. Soms denk ik echter dat we het ergste hier gehad hebben en dat de politiek langzaam tot inkeer komt. Door N. Sterk | |