Dossier 9 juli 1999

Zie ook: „Het kind had kunnen leven”

Christelijke fracties in Tweede Kamer tegen

Wet late abortus
spoedig in kabinet

Van onze redactie politiek
DEN HAAG – Het kabinet bespreekt volgende week vrijdag het wetsvoorstel van de ministers Borst-Eilers van Volksgezondheid en Korthals van Justitie om in bepaalde gevallen abortus provocatus toe te staan na 24 weken zwangerschap. De christelijke fracties in de Tweede Kamer zijn verontrust over dit voorstel.

De bewindslieden nemen met hun wetsvoorstel het advies over van de in 1996 ingestelde overleggroep-Wladimiroff. In de overleggroep zitten medici, ethici en juristen. Op dit moment is abortus mogelijk tot 24 weken zwangerschap. De bewindslieden willen deze grens in bepaalde gevallen loslaten. Late abortus provocatus is toegestaan op ongeboren kinderen met ernstige aandoeningen.

In het wetsvoorstel worden twee categorieën met name gespecificeerd. De eerste categorie betreft foetussen die niet buiten de moederschoot kunnen overleven. Dat zijn bijvoorbeeld kinderen zonder hersenen. Na een grondige toetsing, waarvoor de beroepsgroep zelf de procedure moet opstellen, is het aborteren van deze foetussen straks niet meer strafbaar.

De tweede categorie betreft ongeborenen bij wie een of meer levensfuncties onherstelbaar beschadigd zijn. Bij een beslissing om deze kinderen te aborteren moeten factoren zoals de te verwachten levensduur, de mate van lijden en de zwaarte van de behandeling meewegen. Het gaat bij deze categorie om kinderen met een waterhoofd of met een ernstig open ruggetje.

Strafbaar
Het aborteren van foetussen uit de tweede categorie blijft na de termijn van 24 weken in principe strafbaar. Als zo'n ingreep wordt uitgevoerd, moet hij worden gemeld bij een nog op te richten toetsingscommissie. Die commissie moet dan oordelen of de abortus provocatus medisch en ethisch verantwoord is of niet. Justitie kan vervolgens besluiten al of niet tot vervolging van de aborterende arts over te gaan.

Volgens ramingen van het ministerie gaat het om 150 tot 200 kinderen per jaar, die na de 24 weken zwangerschap op grond van de nieuwe wet geaborteerd kunnen worden. Van hen valt 80 procent onder de eerste categorie.

De christelijke fracties in de Tweede Kamer zijn tegen de door minister Borst geventileerde voornemens. Volgens de CDA-fractie is het erg onwaarschijnlijk dat er objectieve criteria kunnen worden ontwikkeld om ondraaglijke handicaps vast te stellen. De christen-democraten vrezen dat een ethische grens wordt verlegd.

Onduidelijkheid
De RPF-fractie maakt zich evenals de SGP'er Van der Vlies grote zorgen over het plan van Borst. „Het is niet aan mensen om de zin of de waarde van menselijk leven te beoordelen,” schrijft de RPF in een persbericht. Volgens deze fractie zal uitbreiding van het aantal weken opnieuw grote onduidelijkheid scheppen, met name over de criteria waaronder abortus is toegestaan.

De GPV'er Schutte heeft „grote moeite” met het voorstel. Volgens hem mag de „vermoedelijke kwaliteit van het leven” nooit het criterium worden voor het al dan niet uitvoeren van een abortus provocatus. Naast de principiële bezwaren die Van der Vlies gisteren al in deze krant uitte, heeft de SGP'er moeite met het moment waarop Borst en Korthals het voorstel bekendmaken: „Zij gebruiken de recesperiode van de Kamer om de abortuswet op te rekken.”

De Gehandicaptenraad is verontrust over de plannen van Borst en Korthals. Volgens de raad begeeft men zich met zo'n voorstel op een hellend vlak, met name gezien de „ongrijpbare ontwikkelingen rondom genetica en voortplantingstechnologie.” Kardinaal Simonis constateert in een reactie een „voortschrijdende normvervaging.” Hij vindt het onbegrijpelijk „dat een rechtsstaat die voor het leven pal moet staan, zich tot dergelijke stappen laat verleiden.”

Positief
De fracties van D66 en GroenLinks zijn wel positief over het aangekondigde wetsvoorstel. D66 vindt het goed dat er richtlijnen komen voor deze ernstige situaties. „We willen wel een fiks debat over die zorgvuldigheid. In de wet moeten de grenzen en de toetsing helder zijn,” aldus het D66-kamerlid Van Vliet. Volgens haar wordt in Frankrijk en Duitsland met soortgelijke richtlijnen gewerkt. „Er zijn geen signalen dat dit onzorgvuldig gebeurt.”

Het GroenLinks-kamerlid Hermann vindt dat „het redelijk is dat er een mogelijkheid van verlate abortus komt, hoewel niemand mag worden gedwongen tot zo'n abortus. Sommige zwangerschappen worden een lijdensweg voor kind en ouders. Als er dan nog geen perspectief voor het kind is, kan ik mij voorstellen dat men een besluit tot een late abortus neemt,” aldus mevrouw Hermann.

 

 

 

 

 

 

De Hoop Scheffer

 

 

 

 

Van Dijke

 

 

 

 

Van der Vlies

 

 

 

 

Schutte