Zie ook: Voorgoed niet welkom in Zwitserland Rapport: Bern hielp nazi's indirect Zwitserse excuses voor asielbeleid tijdens WO IIVan onze buitenlandredactie BERN De Zwitserse regering heeft gisteren haar excuses aangeboden voor het asielbeleid dat Bern tijdens de Tweede Wereldoorlog voerde. De verontschuldigingen volgen op de harde conclusies in het rapport van de commissie-Bergier dat gisteren verscheen. Volgens de commissie had Zwitserland duizenden Joden van de holocaust kunnen redden, maar heeft het de nazi's indirect geholpen bij hun systematische volkerenmoord door een beleid dat er specifiek op gericht was Joden buiten de deur te houden. Niets kan de gevolgen goedmaken van besluiten die destijds zijn genomen en wij buigen het hoofd voor het leed van degenen aan wie de toegang tot ons territorium is ontzegd en die werden uitgeleverd aan onuitsprekelijke pijn, deportatie en dood, luidde een verklaring van de zeven leden tellende Bondsraad. Het Zwitserse asielbeleid van die periode werd gekenmerkt door fouten, nalatigheden en compromissen. De verklaring van gisteren werd voorgelezen door president Ruth Dreifuss, wier vader de Zwitserse wet ontdook om Joodse vluchtelingen het land binnen te brengen. Dreifuss, zelf Joods, zei intens verdrietig te zijn geworden bij het lezen van het rapport en de herinnering aan het leed dat de Joden is aangedaan. Restrictief asielbeleid Terwijl Zwitserland ook voor de Tweede Wereldoorlog het imago had van een toevluchtsoord voor verdrevenen, voerde het land een restrictief asielbeleid waar het de Joden betrof. Het 956 bladzijden tellende rapport van de commissie-Bergier meldt 24.000 geregistreerde gevallen waarin Joodse asielzoekers rechtstreeks naar het nazi-rijk werden teruggestuurd. Niet bekend is hoeveel Joden een visumaanvraag is geweigerd die zij hadden ingediend bij Zwitserse consulaten. Op grond van haar inventarisatie verwijt de onderzoekscommissie de alpenstaat indirecte medeplichtigheid aan de holocaust. Zwitserland weigerde mensen in doodsnood te helpen, zegt het onderzoeksteam. Die trieste balans wordt niet gecorrigeerd door het aantal van 21.000 Joden dat wél is geholpen. De regering in Bern heeft in 1996 zelf opdracht gegeven voor het onderzoek naar zijn oorlogsverleden, nadat het neutrale land onder vuur was gekomen vanwege het achterhouden van Joodse banktegoeden en de aankoop van goud dat de nazi's van hun Joodse slachtoffers hadden geroofd. Een commissie bestaande uit Amerikaanse, Israëlische en Zwitserse historici kreeg opdracht een afdoend onderzoek in te stellen naar het Zwitsers verleden met betrekking tot de holocaustslachtoffers en daarbij ook een moreel oordeel te vellen. De Zwitserse historicus Jean-Francois Bergier moest het team leiden. De onderzoeksgroep zegt in haar eindverslag een verklaring te willen bieden voor het Zwitserse asielbeleid. Kritiek Bern had overigens ook kritiek op het rapport. Zo zouden de historici de omstandigheden waaronder het Zwitserse asielbeleid vorm kreeg te weinig hebben gewicht toegekend. Door de vluchtelingen in het onderzoek centraal te stellen zijn bepaalde onloochenbare historische realiteiten op de achtergrond geraakt, aldus de verklaring. De Bondsraad noemt de dreiging waaraan Zwitserland bloot stond, de onzekerheid over de toekomst en de noodzaak om de voor Zwitserlands overleving onontbeerlijke handel met het buitenland gaande te houden. De Amerikaanse, Israëlische en Zwitserse historici die het onderzoek hebben uitgevoerd erkennen dat Zwitserland tijdens de oorlog was omringd door Duitse troepen en dat er grote angst heerste voor voedseltekort en een invasie door de nazi's. Maar volgens hen blijkt nergens uit dat Zwitserland met het openen van zijn grenzen in economische problemen zou zijn gekomen of een invasie over zich zou hebben afgeroepen. In het rapport wordt lof toegezwaaid aan individuele Zwitserse functionarissen die ondanks alles hun nek hebben uitgestoken. Ook wordt gememoreerd dat een deel van de bevolking, ondanks het ook in Zwitserland heersende antisemitisme, in woede ontstak toen bekend werd dat Joden naar de nazi's werden teruggestuurd. De publieke verontwaardiging dwong de autoriteiten hun toelatingsbeleid te versoepelen. De spijtbetuiging was niet de eerste die de Zwitserse regering maakte. Eerder, in 1995 maakte Bern ook al excuses aan het Joodse volk. |