Daders enige doden bij bomaanslag

Netanjahoe ontkent
opdracht bouw Har Homa

Netanjahoe reageerde op geruchten eerder op de dag dat de Israëlische regering morgen al een openbare inschrijving zou houden voor de bouw van woningen in het omstreden gebied.

Vooral de Palestijnen zijn fel tegen de aanleg van deze nieuwe joodse nederzetting in Oost-Jeruzalem. Het gerucht over de kolonisatie volgde direct op het bekend worden van de aanslag door de Palestijnse beweging Hamas op de markt Mahane Jehuda in het centrum van Jeruzalem. Daarbij vielen minstens twee doden en raakten ruim twintig mensen gewond.

Minister van defensie Mordechai maakte bekend dat de twee doden de daders zijn. Na de zelfmoordaanslag heeft het Israëlische kabinet de ratificatie van het Wye-akkoord voor onbepaalde tijd uitgesteld. De verantwoordelijkheid voor de om 9.45 uur gepleegde aanslag is opgeëist door de fundamentalistische moslimbeweging Hamas.

De Palestijnse leider Arafat en andere Palestijnse functionarissen hebben de aanslag veroordeeld, maar de Israëlische premier Benjamin Netanjahoe beschuldigd van politieke chantage door het akkoord over de overdracht van 13 procent van de Westoever op te houden.

In een verklaring die op de Israëlische radio werd uitgezonden liet het kabinet in reactie op de aanslag weten het debat over het Wye-akkoord pas te zullen hervatten als de Palestijnse Autoriteit van Jasser Arafat „krachtige stappen zet voor een algehele oorlog tegen terreurorganisaties en hun infrastructuur”.

Netanjahoes woorvoerder David Bar-Illan zei dat er mogelijk volgende week over het Wye–akkoord kan worden gestemd als de Palestijnen krachtige maatregelen nemen tegen de terroristen.

Het Israëlische kabinet eist ook opheldering van Arafat over de procedure voor het intrekken van de uitspraken in het handvest van de PLO die oproepen tot de vernietiging van de staat Israël.

De explosie, die de daders zwaar verminkte en hun auto in een rokende hoop schroot veranderde, is de derde aanslag in minder dan drie weken waarbij Hamas heeft geprobeerd, maar er niet in is geslaagd, een groot aantal Israëlische slachtoffers te maken.

Vruchtbare grond
Intussen heeft een functionaris van de VN-vredesmacht in Libanon (Unifil) gisteren gezegd dat Israël niet alleen het Zuid-Libanese grondgebied bezet en bombardeert, maar er ook vruchtbare grond steelt.

De Joodse staat graaft tonnen vruchtbare landbouwgrond af van het door Israël bezette deel van Libanon om er de eigen bodem mee te verrijken. Tien dagen geleden vroeg Libanon de VN een einde te maken aan deze diefstal.

Op militaire kaarten is duidelijk te zien dat bij de dorpen Khiam en Marjayoun 3000 vierkante meter aarde is afgegraven tot ongeveer drie meter diepte. Trucks rijden de roodkleurige aarde over de grens naar boeren die twee kilometer verderop tomaten en olijven verbouwen.

Het Israëlische leger zou de afgraving intussen hebben toegegeven en maatregelen hebben genomen om de diefstal een halt toe te roepen, aldus een Unifil-woordvoerder. Eerder deed Israël zulke verhalen af als „onzin”.

Zuid-Libanon is het laatste actieve oorlogsfront van het Israëlisch-Arabische conflict. Israël bezet al ruim twintig jaar delen van Libanon. Als antwoord op VN-resolutie 425, die oproept tot de onmiddellijke en onvoorwaardelijke terugtrekking, stelde Israël vijftien jaar geleden de zogenaamde veiligheidszone in. Deze omvat ruim 10 procent van Libanon en zou Noord-Israël moeten beschermen tegen aanvallen van het door Hezbollah geleide verzet.