Eerdere berichtgeving: Seoul brengt duikboot uit Noord-Korea op (23 juni 1998) Zuid-Korea neemt incident zeer hoog op
Duikboot Noord-Korea onherroepelijk ten onderDONGHAE Een Noord-Koreaanse onderzeeër die door de Zuid-Koreaanse marine was opgebracht naar een Zuid-Koreaanse marinebasis bij Donghae, is gisteren gezonken voordat kon worden vastgesteld of zich nog bemanningsleden aan boord bevonden. Een militaire woordvoerder, majoor Kim Jong-woo, zei dat de minionderzeeër, die zwaar overhelde en voor het grootste deel onder water lag, van een sleepkabel was losgebroken en met de neus naar beneden was gezonken. Kim achtte het waarschijnlijk dat de bemanning al omgekomen was, maar hij wilde andere mogelijkheden niet uitsluiten. Hij zei dat het vaartuig 1,8 kilometer uit de kust was gezonken. Het Zuid-Koreaanse persbureau Yonhap meldde dat bij sonaronderzoek geen teken van leven was gebleken in het schip. Ook hameren op de buitenkant van de onderzeeër had geen reactie opgeleverd. Het Noord-Koreaanse persbureau KCNA berichtte dat de onderzeeër zich zondag nog had gemeld; daarbij was doorgegeven dat er problemen waren met meetapparatuur, oliedruk en motoren. Het vaartuig was daarna kennelijk door oceaanstromingen en op de golven naar wateren voor de kust van de noordelijke haven Kosong gedreven. Het persbureau zei dat over het lot van de bemanning niets bekend was. Hoog opgenomen De kwestie wordt door Zuid-Korea hoog opgenomen. In september 1996 deed zich een gelijksoortig incident voor, toen in hetzelfde gebied een grotere Noord-Koreaanse onderzeeër aan de grond liep. Een leger van 60.000 Zuid-Koreaanse soldaten, reservisten en politie maakte 53 dagen lang jacht op de opvarenden. Vierentwintig Noord-Koreanen en dertien Zuid-Koreanen vonden daarbij de dood; een infiltrant werd gevangengenomen en een ander wist waarschijnlijk te ontkomen. Dat incident leidde tot een dieptepunt in de betrekkingen tussen de twee landen. Het feit dat een Noord-Koreaanse onderzeeër voorbij de militaire demarcatiezone onze wateren is binnengedrongen, vormt een duidelijke gewapende provocatie en een schending van de wapenstilstandsovereenkomst, zei generaal Lim Jong-chul, die verbonden is aan de generale staf. Wij zullen in een later stadium tot gepaste actie overgaan. Het incident komt op een moment dat vooral van de kant van de nieuwe Zuid-Koreaanse president Kim Dae-jung toenadering wordt gezocht tot het noorden. Uitgerekend gisteren werd in het kader van deze toenadering voor het eerst sinds zeven jaar weer op militair niveau overlegd tussen Noord- en Zuid-Korea en het Algemeen Commando van de Verenigde Naties. De bijeenkomst in het bestandsdorp Panmunjom van gisteren was eigenlijk bedoeld als kenningsmakingsronde, ter voorbereiding van verder regelmatig overleg. Volgens Zuid-Koreaanse zegslieden werd echter voornamelijk over het duikbootincident gesproken. VN-functionarissen weigerden de Noord-Koreaanse reactie te karakteriseren, maar zeiden dat beide partijen het belang hadden onderstreept van voortzetting van de dialoog om vertrouwen te wekken, misverstanden te voorkomen en de spanningen op het Koreaanse schiereiland te verminderen. Zij noemden de bijeenkomst een eerste stap om een crisismanagementmechanisme in het leven te roepen dat militaire incidenten moet voorkomen of oplossen. Zij illustreerden de noodzaak hiervan door te wijzen op het incident met de Noord-Koreaanse onderzeeër. De gisteren opgebrachte duikboot is er een van de Yugo-klasse. Zij weegt 70 ton en heeft een lengte van 18 meter en een breedte van 3 meter. Noord-Korea beschikt over veertien van dergelijke onderzeeërs. Yugo-duikboten zijn lichtbewapend met machinegeweren en hebben meestal een vier- of vijfkoppige bemanning. Experts menen dat Noord-Korea zulke boten gewoonlijk gebruikt om te spioneren of om spionnen aan land te zetten. Noord- en Zuid-Korea hebben na de Koreaanse oorlog van 1950-1953 nooit een formeel vredesverdrag gesloten. Met 2 miljoen militairen aan weerszijden geldt de grens tussen de twee Korea's als de zwaarstbewaakte ter wereld. |