Buitenland12 december 2000

Dossier Crisis Midden-Oosten

Commissie start
onderzoek naar
geweld M-Oosten

Van onze buitenlandredactie
JERUZALEM – Een door de Verenigde Staten aangevoerde commissie voor onderzoek naar het Israëlisch-Palestijnse geweld is gisteren haar werkzaamheden begonnen, maar op haar driedaagse toer door het gebied zal de groep geen brandhaarden bezoeken en zich voornamelijk baseren op schriftelijke verslagen van de strijdende partijen.

Een dodelijke schietpartij in Nablus op de Westoever illustreerde hoe moeilijk het werk van de commissie zal worden. Het slachtoffer, de 28-jarige Palestijn Anwar Hamran, behoorde tot de militaire vleugel van de Islamitische Jihad. Israëlische soldaten zeiden te hebben geschoten uit zelfverdediging, de Palestijnen spraken van een regelrechte liquidatie. In een ziekenhuis overleed een 13-jarige jongen aan de verwondingen die hij vrijdag in Hebron opliep.

In Gilo, een Joodse buitenwijk van Jeruzalem, raakte een 24-jarige Israëlische vrouw gisteravond ernstig gewond toen ze door een kogel in de nek werd getroffen. Gilo wordt, vooral 's avonds, veelvuldig beschoten vanuit het nabijgelegen Palestijnse Beit Jalla.

De commissie wordt aangevoerd door de vroegere Amerikaanse senator George Mitchell en bestaat verder uit Warren Rudman, een andere voormalige Amerikaanse senator, Javier Solana, coördinator veiligheidsbeleid van de EU, de Turkse oud-president Suleyman Demirel en de Noorse minister van Buitenlandse Zaken Thorbjorn Jagland. De commissie blijft in eerste instantie slechts drie dagen in het Midden-Oosten. Na gesprekken met Israëlische en Palestijnse leiders reist zij door naar Egypte en Jordanië. Het is de bedoeling eerst schriftelijk materiaal te verzamelen en zo nodig in een later stadium aanvullende informatie op te vragen of veldonderzoek te verrichten.

De commissie had gisteravond een ontmoeting met de Palestijnse leider Yasser Arafat in Gaza-stad. Arafat zei dat de commissie „een zeer belangrijke rol” vervult.

Verschillende Palestijnse kopstukken leverden echter kritiek op het onderzoek dat de commissie wil doen. Het parlementslid Hanan Ashrawi, die toeziet op het werk van de commissie, zei dat de onderzoekers direct veldwerk moeten verrichten in de Palestijnse gebieden. Het Palestijnse Comité voor de Mensenrechten riep op tot een boycot van de commissie, omdat die geen volledig onderzoek zou doen naar het geweld en de oorzaken daarvan.

Arafats woordvoerder Nabil Arbudeneh zei dat de commissie haar werk snel moet beginnen en zo lang mogelijk moet blijven.

Arafat vliegt deze dagen de hele wereld over om buitenlandse regeringen ervan te overtuigen dat ze in actie moeten komen tegen wat hij de Israëlische militaire escalatie noemt. Gisteren sprak de Palestijnse leider ruim een uur met Aleksandr Soeltanov, de speciale afgezant van de Russische president Poetin.

De al bijna tien weken durende onlusten in de Palestijnse gebieden hebben 313 slachtoffers geëist. Van de 264 Palestijnen onder hen waren er 71 jonger dan 18 jaar. Israël wordt door de Palestijnen beschuldigd van buitensporig geweld tegen demonstranten. Israël stelt daar tegenover dat de Palestijnse leiders de aanwezigheid van kinderen bij de demonstraties niet verhinderen en zelfs aansporen. Als er vanuit de menigte wordt geschoten hebben de militairen geen keus dan het vuur te openen, waardoor ook onschuldigen kunnen worden getroffen, is de redenatie.

„Elke dood is tragisch, van welke leeftijd ook”, zei een medewerker van Barak, Gadi Baltiansky. Maar volgens hem heeft Israël tegenover de commissie „niets te verbergen en niets om zich voor te schamen.”

Solana zei dat de commissie niet was gevormd om de ene of de andere partij te veroordelen, maar om de situatie te analyseren en „te kijken of we aanbevelingen kunnen doen voor de toekomst.” De commissie zal haar bevindingen eind deze maand aan de Amerikaanse president Clinton voorleggen, zei hij.

Arabische ministers van Buitenlandse Zaken hebben gisteren een tweedaagse bijeenkomst in de Syrische hoofdstad Damascus afgesloten met een steun- en solidariteitsbetuiging aan de Palestijnen „tot zij hun legitieme rechten volledig herkregen hebben, inclusief het recht een onafhankelijke staat te stichten met Jeruzalem als hoofdstad.” Recente Israëlische dreigementen aan het adres van Libanon en Syrië werden door de vergadering opgevat als „agressie tegen de gehele Arabische natie.” Ten slotte eisten zij dat Israël het verdrag tegen de verspreiding van kernwapens onderschrijft.

Secretaris-generaal van de Arabische Liga Esmat Abdel-Meguid zei dat verder onder meer gesproken is over snellere verstrekking van de financiële steun die in oktober tijdens de Arabische top van Caïro aan de Palestijnen is beloofd.

Zie ook:
Israël en Hezbollah praten over ruil