Buitenland 13 november 2000

Dossier Crisis Midden-Oosten

Gepassioneerde oproep tot heilige oorlog

Militante taal Arafat
op islamitische top

Van onze buitenlandredactie
DOHA – De Palestijnse leider Yasser Arafat heeft zich gisteren op de islamitische top in Doha, Qatar, onverzoenlijk uitgelaten jegens Israël. Iran, Syrië en Saudi-Arabië drongen bij de opening van de islamitische top bij andere moslimlanden aan op het verbreken van de banden met Israël.

De anti-Israëlische verklaringen zullen waarschijnlijk worden overgenomen door andere deelnemers aan de top. Drie belangrijke moslimlanden –Turkije, Jordanië en Egypte– hebben donderdag en vrijdag op voorbereidende ministeriële ontmoetingen al geweigerd dergelijke verklaringen te onderschrijven.

Dat Saudi-Arabië ook opriep tot verbreking van de banden met Israël is opmerkelijk; het land wordt door zijn bondgenoot de Verenigde Staten als gematigd beschouwd.

Arafat zei dat de Palestijnen „meer dan ooit vastbesloten zijn hun jihad en hun verzet tegen de bezetting voort te zetten.”

De drie dagen durende top van de Organisatie van Islamitische Conferentie lijkt grotendeels in het teken te staan van de Israëlisch-Palestijnse gevechten van de laatste tijd. De Iraanse president Mohammed Khatami riep moslimlanden op economische en politieke sancties tegen Israël in te stellen om het te straffen voor de „uiterst barbaarse misdaden” begaan tegen Palestijnen. Eerder had hij in zijn openingsrede al vol vuur gesproken over het „gepassioneerde bloed” van de Palestijnse slachtoffers, dat de „deugdzame bodem” van Palestina zal voeden.

„Het is van essentieel belang dat die lidstaten die hun diplomatieke betrekkingen met Israël nog niet hebben verbroken (...) dat zo snel mogelijk doen”, zei de Iraanse leider. Hij voegde eraan toe dat moslimlanden „economische, politieke en internationale sancties tegen het zionistische bewind” in het leven moeten roepen.

Ook de Saudische kroonprins Abdullah riep de islamitische landen op al het contact met Israël te verbreken. Ook de president van Sudan, Omar el-Bashir riep op tot een heilige oorlog tegen Israël. Volgens hem moeten alle islamitische landen de strijd van de Palestijnse 'heilige strijders' ondersteunen.

Er kwamen gisteren ook nog andere onderwerpen ter sprake. Khatami riep de islamitische landen op „verschillende uitingsvormen van het geloof' te accepteren.” Ook pleitte hij voor democratisering op basis van „onze religieuze normen en culturele waarden.” De gematigde Khatami is in eigen land verwikkeld in een machtsstrijd met de fundamentalisten.

De secretaris-generaal van de Verenigde Naties, Kofi Annan, voerde het woord over onder meer de situatie in Irak en Afghanistan. Hij riep alle buurlanden van Afghanistan en andere belanghebbende landen op zich in te spannen voor een einde aan de strijd in dit land, en de Iraakse leiding hield hij voor dat men meer bereikt met samenwerking met de internationale gemeenschap dan met confrontatie.

De top in Qatar is de negende wereldtop van moslimlanden. De Organisatie van Islamitische Conferentie heeft 56 lidstaten.

De Israëlische premier Barak uitte gisteren kritiek op uitspraken gedaan door islamitische leiders. Volgens Barak is de confrontatie niet de juiste weg om problemen tussen Israël en zijn Arabische buren op te lossen.

Barak zei dit na een twee uur durend gesprek met de Amerikaanse president Clinton. Clinton had de Israëlische premier uitgenodigd om een uitweg te zoeken uit het al meer dan een maand durende geweld tussen Palestijnen en Israëlische troepen. Er is geen aanwijzing dat de ontmoeting zal leiden tot een eind van de ongeregeldheden of een hervatting van het vredesoverleg tussen Israël en de Palestijnen.

De aankomst van de Israëlische premier in Washington werd vertraagd door de kaping van een Russisch toestel dat landde in Israël. Barak maakte eerder kenbaar geen hoge verwachtingen te hebben van het gesprek met Clinton. Na overleg met de president gaat Barak naar Chicago. Daar ontmoet hij vandaag Amerikaanse Joodse leiders. Morgen reist hij door naar Groot-Brittannië.

Donderdag sprak Arafat met Clinton. Ook toen werd er geen vooruitgang geboekt.

Tijdens de weekwisseling vielen op de Westoever en in de Gazastrook negen doden. Zaterdag kostten de gevechten het leven aan zes Palestijnen en een Israëlische militair. Gisteren vielen twee doden. De ene was een zeventienjarige Palestijnse jongen, die werd gedood in een gevecht bij de grenspost van Erez. De ander was een Palestijnse man die „collaborateur” met Israël zou zijn. Hij werd in een dorp ten noorden van Jeruzalem doorzeefd met kogels. Ook in Hebron op de Westoever werd gisteren gevochten. Volgens ooggetuigen schoten Israëliërs en Palestijnen beide met scherp.

Het was voor het eerst tijdens de huidige periode van onlusten dat een Palestijn die werd verdacht van collaboratie met Israël, dit met de dood moest bekopen. Tijdens de intifada, de Palestijnse opstand van 1987 tot 1993, kwamen zulke liquidaties vaak voor. De man die zondag werd gedood had mogelijk Israël geholpen bij de moordaanslag vorige week op Hussein Abayat, de regiocommandant van de Tanzim-militie.

Het konvooi van de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten van de Verenigde Naties, Mary Robinson, werd gisteren onder vuur genomen toen Robinson door een Joodse enclave in Hebron reed. Niemand raakte gewond. Het is onduidelijk wie het schot heeft afgevuurd.

De wijk Gilo in Jeruzalem, die de afgelopen tijd vaak 's nachts door Palestijnen onder vuur werd genomen, is gisteren voor het eerst bij klaarlichte dag bestookt.

In de Gazastrook ontplofte gisterochtend een bom op een weg even buiten de Joodse nederzetting Kfar Darom op het moment dat er twee auto's van kolonisten voorbijreden. Volgens het Israëlische leger vielen er geen gewonden maar raakten de voertuigen wel beschadigd. De aanslag is opgeëist door de radicale Omar al-Mukhtar-groepering uit de Fatah-beweging. Het zou een wraakactie betreffen voor het doden van Palestijnen door Israëliërs.

Zie ook:
Leah Rabin (72) overleden