KGB-archief geeft duidelijkheid

Sovjets strooiden
as Hitler uit over
Oost-Duitse rivier

LONDEN – Na jaren van onduidelijkheid is bekend geworden wat er met de stoffelijke resten van Adolf Hitler is gebeurd. Sovjetsoldaten hebben de as van de Führer in 1970 uitgestrooid over een riviertje in het voormalige Oost-Duitsland. Dit blijkt uit archiefstukken van de Russische geheime dienst.

Het was al bekend dat de stoffelijke resten van Hitler in Maagdenburg door het Rode Leger zijn opgegraven en verbrand. Maar wat er precies daarvoor en daarna is gebeurd, bleef onduidelijk. De stukken melden dat de as bij het plaatsje Biederitz ten zuidwesten van Berlijn in de rivier de Ehle is verstrooid. De voormalige geheime dienst van de Sovjet-Unie KGB wilde zo voorkomen dat de stoffelijke resten van Hitler onderwerp werden van verering door neonazi's.

De Britse krant The Times schreef gisteren dat de stoffelijke resten van Hitler heel wat omzwervingen heeft gemaakt voordat de as in de Ehle terechtkwam. De leider van nationaal-socialistisch Duitsland maakte op 30 april 1945 een eind aan zijn leven. Zijn lichaam werd enkele dagen later door Sovjettroepen bij een Berlijnse bunker gevonden, samen met dat van zijn vrouw Eva Braun en die van het gezin van minister Goebbels van Propaganda.

De lichamen werden in Buch bij Berlijn ter aarde besteld. Toen de betrokken legereenheid van de Sovjet-Unie later in 1945 werd overgeplaatst naar Rathenau gingen de stoffelijke resten ook mee. Agenten van de contraspionage die aan de legereenheid waren verbonden wilden de lichamen niet uit handen geven. In Rathenau werden de resten vervolgens herbegraven.

Doodsoorzaak
Over de doodsoorzaak van Hitler bestond destijds al onduidelijkheid. Er waren aanwijzingen dat hij cyanide had ingenomen. Maar Hitlers lijfwacht en een SS-adjudant hielden vol dat de Führer een kogel door zijn hoofd had gejaagd. Om een eind te maken aan de onduidelijkheid zette Stalin een onderzoekscommissie op. Maar voor die aan de slag kon, werden de stoffelijke resten opgegraven en overgebracht naar Maagdenburg. De commissie heeft het lichaam van Hitler nooit gezien.

In 1970 zouden de Sovjets de barakken in Maagdenburg overdragen aan de Oost-Duitsers. Uit correspondentie tussen het toenmalige KGB-hoofd Andropov en Sovjetleider Breznjev bleek dat Moskou bezorgd was over de toenadering tussen Oost- en West-Duitsland. Zo werd de toenmalige bondskanselier Willy Brandt bij een bezoek aan Erfurt met open armen ontvangen. Om te vermijden dat de stoffelijke resten zouden worden ontdekt, stelde Andropov voor ze in Maagdenburg naar boven te halen en te verbranden.

En zo geschiedde. De beenderen en „enkele gouden tanden” werden in de nacht van 4 april 1970 opgegraven en in munitiekisten opgeborgen. KGB-officieren laadden de kisten vervolgens in een voertuig. Ze deden het zo voorkomen alsof ze gingen vissen. Niet ver van Maagdenburg werden de kisten besproeid met petroleum en in brand gestoken. De as werd even later in een zak gestopt en uitgestrooid in de Ehle, vlakbij Biederitz.

Van het lichaam van Hitler zijn nog twee onderdelen bewaard gebleven. In geheime archieven van de KGB in Moskou ligt een kaak en een deel van Hitlers schedel wordt bewaard in het staatsarchief van de Russische federatie.