Binnenland

Eerdere berichtgeving

Zie ook: Israëliër kwam, zag en overwon

Rijkspolitie destijds niet klaar voor ramp

Lading ramptoestel
op restje na bekend

Van onze redactie politiek
DEN HAAG – De in totaal zeventien vrachtbrieven die via de Israëlische luchtvaartautoriteiten eergisteren bij de parlementaire enquêtecommissie Vliegramp Bijlmermeer in Den Haag terechtkwamen, verschaffen gedetailleerde informatie over 16.700 kilo van de 20 ton lading die nog altijd onbekend was. Het blijkt te gaan om computerapparatuur, toetsenborden, chips, accu's en andere onschadelijke goederen.

De documenten komen van expediteur Satin Air Freight uit de Amerikaanse stad Jamaica, niet ver van New York. Op verzoek van de Israëlische vliegmaatschappij El Al doken medewerkers van Satin Air Freight opnieuw in de eigen administratie. Onder in oude dozen vonden zij de zeventien documenten die nu alsnog duidelijkheid verschaffen over het deel van de lading van de gecrashte Boeing dat tot op heden niet bekend was.

Alleen over 3,5 ton van de in totaal 114.700 kilo vracht zijn de details nu nog onbekend. Het gaat daarbij om twee zendingen, één van 1807 kilo uit de Verenigde Staten met allerhande artikelen en één van 1682 kilo uit Frankfurt, voornamelijk bestaande uit elektronica. Ook over dit deel van de lading is inmiddels wel zoveel duidelijk dat de commissie ervan uitgaat dat er geen gevaarlijke stoffen of explosieven bij hebben gezeten.

De duidelijkheid die er nu is over de 20 ton lading waarover het precieze inzicht nog ontbrak, werd niet meer verwacht. El Al-topman Feldshuh schreef de enquêtecommissie begin deze week nog dat hij die informatie waarschijnlijk niet meer zou kunnen bieden. Een woordvoerder van El Al toonde zich gistermiddag zeer verheugd over de vondst van de vrachtbrieven, zogenaamde ”house airway bills”. „Wij waren zeer opgelucht toen ze uiteindelijk werden gevonden, omdat het mysterie over de onbekende lading nu eindelijk uit de wereld is geholpen.”

Rijkspolitie
Kolonel F. Maurer van de rijkspolitie legde de enquêtecommissie vanmorgen tijdens zijn openbare verhoor uit waarom op de avond van de ramp bij de dienst Luchtvaart van de rijkspolitie volstrekt onduidelijk was wie de leiding had. Maurer was formeel commandant en was ook een deel van de avond aanwezig, maar functioneerde niet als leidinggevende. Agenten van de rijkspolitie namen hem dat kwalijk.

Maurer had echter van de algemeen inspecteur een dienstopdracht gekregen om zich afzijdig te houden van de dienst Luchtvaart. „Dat was omdat de dienst bol stond van de spanningen, waarbij ik ook betrokken was”, vertelde hij vanmorgen. De dienst zou in de politiereorganisatie worden opgedeeld. Een deel zou terechtkomen bij de Koninklijke Marechaussee, een ander deel bij het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD).

„De ramp had voor ons op geen slechter moment kunnen komen”, aldus Maurer. „Er was grote onvrede. Er waren personen die tegenwerkten, die alles in het werk stelden om de reorganisatie te verhinderen. Dat werkte niet meer en daarom had de inspecteur tegen me gezegd: Bemoei je een tijdje niet met het bedrijf.” De inspecteur trof de maatregel op 17 september, daags voor de ramp, en stelde een andere kolonel aan als plaatsvervangend commandant.

Tegenstrijdig
Maurer kon vanmorgen niet uitsluiten dat de verwarring en spanning rond de reorganisatie de oorzaken vormen van de tegenstrijdige verklaringen die agenten van de voormalige rijkspolitiedienst aflegden over het reilen en zeilen op zondagavond 4 oktober. Drie verschillende agenten hebben inmiddels drie verschillende lezingen gegeven over het tijdsbestek waarin een serie El Al-documentatie over de rampvlucht werd opgehaald en over welke en hoeveel documenten het daarbij gaat.

Volgens Maurer geniet El Al op Schiphol wel degelijk een speciale behandeling. „Sinds de jaren zeventig zijn wij opgevoed met het idee dat El Al maximaal wordt bedreigd en dat wij ze daarom een speciale behandeling verlenen.” Maurer bevestigde dat er op Schiphol El Al-functionarissen zijn die toestemming hebben om gewapend rond te lopen.