Binnenland

Commentaar

Partij „erkent” ondanks Van Mierlo wat zij is: sociaal-liberaal

D66 schudt het eigen kussen op

Door B. J. Spruyt
GOUDA – Het congres van D66 heeft zaterdag het eigen kussen opgeschud, maar het hoofdbestuur zorgt ervoor dat dat kussen heel blijft. De Democraten presenteren zich vanaf nu als sociaal-liberale partij en wat dat eigenlijk is, wordt in een „basisdocument” vastgelegd. Maar D66 blijft groen en de voorzitter wordt geen professionele bestuurder, maar blijft amateur.

Er voltrok zich een kleine revolutie, uitgerekend op het 67e partijcongres dat afgelopen zaterdag in de Goudse Schouwburg plaatshad. Tot dan was D66 de enige partij zonder een beginselprogramma geweest. De partij ging puur pragmatisch te werk en bepaalde haar standpunten zonder enige ideologische afweging. Dat bleek toch niet te werken, stelde de vernieuwingsbeweging Opschudding vast. De electorale aanhang schommelde te sterk en zou stabieler kunnen worden als de partij haar eigen gezicht herkenbaarder zou maken door aan te geven waar zij principieel staat.

„De partij moet gaan erkennen en uitdragen wat zij is: sociaal-liberaal”, zei Opschudding-woordvoerster Ageeth Telleman. En toen bleek dat de slecht geleide studentensociëteit die binnen D66 partijcongres heet, haar pleidooi met een daverend applaus ondersteunde, nam het hoofdbestuur het initiatief snel over. Partijvoorzitter Kok stelde als enige voorwaarde dat het logo en het briefpapier onveranderd zouden blijven, „anders wordt het een zootje”. Kort daarvoor had Kok nog gezegd dat het goed is om het kussen op te schudden, maar dat het congres het kussen wel heel moest laten.

Lekker vuurtje
In zijn rede aan het einde van de dag sprak Kok zijn partijgenoten direct al aan als „sociaal-liberalen!” En de fractievoorzitter en politiek leider van de partij, Th. de Graaf, zei in zijn toespraak tot de „Opschudders”: „Opschudding is Niet Nix (een toespeling op de naam van een vergelijkbare groep binnen de PvdA – BJS). Ga door en laat je niet inkapselen of doodknuffelen door mensen zoals ik. Stook een lekker vuurtje onder de partij, dat hebben we nodig. Maar zorg er wel voor dat we niet verbranden”.

De initiatieven van Opschudding hadden nog meer succes. D66 gaat ook een basisdocument opstellen waarin de principes van de partij worden vastgelegd. Dat mag natuurlijk geen ideologie bevatten, maar moet de „uitgangspunten” vaststellen die vervolgens in de verkiezingsprogramma's worden uitgewerkt. Het hoofdbestuur was op dit punt aanvankelijk ook tegen: „Als we al standpunten hebben” –gelach in de zaal– „dan willen we die best bundelen. Maar een basisdocument krijgt haast de status van een grondwet, die hiërarchisch boven het verkiezingsprogramma komt te staan. Dat is ideologie, dat willen we niet, daar zijn we te pragmatisch voor”. Maar het argument overtuigde de leden niet.

Dansende olifanten
Op andere punten kreeg Opschudding haar zin niet. Graag hadden de jonge honden binnen de partij gezien dat geel de kleur van D66 zou worden. Verwante stromingen in het buitenland voeren die huiskleur immers ook. Maar dat ging de aanwezigen toch te ver. Groen is al sinds 1966 de kleur in het logo van het 'groene' D66, de milieupartij. „Het CDA heeft het van ons gejat. En nu willen jullie van de paus diens kleur stelen. Maar de Rooms-Katholieke Kerk kan het ook niet volhouden”, luidde het verweer van een van de aanwezigen in de zaal.

De partijvoorzitter wordt evenmin een goedbetaalde professionele bestuurder, maar blijft een amateur. Opschudding had dat graag veranderd gezien om de partij professioneler en effectiever te laten functioneren. Maar het merendeel van de D66'ers is bang dat zo'n fulltime voorzitter zich te veel met de politieke koers van de partij gaat bemoeien en dat is uitsluitend de taak van de fractievoorzitter in de Tweede Kamer. „En als twee olifanten gaan dansen, Tom Kok en Thom de Graaf, wordt het gras –de partij– de dupe”, zei voorzitter Kok zelf.

Van Mierlo
Woordvoerders van Opschudding toonden zich na afloop tevreden over het bereikte resultaat. „Het was de bedoeling het kussen van de partij een beetje op te schudden in de richting van een duidelijkere identiteit en een betere professionele organisatie. Dat is aardig gelukt. Vooral de ondertitel 'sociaal-liberaal' was voor ons erg belangrijk. Daarmee kunnen we ons nu veel duidelijker profileren als een van de vier hoofdstromen in de Nederlandse politiek”.

Minder tevreden was de oprichter en voormalig politiek leider van D66, Van Mierlo. Hij heeft zich altijd verzet tegen de in D66 steeds weer terugkerende wens zich tot het sociaal-liberalisme te bekennen en dat zelfs vast te leggen in een soort beginselprogramma. In de wandelgangen van het congres legde hij graag nog eens uit dat D66 met het predikaat sociaal-liberaal een positie tussen de verouderde ideologieën van de andere partijen heeft gekozen. „Toen we bij de oprichting besloten ons Democraten te noemen, deden we dat juist omdat we die ideologieën wilden overstijgen”.