Binnenland 6 oktober 2000

Dossier ”Abortus”

Alleen christelijke fracties zijn tegen

Meerderheid Kamer
eens met late abortus

Van onze redactie politiek
DEN HAAG – De meerderheid van de Tweede Kamer steunt het plan van de regering om in uitzonderingsgevallen abortus na 24 weken zwangerschap toe te staan. De christelijke partijen zijn tegen.

De fracties van PvdA, VVD en D66 hebben geen enkel bezwaar tegen de voorstellen van minister Borst van Volksgezondheid en haar collega Korthals van Justitie, zo bleek gisteren tijdens een commissievergadering over late abortussen.

Daarmee is de weg gebaand voor late abortussen op kinderen die naar heersend medisch inzicht geen kansen hebben zelfstandig buiten de baarmoeder te functioneren, bijvoorbeeld omdat ze geen hersenen hebben of andere essentiële organen missen.

RPF/GPV-kamerlid Rouvoet voerde een pleidooi om deze kinderen geboren te laten worden, omdat in de praktijk blijkt dat de diagnose wel eens verkeerd is en er toch een levensvatbaar kind wordt geboren. Van de regeringspartijen kreeg hij geen enkele bijval. Minister Borst benadrukte dat door prenatale diagnostiek goed is vast te stellen of kinderen bepaalde essentiële organen missen.

Naast de groep ongeborenen die buiten de baarmoeder niet levensvatbaar zijn, is er nog een tweede categorie waarop late abortus toegepast mag worden. Dat zijn degenen bij wie voor de geboorte is vastgesteld dat ze zeer ernstig gehandicapt door het leven zullen gaan omdat ze essentiële functies niet kunnen uitoefenen. Medische behandelingen zullen niet tot verbetering van de situatie leiden.

Als moeders deze kinderen willen laten aborteren in het geval ze ouder zijn dan 24 weken, mag dat, maar dan moeten artsen wel voldoen aan bepaalde zorgvuldigheidseisen. Die gaan de bewindslieden vastleggen in een Algemene maatregel van bestuur, een middel waarmee de regering beleid uitvoert. Als die maatregel in concept gereed is, zal de Kamer erover debatteren.

Wettelijke regeling
Het GroenLinks-kamerlid mevrouw Hermann was het inhoudelijk met de regering eens, maar pleitte ervoor om deze regeling in een wet vast te leggen. Volgens minister Korthals van Jusititie is dat niet mogelijk, omdat de wet niet zegt wat mag, maar wat niet mag.

Het CDA-kamerlid mevrouw Ross vindt een regeling voor de late abortussen helemaal niet nodig. Ze wees erop dat een arts die een late abortus heeft uitgevoerd, altijd een beroep kan doen op overmacht. De rechter moet dan beoordelen of dat terecht is geweest. Maar ook deze lijn willen de meerderheid van de Kamer en het kabinet niet volgen. Door de meldings- en toetsingsprocedure ontstaat er meer transparantie. Bovendien heeft het veld zelf om een dergelijke regeling gevraagd, zo redeneerde Borst.

SGP-kamerlid Van der Vlies keerde zich principieel tegen elke regeling op dit terrein. Hij vindt dat de hulpverlening een veel grotere plaats moet krijgen. De SGP'er deed het voorstel om de palliatieve zorg uit te bouwen voor gezinnen waar een zeer ernstig gehandicapte jonggeborene is. Minister Borst vond dat niet nodig. „Er worden jaarlijks 2000 kinderen met een handicap geboren en daarvoor is de noodzakelijke zorg beschikbaar, en dat geldt ook voor die dertig”, aldus de bewindsvrouw. Daarmee doelt de minister op het aantal abortussen dat naar schatting plaatsvindt op ernstig gehandicapten ongeborenen die bepaalde essentiële functies niet kunnen uitoefenen.

Vervolg
Het debat krijgt een vervolg omdat CDA en GroenLinks het verslag van de commissievergadering op de plenaire agenda willen plaatsen. Er is dan gelegenheid voor een kort debat en voor het indienen van moties. Wanneer dat zal plaatsvinden is nog niet duidelijk.

Zie ook:
Katterig gevoel na abortusdebat