Koningin Beatrix 60 jaar 2 februari 1998

Voor Juan Carlos en Sofía neemt jarige alle tijd

Een feestje à la
koningin Beatrix

Door Bea Versteeg
AMSTERDAM – Wie is koningin Beatrix? Het staatshoofd van Nederland? Ja. Een perfectioniste? Ja. Een spontane en warme gastvrouw, die koning Juan Carlos en koningin Sofía zoent en innig omarmt. Een schuldig, vergankelijk en kwetsbaar mens?

Ds. Nico ter Linden durft het aan haar zo te typeren. Wat voor koningin Beatrix geldt, geldt voor alle mensen, zo hield hij gistermorgen zijn gehoor in de Westerkerk voor. Ter Linden denkt met de gemeente na over Psalm 90. Een klaag- en een loflied tegelijk, vindt de predikant.

Centraal in zijn preek staat: „O God, leer mij zo mijn dagen te tellen, dat ik een wijs hart krijg”. Die wijsheid is niet de vrucht van denkarbeid, maar van een „voortdurende omgang met de Heere God. De vreze des Heeren is het beginsel van de wijsheid”. In die omgang moet je voor God brengen: „je vergankelijkheid en je schuld. Je kwetsbaarheid en je missers”. (...) „De dagen van mijn jaren, ik lijd eraan, maar verdriet zal in vreugde verkeren, dat heeft God beloofd. Christus staat ons bij, Hij helpt mij de goede strijd te strijden, van dag tot dag”.

Gods handen
De jarige is naar de Wester gekomen „om een geleefd levensjaar in Gods handen neer te leggen en om een nieuw levensjaar van Hem te ontvangen. U hebt hier veel voetstappen liggen, en u was hier met name op bijzondere dagen van uw leven”. (...) „En nu wilt u ook dit kroonjaar hier in ons midden voor Gods aangezicht vieren en wij bidden het met u mee, voor u en ook voor onszelf: dat wij het mogen leren, voor Gods aangezicht, om zo onze dagen te tellen, dat wij een wijs hart bekomen”.

Ter onderstreping van de hoop die in haar leeft, heeft koningin Beatrix de cantate BWV 150 van Johann Sebastian Bach uitgekozen. In het slotkoor wordt gerept van: „Mijn dagen van lijden beëindigt God en maakt ze vreugdevol; Christus, die mij terzijde staat, helpt mij daag'lijks zegenrijk strijden”.

Het koninklijk gezelschap vult twee vakken in de niet overvolle Westerkerk. Een deel van de gasten, onder wie de prinsessen Irene en Christina, heeft de dienst in de rooms-katholieke Obrechtkerk verkozen boven de protestantse. Bij het verlaten van de kerk krijgen Koningin en Prins rode rozen aangeboden.

Hun aanwezigheid betekent wel dat de andere gemeenteleden door een metaaldetectiepoortje moeten voordat zij het godshuis binnen kunnen. Sommigen staan al om half acht bij de kerk, terwijl de deuren pas om negen uur opengaan. Zij komen niet voor de hoge gasten, maar voor ds. Ter Linden, die de dienst als gastpredikant leidt.

Met de kerkgang komt bijna een eind aan drie dagen feestvieren voor de koninklijke familie en hun vrienden. Na een boottocht met het salonschip Kapitein Kok verlaten de gasten de hoofdstad voorgoed.

Strak tijdschema
Het is een verjaardagsfeest geworden zoals koningin Beatrix het heeft gewenst. Zij wil een keer groots uitpakken om iets terug te doen voor al die vrienden en kennissen bij wie ze in de loop der jaren op hun gala's en partijen is geweest. Het is wel een festiviteit à la koningin Beatrix, met veel kunst, kerkgang en een strak tijdschema. Het lijkt wat dat betreft wel een staatsbezoek.

Zoals het hoort, begint een verjaardag om middernacht. Op dat tijdstip heffen zaterdagmorgen de genodigden in het Amsterdamse Muziektheater onder aanvoering van premier Kok het “Lang zal ze leven” aan. Een dik uur tevoren heeft aan het eind van het balletgala al het “Happy birthday” geklonken. De gasten vinden het zo gezellig in de foyer van het theater, dat de eersten pas om half een aanstalten maken om te vertrekken. Koningin Beatrix verlaat als een van de laatsten tegen enen de zogenoemde Stopera.

Uitslapen is er op de verjaardag niet bij. Om vijf voor half tien komen de in totaal vijf bussen aan bij het Centraal Station. Via de koninklijke wachtkamer gaat het naar de koninklijke trein, waaraan vijf rijtuigen zijn gekoppeld. Het gezelschap zoeft over het Nederlandse spoor naar Apeldoorn. De muren van het perron waar de trein stopt, zijn voor de gelegenheid oranje geverfd.

Tot opluchting van burgemeester Bruins Slot van Apeldoorn, die haar een replica geeft van een nog te plaatsen standbeeld van koningin Wilhelmina, stapt de jarige niet meteen in de bus. Zij loopt naar het publiek toe dat ondanks de kou in drommen achter de dranghekken rond het station staat. Spontaan schudt zij de haar toegestoken handen. Het mag dan een privé-feestje zijn, zo'n huldeblijk laat de vorstin zich niet ontzeggen.

Knuffelen
Terwijl koningin Beatrix uitgestoken Veluwse handen beetpakt, komen haar zussen Irene en Margriet en mr. Pieter van Vollenhoven bij Paleis Het Loo aan. De in lange broek gehulde prinsessen hebben er zin in. Vrolijk lachend gaan zij het museum binnen. Als het gezelschap aankomt, gaan zij weer naar buiten om hun jarige zus te omarmen en te knuffelen.

Op dat moment schalt Gert Timmerman met zijn evergreen “Ik heb eerbied voor jouw grijze haren” over het paleisplein. Enkele jongeren die in het naast het paleis gelegen Huize Berghorst een kraakwacht vormen, trakteren de jarige via een geluidsinstallatie op deze zanghulde. De koninklijke zussen schateren van de lach. Als daarna “Lang zal ze leven” klinkt, zegt prinses Margriet: „Dat klinkt beter”.

In het paleis maken de gasten kennis met de voorouders van hun gastvrouw. Na een rondgang door de vertrekken, geeft het Louki Stardust Quartet een concert. De fluitklanken worden hinderlijk onderbroken door een zaktelefoon. Een Duitse hertogin heeft vergeten haar gsm af te zetten. Zoiets hoort toch niet voor Ons Soort Mensen...

Als het gezelschap zich naar de lunch begeeft, gaat koningin Beatrix naar het bordes. Met een innige omhelzing verwelkomt zij de Spaanse koning Juan Carlos en koningin Sofía. Het Spaanse vorstenpaar komt enkel een vorkje meeprikken. Vanwege de ETA-aanslag in Sevilla hebben zij voor de rest van het programma af moeten zeggen. De moeite die het koningspaar zich getroost, waardeert hun gastvrouw zeer. Ze neemt alle tijd om met hen bij te praten.

Bevriezen
En daardoor gebeurt er iets wat normaal niet voorkomt in Beatrix' programma's: het loopt uit. Een dikke anderhalf uur later dan gepland vertrekken de bussen van Het Loo. Bij het museum Kröller-Müller in het nationaal park de Hoge Veluwe bevriezen intussen de meer dan 200 mediamensen. Gevulde koeken bieden enig soelaas tijdens de wachttijd, maar tegen de kou helpen ze niet. Zodra het gezelschap binnen is, snellen de journalisten en fotografen naar hun bussen.

In Amsterdam oefent intussen een spontaan gevormd koor onder leiding van Geert van Tijn. Nu de Koningin eerder op de dag andere huldeblijken heeft beantwoord, met handen schudden van het publiek, koesteren de zangers en zangeressen de hoop dat dit ook hun te beurt zal vallen. Het mag niet zo zijn. Als het gezelschap arriveert, zwaait de jarige even en gaat dan meteen het paleis binnen. Om veiligheidsredenen, zo zal later blijken.

Prinses Juliana
Rond half acht komen bij het paleis prinses Juliana en prins Bernhard aan. Van het feestje van hun dochter maken zij alleen het diner mee. Er zijn meer gasten die maar even in Amsterdam zijn. Prins Charles heeft zaterdagmorgen al afgehaakt. Koning Albert en koningin Paola haken voor diner en bal af. Terwijl op dat moment ex-keizerin Farah Diba zich juist meldt. De drie kinderen van prinses Christina zijn helemaal niet komen opdagen.

In het paleis doen zaterdagavond 360 gasten zich te goed aan een smakelijk maal. Op het menu staan een zeevruchtencocktail, gevulde parelhoenborst met haricots verts, worteltjes en gegratineerde aardappelen. Het toetje is een koffiemousse met maplesiroop. Tot besluit drinkt het gezelschap een kopje mokka. Rond tien uur gaan de voeten van de vloer. Op muziek van de Afrikaanse Congo Band en het Casino Combo danst het gezelschap tot in de vroege uurtjes.