Auto

100 jaar AutoRAI

Blik in de toekomst

Door W. H. Smith
AutoRAI 99 is niet alleen de laatste autotentoonstelling van dit millennium, maar markeert ook een andere mijlpaal: de beurs is een eeuw oud. Het mega-evenement in Amsterdam probeert deze feiten flitsend te verpakken en sluit de eerste honderd jaar af onder het thema ”Get FutuRAIsed!”. Voor de hedendaagse bezoeker moet de show in 1899 supersaai zijn geweest...

Voor alle duidelijkheid: de jongste editie van de AutoRAI is niet de honderdste aflevering. „In totaal hebben we vijftig exposities gehad waarop personenauto's te zien waren en 25 tentoonstellingen die uitsluitend aan de personenauto waren gewijd”, zegt drs. H. C. R. van de Coolwijk, voorzitter RAI Vereniging afdeling Auto's en bovendien voorzitter Tentoonstellingscomité AutoRAI 99.

Veertien jaar nadat de wereld met het eerste ”paardloze voertuig” wordt geconfronteerd, verschijnt in 1899 op de RI (Rijwiel-Industrie) Tentoonstelling in Amsterdam voor het eerst de auto. Heel bescheiden. Van de Coolwijk: „Het was eigenlijk een fietsententoonstelling waar ook een paar auto's stonden.” De voorloper van de RAI (Rijwiel- en Automobiel-Industrie) is echter een succes. Volgens een verslag in de Kampioen van de ANWB moet het publiek zich schuifelend langs de drie- en vierwielige automobielen voortbewegen. De redacteur noteert verbijsterd dat nota bene ook dames interesse voor het ”vervoermiddel der toekomst” blijken te hebben. Het aardige is dat diverse oldtimers van toen nu opnieuw staan te pronken in het ”1899 Paviljoen”.

Het duurt slechts enkele jaren voordat de RAI-tentoonstelling verandert van een hal met tweewielers en enkele auto's in een showroom met uitsluitend auto's. Waarbij overigens nog lang niet alle modellen een interne verbrandingsmotor hebben. In 1905 voeren auto's met stoom- en elektrische aandrijving nog de boventoon. Ook olielampen, glanzend hout, sierlijk leder en pluche bepalen het beeld.

Langzaam maar zeker wint die knetterende auto terrein. Ondanks de onverharde wegen en het gebrek aan plaatsen om te tanken en reparaties uit te voeren. Voiturettes en vooral cycle-cars leggen de basis voor de massamotorisering. Al snel heeft de industrie door dat vrouwen inderdaad graag rijden. Met name deze vervoermiddelen uit de superlichte klasse worden –heel ongewoon voor die tijd– aangeprezen als zeer geschikt voor dames.

Draaischijf en DAF
Bij de opening van het nieuwe RAI-complex aan de Amsterdamse Ferdinand Bolstraat op 31 maart 1922 belooft de minister van Verkeer en Waterstaat dat het Rijk werk zal gaan maken van een behoorlijk wegennet. Twee waarden worden al heel snel onlosmakelijk met de auto verbonden: het is een alledaags verschijnsel met hoge gebruikswaarde en het is een exclusief statussymbool. De lopendebandproductie, zoals van de T-Ford, maakt de auto weliswaar goedkoper, maar aan de andere kant probeert elke fabrikant een zo luxe en exclusief mogelijk model te maken. In 1925 worden er al auto's aangeboden voor een prijs van een kapitale villa.

In 1936, midden in de economische crisis, wordt de 25e autotentoonstelling gehouden. In deze roerige tijden maakt de auto wel een technische en stilistische evolutie door en komt hij binnen het bereik van steeds meer mensen. De professionalisering in de autobranche komt tot uitdrukking in de tentoonstelling. De importeurs ontwerpen stands met rustige hoekjes, laten opengewerkte modellen zien, zorgen voor een luxe aankleding of zetten zelfs al een glimmend mobiel op een draaischijf.

De eerste naoorlogse AutoRAI in 1948 blinkt niet uit door het aanbod. Auto's zijn nauwelijks te koop en de invoer komt maar langzaam op gang. Vanaf 1956 begint de opmars. Het nationale wagenpark is dan 300.000 auto's groot. Al in 1957 wordt vanwege de drukte binnen de bebouwde kom een maximumsnelheid van 50 km/u vastgesteld. Enkele jaren later liggen de ”zebrapaden” op straat. Inmiddels groeit de AutoRAI door en doet de RAI Vereniging als belangenbehartiger van zich spreken. Alle belastingen die op auto's worden geheven, zijn de organisatie vanzelfsprekend een doorn in het oog. De allereerste DAF, de trots van Van Doorne, is in 1958 een publiekstrekker van jewelste.

Jubileumboek
De opening van de vijftigste RAI in 1965 –sinds 1961 aan het Europaplein– valt midden in jaren van snel stijgende welvaart. De auto breekt door als massavervoermiddel. De eerste Japanse merken doen hun intrede. PvdA-leider Joop den Uyl vindt dat „bij de kwaliteit van het bestaan hoort dat iedereen recht heeft op een auto.” In 1973 zijn er 3 miljoen auto's. Een jaar later wordt voor wegen buiten de bebouwde kom een maximumsnelheid van 80 km/u ingesteld, voor snelwegen 100 km/u. Dat laatste wordt in 1988 gedeeltelijk opgetrokken naar 120 km/u.

De oliecrisis is dan al achter de rug, Nederland leert een nieuw begrip kennen: de file. De auto-industrie laat steeds vaker ”kleine auto's” van de band rollen. Airbags worden in recordtempo gemeengoed. Ook wordt gezocht naar methoden om het rendement van benzine- en dieselmotoren verder te verhogen. Ondertussen is het wachten op de eerste auto's met werkelijk alternatieve aandrijfsystemen. De AutoRAI in 1997 toont de hybrideaandrijving.

Zo duikt het jubileumboek ”MemoRAIbilia, 100 jaar AutoRAI” de geschiedenis in. De terugblik met prachtig historisch materiaal in de vorm van foto's, krantenartikelen, beursdrukwerk enzovoort brengt de lezer naar de drie Amsterdamse beurslocaties, achtereenvolgens het Paleis voor Volksvlijt, de ”Oude RAI” en de ”Nieuwe RAI”. In totaal omvat het 260 pagina's en circa 400 illustraties. Prins Bernhard voorzag de exclusieve uitgave van een voorwoord. Het eigenzinnig vormgegeven document is voor 100 gulden te koop. Op stand 100 in de Europahal.

Virtueel hart
Nu vullen 51 automerken het hele RAI-complex, terwijl op de buitenterreinen diverse activiteiten plaatshebben, zoals het 4x4-circuit voor terreinauto's. Diverse fabrikanten haken met toekomstmodellen, zogenaamde ”concept cars”, aan bij het beursthema ”Get FutuRAIsed”. Zo toont Lancia zijn Dialogos in een heel bijzondere omgeving. Ook Volkswagen, Daewoo, Renault, Toyota, Peugeot, Nissan en Citroën laten hun visie op de 21e eeuw zien. Het publiek mist er geen als het de speciale route volgt. Die start in het Paviljoen van de Toekomst in de Noordhal.

Cor Steenstra van Foresee Car Design, ooit verantwoordelijk voor het ontwerp van de Volvo's 460 en 480, visualiseert in dit virtuele hart van de tentoonstelling het personenvervoer in het jaar 2050. Hij ontwierp een futuristisch, maar desalniettemin zo realistisch mogelijk automodel: de FutuRAI 2050. Bezoekers mogen met deze vierzitter van overmorgen zelf door een stad van de toekomst rijden. Uiteraard virtueel.

AutoRAI 99 is tot en met 13 februari dagelijks open van 10.30 tot 21.00 uur, op zaterdag van 10.00 tot 17.00 uur. Entree: volwassenen ƒ 25, kinderen 4 tot 12 jaar ƒ 22,50, gezinstarief (2 volwassenen, maximaal 3 kinderen tot 12 jaar) ƒ 70. Met Railidee van NS krijgt de bezoeker korting op de treinreis en de toegang.

Zie ook:

Auto's aaien mag op de RAI
 (5 februari 1999)

Kosten en markten dwingen tot fusies
 (2 februari 1999)

Kas autogiganten op oorlogssterkte
 (2 februari 1999)