Financiën en Economie

Bezoekers komen massaal af op glimmende paradepaardjes

Auto's aaien mag op de RAI

Door H. de Boer en A. J. Coster
AMSTERDAM – De meest geaaide auto op de AutoRAI '99 staat in de stand van Volkswagen. Zoals een vrouw op de markt stoffen moet bevoelen voordat ze tot aankoop besluit, zo gaan de handen ongelovig over de in Delftsblauw geschilderde Beetle. „Zijn dit echte tegeltjes?”

De AutoRAI opende gisteren voor het eerst de poorten voor het grote publiek. Dat kwam massaal op de heilige koeien af. Fabrikanten en importeurs hebben bakken geld uitgegeven aan de meest fantastische stands, soms verdiepingen hoog. Een batterij strak in het pak gestoken mannen en keurig geklede dames –bij Citroën inclusief degelijke hoed– schiet de kijkers bij de minste of geringste geïnteresseerde blik op de voertuigen aan. „Leuke wagen, meneer.”

Claxon proberen
Het aardige van de RAI is dat de mensen overal aan mogen zitten. Dat doen volwassenen op een manier zoals kinderen door een speelgoedwinkel struinen. Achterklep open en dicht, claxon proberen, met de versnellingspook roeren, binnenspiegel verdraaien, stuur op slot draaien en noem maar op. Niemand die er wat van zegt.

De nieuwbakken Volkswagen Kever is een trekker. De Delftsblauwe print is levensecht. De voegen zien eruit als voegen en zelfs de geelbruine scheurtjes in de tegels ontbreken niet. Mensen geloven hun ogen niet en gaan dus met hun handen op zoek naar het bewijs. De Beetle wordt van alle kanten betast en beklopt. „Hij is toch niet echt betegeld”, stelt een oudere dame teleurgesteld vast. Haar man glimlacht. Híj had dat al gedacht.

Aanraken en aaien maakt niet uit, vindt een VW-verkoper. „Dit is onze klapper. Daar mogen mensen van genieten.” Met zachte doeken en spuitflacons bewapend personeel zorgt ervoor dat het paradepaardje blijft glimmen. „Allemaal mooi”, vindt een Surinaamse man, „maar wat als je er nou een deuk in rijdt.” Verkoper: „Tja, eh, dan heb je een probleem, inderdaad.”

Brokken ijs
Nissan laat een Patrol in een grote waterbak ronddobberen. Natte voeten zijn in dit model uitgesloten na vele honderden testuren, vertelt een bordje ernaast. De fabrikant heeft nog meer noten op zijn zang. In enorme brokken ijs zitten verschillende auto-onderdelen. De toeschouwers mogen op een knopje drukken om te bewijzen dat een koplamp van Nissan het ook onder de meest extreme omstandigheden blijft doen. Veiligheid voor alles, laat de demonstratrice weten. Ze vergeet te vertellen dat er na de trap bij de uitgang van de stand een allerakeligst opstapje komt. Maar goed, je kunt ook niet alles testen.

Mevrouw Bij de Weg uit Bennekom is samen met haar man een dagje naar Amsterdam gekomen. „Hoef ik even niet te poetsen”, grapt ze. Haar man doet wat auto's betreft de inkopen, maar „we kijken samen wat we mooi vinden. Ik kies alleen de kleur.” Behoefte aan een nieuwe auto heeft het echtpaar nog niet. Vanwege de ongemakken die hun leeftijd met zich meebrengt, zal een opvolger wel „een wat hogere instap” mogen hebben.

Ook jongeren vermaken zich prima. Het ontbreken van een rijbewijs is op de RAI geen probleem. De jeugd kan van de ene racesimulator naar de andere. Met een geconcentreerde blik in de ogen rammen ze het ene verkeersbord na het andere. Na de race is het goed uitrusten op alle mogelijke autostoelen van diverse fabrikanten. Precies op maat welteverstaan. Verkopers zijn druk in de weer met lendensteunen, zittingkantelaars en actieve hoofdsteunen.

Ruimtevaart
Een bolvormig, futuristisch ogend prototype bij Citroën trekt de aandacht. De fabrikant wacht de reacties van het publiek af. Niet zelden rolt zo'n studiemodel later in duizendtallen van de band. Als het aan Michel Springers uit Weert ligt zal dat met de conceptcars die nu op de RAI staan niet gebeuren. „Vreselijk, dit hoort in de ruimtevaart thuis. Ik vrees echter dat het wel de toekomst is.” Een mevrouw ziet het anders. „Kijk dat bolle autootje eens, wat een schatje.”

Jammergenoeg mag niemand aan de 'juweeltjes' komen. Elders op de beurs zijn ook van zulke stands. Supersnelle auto's uit Duitsland en Italië zijn alleen van afstand te bewonderen. Leuk om over te dromen. Een meisje port haar vriend op: „Kijk, die vind ik nou mooi.” Pijnlijk getroffen bekijkt hij de voor hem onbereikbare auto. Schouderophalend: „Ik hou niet van die luchthappers in de motorkap.”

Zweten
Wie de stands binnen allemaal te statisch vindt, kan zijn hart ophalen op het buitenterrein. Chauffeurs van stoere vierwielaangedreven terreinwagens stoeien naar hartenlust op een aangelegd circuit. Hellingen met een hoek van 42 graden, kantelbruggen, rul zand en een 9 meter hoge brug vergen het uiterste van de auto's. De gebroeders Van Deuren hebben genoten van een proefrit. „We wisten niet dat dit kon.” De meeste indruk maakte de stop halverwege de steile helling. „Als je daar bijna achterover stilhangt, is dat wel even zweten, ja.”