Zie ook: Deze stalling is ouderwets
Modern rijwiel past niet in het rekDoor M. A. Dijkstra NS heeft van de overheid 460 miljoen gulden gekregen om de dienstverlening aan treinreizende fietsers en fietsende treinreizigers te verbeteren. Van het geld worden onder meer alle 380 stations in Nederland binnen zes jaar voorzien van nieuwe stallingen. Consumentenorganisaties zoals de Fietsersbond en de ANWB, verenigd in de vorige maand opgerichte Stichting Fiets en Openbaar Vervoer, adviseren NS over optimalisering van de service. Wij vinden dat stallingen van de eerste tot de laatste trein geopend en zo veel mogelijk bemenst moeten zijn, zegt voorzitter Jaap van der Doef.
De huidige stallingsmogelijkheden voor mensen die met de fiets naar het station komen, zijn over het algemeen niet zo goed. Lang niet altijd is een bewaakte stalling aanwezig, zodat de fietser in veel gevallen zijn toevlucht moet nemen tot de onbewaakte rekken. Behalve de grote kans op diefstal zelfs al worden er vuistdikke kettingen door de spaken geregen bestaat het probleem van ruimtegebrek. Gevolg is een chaos van lukraak geparkeerde stalen rossen. Het ene staat tegen een boom, het andere ligt op de grond, weer een andere leunt tegen een lantaarnpaal. De fietsen die op hun standaard naast de rekken staan, vallen bij een flinke windvlaag om en sleuren hun broers en zussen als dominostenen mee. Ook als er in de onbewaakte rekken wél plaatsen vrij zijn, wordt de fietsende treinreiziger geconfronteerd met moeilijkheden. De moderne fiets heeft dikwijls banden die niet in het ijzer passen en sturen die blijven hangen achter de bel, het zadel of de remkabel van buurman rijwiel. Openingstijden De situatie in de bewaakte NS-stallingen is minder slecht, maar ook daar valt nog wel het een en ander te verbeteren. De openingstijden bijvoorbeeld. Stel, je zit in de laatste trein. Het is middernacht. De deuren gaan open. Je springt naar buiten en loopt snel naar de stalling waar je fiets staat. Het licht is uit. De deur is dicht. De beheerder ligt al in bed. Nu jij nog! Maar hoe kom je thuis? De laatste bus is al weg. Niet alleen de openingstijd van bewaakte stallingen levert problemen op, ook de toegankelijkheid. Vaak moeten fietsers door één ingang naar binnen en naar buiten. Vooral tijdens de spits zorgt dat voor moeilijkheden. Bovendien is de verbinding tussen stalling en perron lang niet altijd optimaal. De afstand tussen de twee locaties is soms aanzienlijk. Daar word je niet blij van wanneer je haast hebt. Automatisering De Nederlandse Spoorwegen onderkennen de problemen en bezinnen zich op de vraag hoe de vele miljoenen van de overheid het best kunnen worden besteed. Daarbij worden ze geadviseerd door de Stichting Fiets en Openbaar Vervoer. Deze is op 30 november opgericht om maatschappelijke organisaties, vervoersbedrijven en overheden in staat te stellen mee te denken over te nemen maatregelen. Vertegenwoordigers in het adviesorgaan zijn onder andere de ANWB, de Fietsersbond, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), branchevereniging Mobis van bedrijven in het collectieve personenvervoer en NS Railinfrabeheer. Het ministerie van Verkeer en Waterstaat stuurt een waarnemer naar de vergaderingen, die drie tot vier keer per jaar zullen worden gehouden. Voorzitter van de stichting is de voormalig staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat Jaap van der Doef. De Stichting Fiets en Openbaar Vervoer concentreert zich met name op twee problemen: de inrichting en de openingstijden van fietsenstallingen. Van der Doef: De consument moet in zo kort mogelijke tijd zijn fiets kunnen stallen en ophalen. Daarom moeten de rekken aangepast worden aan de eisen die de moderne fiets stelt. Wat de openingstijden betreft hebben wij als doelstelling dat stallingen van de eerste tot de laatste trein geopend en bemenst moeten zijn. Maar ja, bemensing is duur. Vooral als er slechts drie of vier reizigers in de laatste trein zitten, praten we over kostbare uren. Vandaar dat wij voor de grotere stations pleiten voor bemensing; bij de kleinere stations zou automatisering misschien een oplossing kunnen zijn. We bezinnen ons momenteel op de vraag of chipcards als toegangssleutel tot de stalling kunnen fungeren. Het is echter moeilijk in dat geval de veiligheid te garanderen. Fietskluizen Behalve een adviserende heeft de Stichting Fiets en Openbaar Vervoer een controlerende rol. Van der Doef weet het mooi onder woorden te brengen: We beoordelen de realisering van de normen zoals de minister die heeft gesteld en de doelmatigheid van de ingezette middelen. Een van die middelen is het project Ruimte voor de fiets. Via dat programma moeten alle Nederlandse treinstations in 2007 een moderne overkapte fietsenstalling met veel ruimte, goede aanbindmogelijkheden en heldere verlichting hebben. Verder breidt de NS het aantal onbewaakte plaatsen uit van 143.000 naar 160.000. Het aantal fietskluizen zal met duizend worden vermeerderd. De Fietsersbond is bijzonder tevreden over de nieuwe voorzieningen. Een ander middel dat de service voor de treinreizende fietser zou kunnen verbeteren, is de zogenoemde OV-fiets. Het uitgangspunt van het plan is dat op elk station voor iedere reiziger een fiets beschikbaar moet zijn. Voor een bedrag van 5 gulden, te betalen via bank- of giropas of OV-chipkaart, kan de reiziger het rijwiel meenemen en na gebruik terugplaatsen. Het plan heeft de steun van onder andere NS Railinfrabeheer en de Fietsersbond, beide partners van de Stichting Fiets en Openbaar Vervoer. |