Voorpagina10 juli 2001


Onderscheid met huwelijk wordt flinterdun

SoW-kerken willen
homorelaties zegenen

Van onze kerkredactie
UTRECHT – In de toekomstige verenigde Samen-op-Wegkerk kunnen homoseksuele paren hun relatie in een kerkdienst laten zegenen. De inzegening van een huwelijk blijft voorbehouden aan een man en vrouw die –naar burgerlijke wet– zijn getrouwd. Dat is op dit moment het voorstel van de werkgroep kerkorde van de drie SoW-kerken. Door de formuleringen van de werkgroep komt een homorelatie bijna op één lijn te staan met het huwelijk.

De triosynode moet zich in de novembervergadering hierover uitspreken. Dan bespreken de synodeleden vier van de veertien ordinanties voor de nieuwe kerkorde in tweede lezing. Ordinanties zijn de praktische regels voor de dagelijkse gang van zaken in de kerk en de gemeenten.

Het zegenen van andere levensverbintenissen ligt „gevoelig” in de SoW-kerken. Van de 75 hervormde classes wijzen er 26 de inzegening van andere dan huwelijkse relaties af. In de Gereformeerde Kerken is er geen classis die dit in meerderheid afwijst, maar gaat het altijd nog om ongeveer veertig kerken en de Evangelisch-Altreformierte Kirche.

De werkgroep kerkorde, die reacties van de kerkelijke vergaderingen op de eerste lezing van de ordinantieteksten heeft gewogen en in een nieuw tekstvoorstel heeft verwerkt, oordeelt dat „de bezwaren aan de ene zijde het andere deel van de kerk niet mag belemmeren om ook andere relaties te zegenen.” Het is uiteindelijk aan de kerkenraad om –na beraad in de gemeente– te besluiten of ook andere levensverbintenissen van twee personen ter plaatse kunnen worden gezegend.

Niet gedwongen
Niemand in de Samen-op-Wegkerken hoeft zich gedwongen te voelen het huwelijk op hetzelfde niveau te zien als andere levensverbintenissen, vindt de werkgroep kerkorde. Maar tegelijk wordt niemand verhinderd om beide wel op één lijn te zien.

De werkgroep kerkorde wil niet dat er in de ordinantietekst een keuze wordt gemaakt voor of tegen het zegenen van niet-huwelijkse relaties, omdat de kerk zelf op dit punt nog geen keuze heeft gemaakt. De werkgroep wil nadrukkelijk ruimte bieden aan beide opvattingen. Om dit te bereiken zijn de inzegening van een huwelijk en de zegening van een andere levensverbintenis in twee artikelen ondergebracht in plaats van in één. Plaatsing in twee artikelen betekent niet dat je beide niet op één lijn zou kunnen zien, terwijl van plaatsing in één artikel de suggestie uitgaat dat je ze op één lijn moet zien, zo redeneert de werkgroep.

Bovendien blijft ordinantie vijf onderscheid maken tussen inzegenen en zegenen. Het verschillend woordgebruik acht de werkgroep niet in strijd met de opvatting dat huwelijk en andere levensverbintenissen in haar ogen zeer dicht bij elkaar staan. Tegelijk poogt ze zo tegemoet te komen aan de gedachte dat huwelijk en andere relatievormen niet hetzelfde zijn. Beide artikelen lijken op praktisch gebied als twee druppels water op elkaar. Dat maakt het onderscheid flinterdun.

Vanuit de gedachte dat de ordinantietekst de ruimte moet bieden die de kerk zelf biedt –namelijk: geen keuze– neemt de werkgroep allerlei voorstellen waardoor het onderscheid tussen beide groter wordt niet over. Ze is niet van plan om, zoals de hervormde kerkordecommissie wil, de zegening van andere levensverbintenissen op te nemen in een algemeen artikel over zegening. „Dat maakt het voor degenen die geen principieel verschil willen maken wel erg moeilijk om nog gelijkwaardigheid te zien.” Om dezelfde reden is er geen plaats voor de uitdrukking dat het huwelijk heilig moet worden gehouden, noch voor de toevoeging van het huwelijk als „uniek” verbond van liefde en trouw, noch voor de aanduiding van het huwelijk als inzetting Gods. „Daardoor wordt opnieuw onderscheid gemaakt.”

Bezinning
Overigens passen de SoW-kerken het woord huwelijk alleen toe op de relatie van een man en een vrouw. Ze voegen dit ook letterlijk zo toe. „Het feit dat in het burgerlijk recht de term huwelijk nu ook op andere dan man-vrouwrelaties slaat, betekent niet automatisch een wijziging in het kerkelijk denken op dit punt. Dit zal een afzonderlijk punt van bezinning moeten zijn.”

Zie ook:
Geen visie meer op het huwelijk

Commentaar

Dossier homohuwelijk