Commentaar10 juli 2001

Niets hoeft, alles mag

Hoewel het huwelijk naar protestantse opvatting geen sacrament is, beschouwen wij de kerkelijke huwelijksbevestiging van een voor de burgerlijke overheid gesloten huwelijk als een waardevolle zaak. In de hervormde kerkorde wordt gesproken van het huwelijk als een inzetting Gods, die heilig zal worden gehouden.

Inmiddels worden alternatieve samenlevingsvormen in de Nederlandse maatschappij breed geaccepteerd. Zij hebben ook in de wetgeving gestalte gekregen. Allereerst was daar de partnerregistratie en met ingang van dit jaar hebben we in Nederland tot onze schande ook het homohuwelijk.

Daarbij moeten we helaas constateren dat ook in kerkelijke kring deze praktijken enthousiaste verdedigers vinden, die niet schromen daar zelfs een kerkelijke inzegening aan te verbinden. Zoals te verwachten was, liepen vrijzinnige kerken als de Remonstrantse Broederschap daarbij voorop. Maar ook in SoW-verband zijn velen van mening dat hier ruimte voor geboden moet worden.

Gelukkig is er, met name in de Hervormde Kerk, nog een omvangrijke minderheid die hierin beslist niet mee wil gaan. Eenderde van de hervormde classes wijst de inzegening van andere dan huwelijkse relaties (tussen een man en een vrouw) af. In de Gereformeerde Kerken is het verzet daartegen al veel minder. Aan lutherse zijde hoeft men niet of nauwelijks op bezwaren te rekenen.

Hoe stelt men zich in SoW-verband voor dit gevoelige probleem op te lossen? Dat komt hier op neer, dat wie bezwaren heeft die mag hebben en daarin gerespecteerd wordt, maar er ook ruimte komt voor het zegenen van alternatieve relaties. Predikanten noch kerkenraden zullen gedwongen worden aan dergelijke diensten mee te werken, maar elders in de kerk zullen die een legitieme plaats krijgen.

Er komen twee bepalingen in de kerkorde: een over het inzegenen van huwelijksverbintenissen en een over het zegenen van alternatieve relaties (inclusief homohuwelijken). Zo hebben beide partijen wat. De een kan zeggen dat beide zaken dan toch niet in één adem genoemd en geregeld zijn, de ander kan zeggen dat de kerkorde volop ruimte biedt voor alternatieve relaties.

Vergeleken met de regels in de burgerlijke samenleving (denk aan Leeuwarden) is het in ieder geval een pluspunt dat niemand gedwongen wordt om dingen te doen die hij overeenkomstig Gods Woord niet mag doen. Terwijl in onze wetgeving het homohuwelijk gelijkgesteld is aan het 'normale' huwelijk, is dat in de uitvoeringsbepalingen van de SoW-kerkorde niet het geval. Daar heeft men gekozen voor twee regelingen.

Maar dat neemt niet weg dat, als dit alles straks van kracht wordt, de kerk officieel haar zegen geeft aan datgene wat een gruwel is in Gods ogen. Het betekent ook dat er een volstrekt verkeerde boodschap uitgaat naar de samenleving: de grootste protestantse kerk (c.q. combinatie van kerken) heeft geen bezwaar tegen homohuwelijken en partnerregistraties en is zelfs bereid die in een officiële kerkdienst te zegenen.

Dat is een droevige zaak. Het bemoeilijkt ook het verzet van politici uit de hoek van SGP en ChristenUnie en eventueel CDA tegen de legalisering van de nieuwe moraal. Als de kerk (althans de grootste protestantse kerk) door de bocht is, wat valt er dan nog van de overheid te verwachten?