Corine Bruggink - 17 feb 2009 08:49 - Gewijzigd: 17 feb 2009 08:49

Met de vitaminekar door Meeuwen

MEEUWEN - Appels van peren onderscheiden; voor Nelline van Veen (13) is het een peulenschil. Elke zaterdag voorziet ze de inwoners van haar dorp van fruit met de nodige vitamines. Geen overbodige luxe, met deze winterse temperaturen.

Welke bijbaan? „Elke zaterdag verkoop ik fruit in ons dorp Meeuwen. We verkopen sinaasappels, peren, appels, grapefruits en mandarijnen. Er is in ons dorp geen enkele winkel meer, dus op deze manier kan ik ervoor zorgen dat Meeuwen toch voldoende vitamines binnenkrijgt.

Samen met mijn zus fiets ik elke zaterdag een vaste verkooproute. We hebben veel vaste klanten, die elke zaterdag een voorraadje fruit inslaan.”

Hoe aan gekomen? „Een paar jaar geleden kwam een kennis bij ons aan de deur met fruit. Mijn zus en ik hebben toen gevraagd of we de route mochten overnemen als hij zou stoppen. Twee jaar geleden stopte hij en namen mijn twee zussen het baantje over. Een van hen stopte vorig jaar. Dat baantje heb ik overgenomen.”

Wat doen? „Elke week haalt mijn vader het fruit op bij onze leverancier, een groenteboer in een ander dorp. Om acht uur verpakken we alle soorten fruit in plastic zakken. De zakken stapelen we op in de fietskar, onze vitaminekar, kun je wel zeggen. Om negen uur vertrekken we met een volle kar naar de eerste klant. Dat fietst behoorlijk zwaar.

Nelline met haar virtaminenkar.

Als de bodem van de kar in zicht komt, laden we thuis bij. Meestal gebeurt dat twee keer op een morgen. Als klanten niet thuis zijn, schrijven we dit op en fietsen we aan het einde van de route nog een keer langs. Rond 12.30 uur zijn we meestal klaar.”

Leuk? „Verkopen vind ik heel leuk. Als ik bij klanten aanbel, maak ik meestal een praatje met hen. Soms nodigen ze me uit om binnen te komen. Dat is altijd weer gezellig. Zo hoor je nog eens nieuwtjes. Het voordeel van vaste klanten is dat je ze leert kennen. Ook weet je precies welk fruit ze lekker vinden.

Meestal blijft er niet veel fruit over. Als dat wel zo is, eten we het zelf op. Anders bederft het.”

Minder leuk? „Het enige nadeel dat ik kan bedenken is dat ik op zaterdag niet zo lang kan uitslapen. Toch heb ik dat er wel voor over: liever verdienen dan slapen.”

Verdiensten? „Ik verdien geen vast bedrag, omdat het afhankelijk is van de hoeveelheid fruit die mensen kopen.”

Toekomst? „Het lijkt me leuk om dit baantje nog een poos te houden. Het verveelt zeker niet. Het is gezellig en het levert een zakcentje op.

We volgen elkaar steeds op; als mijn oudere zus stopt, kan mijn jongere zusje haar plaats weer innemen.”