Een permanente kampsfeer
„De naam internaat past hier eigenlijk niet”
Vijftien meiden in een ruimte van krap 15 vierkante meter. Een kring van kaarsjes op tafel. Gegiechel, geklets en geroezemoes, terwijl vorken schrapend restjes macaroni van een bord af halen. Magneet is beland op etage vijf van het Driestarinternaat in Gouda. „We krijgen ineens meer eten dan normaal, dat valt wel op.”
Een stil gebed bij het begin van de maaltijd, dan wordt het volume weer opgeschroefd.
„Normaal komen we altijd eten tekort”, zegt Margriet met een ongeloofwaardig ernstig gezicht. Instemmend gelach klinkt, terwijl de overvolle schalen macaroni de borden langsgaan, gevolgd door geraspte kaas en bakken salade.
„Boehoe, toetsweek”, staat er in koeienletters op een krijtbord aan de muur, de ”klaagmuur”. „Ik heb overleerdheidsverschijnselen”, is een andere kreet, volgend op „ik heb er de kracht niet meer voor”.
„Het is gezellig om op het internaat te wonen”, constateren de meiden unaniem. Onderwerpen als bruiloften, oorbellen, kleren en chocolade passeren aan tafel de revue, afgewisseld met luchtig geplaag. „Wel goed eten, hè”, grapt Bernadet tegen Jenny, die semibraaf knikt, terwijl ze zich inschikkelijk laat opdienen.
Janno, de enige man aan tafel, houdt zich wat op de vlakte. Of hij verdwaald is in het internaat, dat ook een jongensverdieping heeft? „Wij horen bij elkaar”, antwoordt zijn vriendin Marga plechtig in zijn plaats, wat veel gelach oplevert.
Wat maakt het internaat nu zo leuk? „Je bent hier nooit alleen”, zegt Margriet. „Het is dicht bij school”, bedenkt Annabeth. „Ik moet er niet aan denken om ’s avonds nog te moeten koken, als je om zes uur thuiskomt”, zegt Judith. Op het internaat staat het eten altijd rond zes uur voor de bewoners klaar. „Het is wel makkelijk dat we allemaal dezelfde opleiding doen - de pabo”, vindt Margriet. „Nu, in de tentamenweek, helpt iedereen elkaar. Samenvattingen van vorig jaar komen weer voor de dag.”
Het enige nadeel is de herrie, vinden ze, met name van de jongens van etage zeven. „Eentje begint om halfelf altijd bulderend orgel te spelen.” „Ja, hoe heeft hij dat ding eigenlijk de trap op gesleept?” vraagt Judith zich af.
Streng
In het internaat zijn de meiden van alle gemakken voorzien: elke etage heeft een douche, een toilet, een keukentje, een zitkamer en een eetkamer. Alles wordt voor hen schoongemaakt. Alleen in de kamers komt geen schoonmaker. „Nee”, protesteren ze verontwaardigd in koor, bij de gedachte alleen al. „In mijn kamer kun je in de lagen stof schrijven”, biecht Heleen op.
Maar de regels dan, zijn die niet streng? „Ja, we mogen de lift niet eens onderkladden”, grapt een van de meiden. „En we moeten om elf uur binnen zijn”, verkondigt een ander. „Elf uur?” verbaast Judith zich, die de regel blijkbaar onbewust met voeten getreden heeft.
„Sommige mensen denken dat je hier tegen iedereen moet zeggen wanneer je weggaat en waar je naartoe moet, maar dat is niet zo. De naam internaat past hier eigenlijk niet”, vindt Hannekie. „Nee”, vult een ander aan, „het is gewoon een studentenflat.” „Er komen echt geen volwassenen rondkijken”, zegt Bernadet. Ze steekt haar hoofd guitig om een denkbeeldige deur en zegt: „Zo van: Slapen jullie al?”
Last van elkaar hebben de meiden niet, ook al zitten ze op elkaars lip. „Als je alleen wilt zijn, trek je je gewoon terug in je kamer”, zegt Marga. „Het gaat hier altijd goed”, vult Geertje aan. „Zelfs al moeten we één douche delen met z’n vijftienen.”
Beneden, in de voormalige keuken, wast internaatbeheerder H. Slinger de macaronischalen af. De grote hoeveelheid kaarten aan de muur bewijst dat het contact tussen hem en de studenten wel goed zit. „Ze komen hier af en toe eens roken, daar heb ik geen moeite mee”, zegt hij goedmoedig. En hij geeft het internaat het grootste compliment van allemaal: „Er heerst hier een permanente kampsfeer.”
Bed bij collegebank
De Onderwijsraad vindt dat studenten wonen en leren moeten combineren om ze gemotiveerd te houden. Ruim een kwart van de studenten houdt zijn studie na een jaar voor gezien. De raad wil studenten sterker aan de opleiding binden door hun bed in de buurt van de collegebanken te plaatsen. In de verst doorgevoerde vorm betekent dit dat studenten in een internaat gaan wonen.
Reacties poll Yord
Stelling: Als ik ga studeren, wil ik wonen in een internaat.
Anke: „Nee lijkt me niks, mijn zus zit in Gouda en die zit in het 1e jaar en als je in het 1e jaar zit, moet je de stomste dingen doen!”
Paddo: „Het is veeeeeeeeeeeel te streng je kan geneens je eigen willetje doen.”
Ik: „Isj msgien wel gzellig mar j wort ok altyd op j vingers gekeken door leidinggevendeen.”
Sjampie: „Zo streng is het echt niet!!! je hebt echt nog heel veel vrijheid!!! de leiding zit ook niet heel de tijd op je te zeuren.. je hebt vaak heel veel lol met andere groepsgenootjes!”
Geschiedenis Driestar
Het internaat van de Driestar bestaat al 45 jaar. Per maand betalen de bewoners 185 euro, inclusief warme maaltijden. Op vrijwel elke kamer wonen twee studenten. In het weekend is het internaat gesloten, evenals in juli en augustus. Het internaat in Gouda heeft acht etages: twee jongensverdiepingen en zes meidenetages. Er wonen dan ook zo’n tachtig meisjes en twintig jongens.
Reacties (20)
| Marilou redacteur | maandag 21 januari 2008 - 18:47 | ![]() |
| aantal posts:531 | Lijkt me best leuk! xxx my | |



... Ten tweede heb ik er geen motivatie voor. Veel te gezellig om te kunnen leren. Veel internaatmensen redden het ook niet omdat ze er niks aan doen! Mensen die geen motivatie hebben: Ga niet naar t int.
Of ga gwoon tijdens de toetsweek naar huis...
natuurlijk is etage 3 ook gezellig maar etage 5 steekt er toch nog bovenuit
of stofzuigen in de gang omdat die bezaaid ligt met borrelnootjes en hagelslag of de deurklinken moet gaan schoonmaken omdat die onder de mosterd zitten enz.. maar achteraf is het best grappig! typisch studentenleven!