Yord herfst logo
Home      Zoeken      

Tastend het examen door

Veiligheid voor alles. Voordat Wim de Rooij de frees op de metalen staaf zet, gaat er een grote plastic bril op zijn neus. Praktijkexamens in het vmbo. „Voor arbotechnische zaken krijgen ze net zo veel punten als voor hun werkstuk. Dat is nooit eerder gebeurd.”

Veiligheid voor alles.

Veiligheid voor alles.



Voordat de kaderberoepsgerichte jongens van de Jacobus Fruytier Scholengemeenschap in Apeldoorn deze week een schroefvijzel maakten, hadden ze al het nodige achter de rug: een schets maken, die met een driedimensionaal pakket uitwerken tot tekening, een werkvoorbereiding schrijven, en toen pas kon het werkstuk vervaardigd worden. Daarna volgde de rapportage, onder meer met een mondelinge presentatie.

Teunis Meijers is als eerste klaar. Hij deed er „negen keer vijftig minuten” over. Trots toont hij zijn schroefvijzel. Het ding loopt als een lier; niets knarst.

Gerrit Goud gaat tasten. Tasten? Hij wijst op de computer naast de boor. Daarmee bepaalt hij de plaats waar de drie gaatjes in de metalen staaf geboord moeten worden. „Goed te doen”, vindt Gerrit.

Twee werkbanken verderop buigt Aalt Mulder zich diep over zijn tekening. Hij vindt het examen „best lastig”: het frasen, het tasten, en ook hoe hij nu op de draaibank verder moet.

Tekening
Bij elektrotechniek schroeft Martin Mekelenkamp met vaste hand een schakelaar op zijn werkbord. „Een relaisschakeling”, deelt hij mee alsof dat voor de verslaggever ook wel gesneden koek zal zijn: „Een drukknopschakelaar, dan de voeding aansluiten op de motor. Moet lukken. We hebben tijd zat.”

Meten, schroeven, draden trekken.

Meten, schroeven, draden trekken.

Barend van den Herik zaagt pijpjes. Pijpjes om draden doorheen te trekken. Tegen die tijd wordt de opdracht moeilijker. „Pijpjes zagen is makkelijk.”

Ook dit examen speelt zich slechts voor een deel af op het werkbord. Het maken van een AutoCAD-tekening, een offerte en een paar toetsen is minstens zo belangrijk. „Een veelzijdige opdracht van een goed niveau”, vat docent H. Boon samen.

Twee jongens, naast elkaar, hebben hun schakelaars op een verschillende hoogte vastgeschroefd. „De één heeft vanaf het plafond gemeten, de ander vanaf de rand. Daar worden ze niet zenuwachtig van”, weet Boon. „Het is maar een onderdeeltje van de 123 punten die ze kunnen halen.”

Het dak op
Anders dan bij elektra kunnen de jongens van de afdeling houtbewerking elkaars werk zien. En dat maakt hen soms in de war, lacht leraar M. J. van Driel. „Als iemand een fout maakt, zie je de buurman even aarzelen: doet hij het fout of ik?”

De jongens van ’hout’ maken een dak. Spanten stellen, dwarsbalken erop, platen ertegenaan. „In de basisberoepsgerichte leerweg moesten de examenkandidaten er ook nog goten langsmaken en pannen op leggen. Bij kaderberoeps is er minder tijd voor de praktijk. Daar speelt de theorie een veel grotere rol. De eerste anderhalve dag van het examen zaten de jongens achter de computer.”

Ze tekenden een dakconstructie. Voor hun werkstuk mogen ze echter een officiële tekening gebruiken, zodat eigen tekenfouten niet zichtbaar worden in hun dak. „Ze krijgen er 360 minuten voor. Ruim voldoende, maar ze zijn zo fanatiek dat ze in de pauze doorgaan. En als ze een boor in handen hebben, zijn ze niet meer te houden”, vertelt Van Driel.

Dak in opbouw: een precies karwei.

Dak in opbouw: een precies karwei.

De dichtstbijzijnde leerling lacht zuurzoet. Zojuist boorde hij vijf gaatjes. Op de verkeerde plaats.

Geroutineerd werpt hij het snoer over zijn schouder. „Dat moet”, zegt Van Driel. „Het snoer mag niet in de weg zitten als je schaaft of zaagt. Voor arbotechnische zaken krijgen ze net zo veel punten als voor hun werkstuk. Dat is nooit eerder gebeurd. Niet alleen het veilig werken wordt getoetst, ook de efficiency, het samenwerken, het inzicht. En de ict-vaardigheden; er zit veel computerwerk bij.”

Bij het examen voor het vak verzorging brengen de leerlingen 180 van de 310 minuten door in het computerlokaal. „Wel een beetje overdreven”, vindt docent A. van Renselaar.

Uien
In de keuken breekt gegil los als de fotograaf binnenkomt. „O, nee hè...” Handen, nog nat van de groente, frunniken aan kapsels.

Dan buigen de dames zich weer over spinazie, ui en ei. Een leerlinge houdt Van Renselaar een grote zeef voor zijn neus. „Moeten die paar kleine stukjes daarin?” De één vervaardigt een boerenomelet, de ander een Chinese omelet. Examen achter het fornuis. Straks eten de dames hun eigen werk op.

„Een omelet hebben we nog nooit gemaakt”, zegt Marije Beumer. Vakkundig deelt ze een wortel in partjes. „Vanmorgen zag ik best tegen het examen op, maar als je eenmaal bezig bent, gaat het wel.”

Omelet in de maak.

Omelet in de maak.

Een koele bries zorgt ervoor dat het uien snijden niet in een huilpartij eindigt. Een lerares draagt een blad met koffiekannen en grote koeken naar binnen. „Soms is het examen gewoon heel gezellig.”

Er zijn nog geen reacties geplaatst.