Onbegrip over pleidooi van Fruytierrector
Toelating moslims inzet discussie
APELDOORN - Het pleidooi van de Apeldoornse Fruytierrector ing. E. Klein om moslims op reformatorische scholen toe te laten, wekt verbazing en onbegrip in het reformatorisch onderwijs. „Waar denkt collega Klein moslims te vinden die de grondslag van een reformatorische school van harte onderschrijven? Die zijn er niet”, reageert Wartburgrector W. Büdgen.
Klein deed zijn suggestie maandag op de opiniepagina van het Nederlands Dagblad. Hij pleitte voor toelating van allochtonen op reformatorische scholen om op die manier bij te dragen aan de oplossing van het integratieprobleem. Aanvankelijk maakte Klein niet helder of hij ook moslimouders op het oog heeft. In een toelichtend interview woensdag zegt hij dat hij ook deze ouders bedoelt.
Tegelijk beklemtoont de Apeldoornse rector dat hij niet wil tornen aan de bestaande toelatingscriteria op reformatorische scholen. Die houden in dat ouders de grondslag van de school -de Bijbel en de Drie Formulieren van Enigheid- onderschrijven. Klein wil groepen moslims afwijzen, maar individuen toelaten.
Zijn collega W. Büdgen van het Rotterdamse Wartburgcollege heeft „grote vragen” bij het pleidooi van Klein in het ND. „Ik steun zijn verhaal voor zover het gaat om de vraag of reformatorische scholen medeverantwoordelijk zijn voor het oplossen van de integratieproblemen met allochtonen. Ik beantwoord die vraag ook met ja. Discussies over de vrijheid van onderwijs moeten niet alleen naar binnen gericht zijn, maar ook gaan over onze maatschappelijke taak. Maar ik begrijp niet welke moslimouders collega Klein op het oog heeft. Er zijn naar mijn idee geen moslims te vinden die de Bijbel en de Drie Formulieren van harte kunnen onderschrijven. Als ze dat wel kunnen, zijn het geen moslims meer.”
Büdgen vindt de opiniebijdrage van zijn collega „verschrikkelijk jammer.” „Klein suggereert in het ND een verruiming van het toelatingsbeleid, maar wil daar aan de andere kant niet aan tornen. Inhoudelijk klopt zijn betoog niet.”
Büdgen wijst erop dat er andere mogelijkheden zijn om als reformatorische school bij te dragen aan de integratie van allochtonen. „Wij brengen de leerlingen van onze scholen bewust in contact met andersdenkende leerlingen, ook moslims. Ze doen samen allerlei projecten, zowel binnen als buiten de school. We hebben daar goede ervaringen mee. De gezamenlijke activiteiten leiden over en weer tot meer begrip voor elkaars principes. Het is een moeilijk traject, waar we zoekend onze weg in gaan.”
Ook het bestuur van de Fruytier Scholengemeenschap reageert terughoudend op het opinieartikel in het ND. „Het toelatingsbeleid van de Fruytier verandert niet”, benadrukt voorzitter J. Kranendonk. „Dat zou in onze achterban niet goed vallen. Als bestuur en directie zitten we daarin op één lijn: ouders moeten de grondslag van de school onderschrijven. Dan zullen ze dus vrijwel altijd behoren tot een van de zes kerken in onze achterban. We laten slechts sporadisch leerlingen uit andere groeperingen toe. Met hun ouders wordt indringend gesproken als ze zich aanmelden.”
Het is niet aan de directie, maar aan het bestuur om te bepalen welke individuen worden toegelaten, zegt Kranendonk. „Laat heel duidelijk zijn dat een gezin dat islamitisch blijft, zijn kinderen niet naar onze school kan sturen. Dat blijft ongewijzigd. Alles wat we op school doen, moet getoetst kunnen worden aan wat Gods Woord zegt. De belevingswereld van moslims staat daar ver van af.”
Er zijn nog geen reacties geplaatst.