Petra Jongeneel - 28 mrt 2006 10:57 - Gewijzigd: 28 mrt 2006 10:57

Toekomstmuziek voor fluitiste

Toen Janice Brouwer (16) uit Emmeloord acht jaar was, deed ze klusjes voor haar moeder. Sinds haar elfde jaar brengt ze het RD rond. Van het verdiende geld kocht ze een dwarsfluit en betaalde ze haar fluitlessen.

Start: „Om precies te zijn, speel ik nu drie jaar en vier maanden dwarsfluit. Toen ik een jaar of vijf was hoorde ik met kerstfeest een paar meisjes dwarsfluiten. Dat is een gaaf instrument, dacht ik toen. Vanaf m’n achtste heb ik klusjes gedaan om daarmee geld te verdienen voor het bespelen van de dwarsfluit. Toen ik genoeg bij elkaar had gespaard, ben ik rond m’n elfde op les gegaan.”

Leuk: „Het spelen van snelle loopjes is leuk. En je bent lekker met je vingers bezig. Als ik dwarsfluit speel, kan ik ook echt m’n gevoel in de muziek kwijt.”

Lastig: „Bij snelle loopjes moet ik vingers heel snel bewegen. Da’s best lastig. Ook zijn hoge noten moeilijk. Je hebt dan te maken met moeilijke blaastechnieken. Dan moet je bijvoorbeeld met je mond een klein gaatje maken en dan blazen.”

Les: „Een keer per week heb ik twintig minuten les op de muziekschool. Ik oefen bijvoorbeeld toonladders met mollen of kruisen. En ik studeer stukken in voor mijn praktijkexamen. ’k Heb vorige week m’n C-theorie-examen gehad. Nu nog de praktijk. Elk jaar hebben we een voorspeelavond op de muziekschool. Dan mag publiek komen luisteren. Ook zit ik samen met zo’n twintig andere dwarsfluitisten op een fluitensemble. We hebben al een keer een uitvoering gegeven.”

Oefenen: „Ik speel meestal zo’n twee keer per week een uur lang. Op zaterdagmiddag en dinsdagavond. Dan moet ik er ook echt voor gaan zitten, anders bak ik er op les niks van. En dat zou ik jammer van m’n geld vinden.”

Kosten: „M’n dwarsfluit -een Yamaha- kostte zo’n 700 euro. Met elke week 7 euro lesgeld tikt dit behoorlijk aan. Maar ik heb een krantenwijk, daar betaal ik het lesgeld van.”

Familie: „M’n moeder speelt blokfluit en altfluit. M’n oudste broer is amuzikaal. M’n zusje daaronder staat op de wachtlijst voor viool. En de rest -ik ben de oudste van acht kinderen- is nog te jong om een instrument te bespelen.”

Favoriet muziekstuk: „Dat heb ik niet. Ik houd van klassieke werken van bijvoorbeeld Bach of Händel.

Toekomst: Na het vwo wil ik naar het conservatorium. Eerst de opleiding tot docerend en dan tot uitvoerend musicus.”