Petra Jongeneel - 14 mrt 2006 09:42 - Gewijzigd: 14 mrt 2006 09:42

Knallen op de stok van een carillon

Johan Nentjes (14) uit Kampen speelt als een echte beiaardier dagelijks op zijn carillon. „Als ik een hard geluid wil maken, knal ik keihard tegen de stok.”

Start: „Op de Kamper-uit-dag hoorde ik in de Nieuwe Toren in Kampen een carillon spelen. „Dat lijkt me leuk”, dacht ik toen. Er zijn op diverse plaatsen beiaardierscholen. Toen stond in de krant dat er op de muziekschool in Kampen beiaardierles zou komen. En nu speel ik al zo’n vijf jaar carillon.”

Leuk: „Er zit een mooi geluid in, echt zo’n klokkengeluid. En het is ook een uniek instrument. Wie speelt er nu carillon? Het oefenklavier lijkt wat op een xylofoon, klokkenspel. Daarboven hangen stokken die ik met de hand moet aanslaan. Telkens als het balletje van de stok een staafje raakt, ontstaat er een toon. Ik heb een oefenklavier met vijf octaven. Dat betekent dat ik daarmee veertig verschillende tonen kan maken.”

Lastig: „De technieken om de stokken goed aan te slaan, zijn soms lastig. Vooral de dynamiek. Om harde en zachte noten te maken, moet je heel goed letten op hoe je slaat. Wil je een hard geluid, dan knal je keihard tegen de stok.”

Les: „Eén keer per week krijg ik een halfuur les. Ik oefen elke dag ongeveer een kwartier. Soms wil het er nog wel eens bij inschieten. Maar dat houdt m’n moeder goed voor me in de gaten. Oh ja, het spelen van dubbele noten kan ook lastig zijn. Dan sla je bijvoorbeeld twee noten per hand aan, maar dat moet heel secuur. Met je voet kun je met de pedaal ook nog twee tonen maken.”

Kosten: „Ik speel nu op een oefenklavier dat ik leen van de muziekschool. Volgens mij is de nieuwwaarde ongeveer 400 euro. En dan heb je natuurlijk nog het lesgeld. Maar dat betalen mijn ouders.”

Concert: „Tijdens een open dag van de muziekschool heb ik op een rijdend carillon gespeeld. Ook heb ik met leerlingen van de muziekschool een carillonreisje gemaakt. We hebben toen in diverse steden carillons bekeken.”

Familie: „M’n moeder speelt piano en gitaar en m’n zusje dwarsfluit. M’n ene broer speelde eerst bariton -een soort trompet- en m’n andere broer hield van trommelen. Maar ze spelen geen van beiden meer. Met m’n moeder kan ik niet samenspelen, want ja, de piano kun je moeilijk naar boven slepen waar mijn oefenklavier staat. Soms speel ik wel eens liedjes van de radio mee. Gewoon even uitproberen. Dat is echt leuk.”