Spelen voor afwaskaboutertje
Zorgen zit Jacolien Hazeleger (24) uit Scherpenzeel in het bloed. Als klein meisje speelde ze zustertje voor haar ’zieke’ poppen. Tegenwoordig werkt ze in de extramurale zorg; daarin geeft ze thuiszorg aan bejaarden. „Ik zou geen beroep weten dat meer voldoening schenkt.”
Jacolien kookt, geeft planten water en wast af. Niet alleen in haar eigen huishouding, maar ook vier dagen in de week bij tientallen ouderen in de gemeente Woudenberg. De Scherpenzeelse biedt bejaarden die in aanmerking komen voor opname in een woon- en zorgcentrum thuis hulp. Jacolien: „Dat voorkomt voorlopig dat ze naar een verzorgingshuis moeten.”
Het werk in de extramurale zorg is volgens Jacolien heel afwisselend. „’s Ochtends help ik ouderen met wassen, aankleden en huishoudelijk werk. Ook doe ik verzorgende taken, zoals het verbinden van wonden en het toedienen van medicijnen.”
’s Middags overlegt Jacolien met collega’s over het werk, zet ze medicijnen uit voor de volgende dag en werkt ze de administratie bij. „Daar heb ik geen hekel aan. Gelukkig heb ik ’s middags ook tijd om bijvoorbeeld bij eenzame ouderen iets te drinken. Dat is heel gezellig.”
Brede studie
Hoewel Jacolien van jongs af aan graag voor anderen zorgt, heeft zij nog wel even getwijfeld tussen werken in een winkel en werken in de zorg. „Dat laatste trok me toch meer. Het leek me mooi om iets voor mijn medemens te kunnen betekenen.”
Jacolien besloot de driejarige opleiding voor verzorgende aan het Hoornbeeck College in Amersfoort te volgen. Een brede studie, waarmee ze in verschillende takken terecht kan. „Je kunt werken in de gehandicaptenzorg, kraamzorg, ouderenzorg en in de individuele gezondheidszorg, de IG. Aan het einde van het tweede jaar moet je een keuze maken.”
De toen 16-jarige studente voelde zich in het begin vooral aangetrokken tot de kraamzorg. „Het leek me geweldig om met die kleine baby’s te werken.” Toch bleek tijdens haar stage in de kraamzorg in het eerste jaar van de opleiding dat dit niet was wat ze ervan verwacht had. „Het is mooi om het begin van een nieuw leven van dichtbij mee te maken, maar moeder en kind hadden vaak genoeg aan elkaar. Ik moest dan het huishoudelijke werk doen. Dat viel me erg tegen.”
Persoonlijke zorg
Na een stage in verpleeghuis De Meent in Veenendaal was Jacoliens keuze voor IG snel gemaakt. „In een verpleeghuis is er ruimte voor persoonlijke zorg en aandacht voor de bewoners. Dat was wat ik wilde. Bovendien mag je als IG’er veel verpleegtechnische handelingen doen, zoals katheters plaatsen, injecties geven en medicijnen toedienen. Dat vind ik, naast het sociale aspect, heel interessant.”
Jacolien ervoer de opleiding als waardevol. „Qua theorie was die goed opgezet. De stages hadden van mij wat langer gemogen. Ik voelde me best onzeker tijdens mijn eerste baan.” Achteraf had de IG’er misschien liever de combinatie werken en leren gedaan. „Op die manier leer je theorie, die je in de praktijk direct kunt gebruiken. Het nadeel daarvan is dat je een minder onbezorgde schooltijd hebt. Je moet dan gelijk zo volwassen zijn.”
Waardering
Vanaf 2001 werkt Jacolien bij de extramurale zorg van stichting Zeisterwoude, een overkoepelende beheersstichting voor ouderenzorg. „Ik kwam erachter dat ik het best functioneer als ik zelfstandig werk. Wat dat betreft zit ik hier helemaal op mijn plek. Bovendien bevalt het me goed om vaak op pad te gaan. Ik zou niet meer de hele dag tussen vier muren kunnen werken.”
Als een van de leukste kanten van haar werk noemt Jacolien de waardering die ze ontvangt van haar cliënten. „Een mevrouw gaat altijd tussen de middag even weg om gezamenlijk te eten met andere bejaarden. Ik ga dan naar haar appartement om de afwas te doen. Als zij dan terugkomt van het eten, kan ze fijn gaan rusten. Die mevrouw noemt mij altijd haar afwaskaboutertje. Dat vind ik een heerlijk compliment.”
Jacolien ziet niet veel nadelen aan haar werk. „Soms kom ik minder tevreden cliënten tegen. Bij die mensen doe je niks goed. Ik probeer dan altijd te denken: Wat kan ik doen om hem of haar toch tevreden te stellen? Als me dat lukt, geeft dat heel veel voldoening.”
Is het niet moeilijk om als jongere altijd met ouderen om te moeten gaan? „Voor mij niet, voor de ouderen misschien wel. Je zult maar door zo’n jong grietje gewassen worden.”
Verzorgende niveau 3
- Opleidingsduur: drie jaar
- Vooropleiding: diploma vmbo, kaderberoepsgerichte, gemengde of theoretische leerweg. Ook scholieren met een diploma op niveau 2 of een bewijs van overgang naar havo-4 of vwo-4 kunnen naar deze opleiding.
- De opleiding kan gevolgd worden via de bol (hoofdzakelijk theorie) en de bbl (theorie en praktijk).