Onderzoek naar dalende vaccinatiegraad

Dat heeft zij donderdag geschreven aan de Tweede Kamer.

In 2016 daalde de gemiddelde vaccinatiegraad volgens het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) met een half procent. Voor het eerst kreeg minder dan 95 procent van de zuigelingen de zogeheten eerste BMR-vaccinatie tegen bof, mazelen en rode hond. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) is een norm van 95 procent nodig om het risico op een uitbraak van bijvoorbeeld een mazelenepidemie te minimaliseren. De deelname aan de tweede BMR-vaccinatie lag in Nederland al langer onder de 95 procent. De deelname aan de HPV-vaccinatie tegen baarmoederhalskanker is voor het eerst afgenomen, van 61 naar 53 procent.

De daling van de vaccinatiegraad is zichtbaar in alle GGD-regio’s en in gebieden met een hoog dan wel een laag aandeel SGP-stemmers bij de Tweede Kamerverkiezingen in 2017.

Voor de terugloop in vaccinatiegraad is volgens Schippers nog geen verklaring. De toename van het aandeel kinderen met een migratieachtergrond kan een van de oorzaken zijn, aldus het RIVM. Een verband tussen de afnemende deelname aan de HPV-vaccinaties en mediaberichten over vermeende bijwerkingen door HPV-vaccinatie, zoals chronische vermoeidheid of over mogelijke lijmresten in injectienaalden, ligt volgens het RIVM voor de hand.

Ook de bereikbaarheid van jeugdgezondheidsorganisaties, zoals het consultatiebureau, speelt mogelijk een rol.

Het RIVM noemt het belangrijk dat de inspanningen om een hoge vaccinatiegraad te bereiken, worden voortgezet. Schippers wil dan ook uitgezocht hebben of de daling samenhangt met oorzaken „op sociaal maatschappelijk terrein.” De onderzoekers moeten ook adviseren wat de beste manier is om ongefundeerde angst voor vaccinaties en vermeende bijwerkingen weg te nemen. Het advies wordt in december verwacht.

Dat de vaccinatiegraad onder bevindelijk gereformeerden in Nederland lijkt toe te nemen, noemt het RIVM positief.

Onderzoek naar dalende vaccinatiegraad

Politiek

RD.nl in uw mailbox?