Dienend nabij, van wieg tot graf
De donkere oogjes van de baby die de kerk in keek, vergeet ik niet snel. Een klein jongetje op de arm van zijn dankbare moeder.
In een aantal columns geeft de hersteld hervormde kandidaat A. S. Middelkoop een blik achter de schermen, onderweg naar de pastorie van Sint-Annaland.
De donkere oogjes van de baby die de kerk in keek, vergeet ik niet snel. Een klein jongetje op de arm van zijn dankbare moeder.
„Voelt uw vrouw zich al een beetje thuis in ons dorp?” Deze vraag krijg ik geregeld tijdens bezoeken.
Wat doe je op de ochtend van je bevestiging en intrede in een eerste gemeente? Ik heb verhuisdozen staan ordenen.
Samen aten we friet op een bankje aan de haven van Sint-Annaland. Mijn broer, neefje en ik.
„Gisteren was je collega hier”, zei ze bij het serveren van een bak koffie. Naast haar stond een pop in predikantentoga.
Een beroep aannemen betekent verhuizen. Een herder dient bij de schapen te wonen. Te midden van de gemeenschap.
Er zijn telefoontjes die je niet vergeet. Vanaf dat moment is er sprake van ”daarvoor” en ”daarna”. Voor mijn vrouw Paulien en mij betrof dit een oproep uit Sint-Annaland. Waarbij de scriba meedeelde dat de kerkenraad van de hersteld hervormde gemeente te Sint-Annaland voornemens was om een beroep op mij uit te brengen.