Ds. L. Boone

Artikelen over ds. L. Boone.

Alle artikelen met deze tag

Ds. L. Boone

Ds. L. (Laurens) Boone werd op 1 nov. 1860 te Wolphaartsdijk op Zuid-Beveland geboren. Na op verschillende plaatsen gewerkt te hebben, werd hij te Biezelinge boerenknecht. Op 18-jarige leeftijd trad hij in het huwelijk; hij verdiende toen niet veel en leed grote armoede. Hoewel zijn ouders Afgescheidenen waren en hij in die geest opgevoed was, ging hij later nooit naar de kerk, alhoewel hij wel eens bepaald werd bij zonde en eeuwigheid.

In 1881 echter zou de tijd aanbreken “dat de Heere hem een haak in de neus en een bit in de mond zou leggen”. Vier jaar later sprak hij eens op een begrafenis een stichtelijk woordje, hetwelk het gevolg had dat hij op verzoek in de Hervormde Kerk te Schore ging oefenen. Maar daar hij geen hervormd lidmaat wilde worden, oefende hij later in een vrije kring (de zg. Tente der Samenkomst) te Kattendijke, waar voordien Gornelis Dominicus oefende. In die tijd kreeg hij connecties met de “Ledeboeriaanse” gemeente te Yerseke van welke gemeente hij toen weldra lid werd. Al gauw daarna werd hij op een classicale vergadering van die gemeenten onderzocht naar zijn bekering en roeping tot het predikambt. Hem werd toegestaan om in de gemeenten een stichtelijk woord te spreken.

In juli 1889 werd hij oefenaar in dienst van de gemeente te Borssele en vanaf september 1890 te Krabbendijke. In december 1899 werd hij als predikant te Terneuzen beroepen, welk beroep hij aannam. Na onderzoek op de classicale vergadering werd hij toegelaten als leraar volgens art. 8 DKO. Op Tweede Kerstdag 1899 werd hij door ds. David Janse in het ambt bevestigd met de tekst 1 Petrus 4:10 en 11. Zijn intredepreek was uit Psalm 126:5 en 6.

In 1904 nam hij een beroep aan van de gemeente te Sint-Philipsland, alwaar ds. Beversluis te Rotterdam hem op 17 maart bevestigde. Deze gemeente diende hij tot 16 augustus 1934, toen de algemene vergadering der Oud Gereformeerde Gemeenten hem eervol emeritaat verleende. Nadien ging zijn gezondheidstoestand langzaam maar zeker achteruit, totdat hij op 25 april 1935 overleed.