Wegwijs ’98

H. van Groningen op bijeenkomst over geloofsbeleving:

Niet alleen om nieuw hart bidden

Door M.M.C. van der Wind-Baauw
UTRECHT – „Jullie hebben het vast wel eens meegemaakt. Je bezoekt de kerstviering van de zondagsschool en de juffrouw zegt: Je mag alles wat je gehoord hebt vanavond weer vergeten, als jullie maar één ding onthouden. Weten jullie wat dat is? Alle vingers gaan omhoog. En de kinderen zeggen: Dat we om een nieuw hartje vragen, juf”.

Maar is het alleen de oproep tot het bidden om een nieuw hart die wij elkaar door moeten geven? Voor deze vraag plaatste de heer H. van Groningen, maatschappelijk werker bij stichting De Vluchtheuvel, gisteren ongeveer honderd jongeren. Hij sprak op een door uitgeverij Groen en stichting Chris georganiseerde jongerenbijeenkomst tijdens de gezinsbeurs Wegwijs in Utrecht over de vraag: “Wat betekent geloofsbeleving voor jou?”. Na afloop van de bijeenkomst vulden de jongelui een enquête van de stichting Chris over geloofsbeleving in.

„Op de vraag hoe je aan het geloof komt, zal men zeggen: Je moet maar veel in de Bijbel lezen, trouw naar de kerk gaan en vooral bidden om een nieuw hart. Ik wil van jullie wel eens horen”, daagde hij de jongeren uit, „waar dat in de Bijbel staat”. In Marcus 1 vat de Heere Jezus Zelf Zijn prediking samen. Zegt Hij dan dat de mensen maar veel om een nieuw hart moeten bidden? Nee. Hij zegt: Bekeert u”.

Dat is volgens de maatschappelijk werker niet remonstrants. „God kent jouw naam persoonlijk. Hij zegt: Ik wil ook jouw God zijn. Als je dat echt ziet, dan breekt je hart, dan belijd je hartelijk je zonden. Alleen in Jezus ligt het behoud. Zie op Hem, zie als het volk Israël op de koperen slang”.

Bidden om een nieuw hart is natuurlijk niet verkeerd, gaf Van Groningen toe. „Maar in de prediking moet ten minste worden uitgelegd wat dat dan is. En ook de andere kant moet aan de orde komen. Jezus bidt ook om jouw hart. Hij wil het schoonmaken”.

Paulusbekering
Een bekering gaat altijd door de liefde, stelde Van Groningen. Ook een Paulusbekering. „Waardoor wordt Paulus bekeerd? Niet door een bliksemstraal, maar omdat Jezus vraagt: Saul, Saul, wat vervolgt gij mij? Dat is toch geen donderwoord”.

Dat je gelooft, kun je zeker weten, hield Van Groningen de jongeren voor. Aan de vruchten kun je dat zien. Wat die vruchten van nieuw leven zijn? Dat je andere kleren gaat dragen en je haar anders gaat doen? Misschien. Dat kan. Maar dat is niet de kern. Ten diepste verandert je hele leven. Je raakt anders geïnteresseerd. Je leven wordt gericht op de Heere Jezus. Hem te kennen is het allerhoogst en eeuwig goed”.

Dan is het niet zo, beklemtoonde Van Groningen, dat ik geloof als ik het voel. „Maar omdat ik op Hem bouw, voel ik het ook. Een waar geloof in Christus is de enige vastheid. Heb je al eens een blik van Zijn ogen ervaren? Het is belangrijk dat van de Heere Jezus hoog wordt opgegeven”.

Tijdens de forumdiscussie onderstreepte J. H. Mauritz, directeur van de Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten (JBGG), het belang van het Woord. Als antwoord op de vraag hoe je aan het geloof komt, voegde hij eraan toe dat het mogelijk is dat je jaloers wordt op andere mensen. „Omdat zij iets hebben dat ik mis”.

Drs. R. J. Hondsmerk van de stichting Chris stelde onder andere de vraag: Wat doe ik met dagen zonder gevoel? Van Groningen: „Mensen zijn mijns inziens te veel gericht op het gevoel. Ben je ermee bezig, dan komt het juist niet. Richt je je op wat de Heere zegt, dan komt het gevoel erachteraan”.

Voorwaarden
Hoe moet het, vroeg een van de jongeren, als je in de prediking hoort dat je aan allerlei voorwaarden moet voldoen? De maatschappelijk werker adviseerde een verhelderend gesprek met de predikant aan te gaan. Er is op dit punt wel eens verwarring, stelde hij. „Je krijgt de indruk dat het om voorwaarden gaat. Je moet eerst berouw hebben, eerst zondenbesef. Maar dat zijn vruchten. Dat zal jouw predikant ook zeggen als je daar met hem over spreekt. Ik zelf geloof niet dat het goedkoop is om te zeggen dat God barmhartig is”.

Mauritz stelde dat wanneer je het over besef van berouw hebt, het wel gaat om een weg. En die weg moet je leren. Van Groningen: „Inderdaad, het is geen eenmalig moment van berouw. Iedere dag is weer verzoening door het werk van de Heere Jezus nodig. Berouw hebben betekent een leven van boetvaardigheid leiden. Een innige geloofsverbondenheid met de Heere Jezus uit zich volgens mij altijd in ootmoed, ootmoed en nog eens ootmoed”. Hij zette dan ook zijn vraagtekens bij mensen die heel blijmoedig over Jezus spreken zonder dat er sprake is van enig berouw, boetvaardigheid of verwondering.