Wetenschap 15 juni 1999

Bombardementen ecologische ramp voor Joegoslavië

Bluswater Balkanbrand smaakt bitter

Door S. M. de Bruijn
Terwijl Nederland zich sappel maakt om een paar spetters dioxine in Belgische eieren, likt Belgrado z'n wonden. Terwijl premier Dehaene het hoofd in de schoot legt vanwege de gifkippen, maakt Milosevic de balans op van een bijna drie maanden durende regen van dood en verderf zaaiende bommen. Geen burgerdoelen, beweert de NAVO. Het bondgenootschap wringt zich in allerlei bochten om afzwaaiers en andere missers recht te breien. Intussen veroorzaakt de nasmeulende Balkanbrand een radioactieve en chemische cocktail die als een verstikkende maar onzichtbare deken Zuid-Europa bedekt. Volgende week donderdag vergaderen de Europese milieuministers over de ecologische ramp.

Waar gehakt wordt, vallen spaanders. Van het begin van de bombardementen op 24 maart tot de stopzetting ervan vorige week, heeft de NAVO 35.219 vluchten boven Joegoslavië uitgevoerd. Hierbij is naar schatting zo'n 12 miljoen kilo aan explosieven afgeworpen. Duizenden mensen lieten daarbij het leven, vele gebouwen, fabrieken, bruggen en verbindingen werden verwoest. Daar bleef het niet bij: een elektrotechnisch ingenieur uit Belgrado, Nikola Zarecki, maakte een inventarisatie van de schade die de oorlog aan het milieu heeft toegebracht.

Hoewel de rookwolken boven de gebombardeerde chemische industrie veelvuldig de westerse media haalden, is er een onopvallend gevaar dat minstens zo bedreigend is. Op 3 mei gaf het Pentagon toe dat in de strijd met Joegoslavië gebruik werd gemaakt van kogels die verzwaard zijn met verarmd uranium. Uranium is een extreem zwaar metaal, met een soortelijk gewicht dat 1,7 maal zo hoog is als dat van lood. Kogels met uranium hebben daardoor een veel zwaardere inslag. Het hoge soortelijk gewicht is ook de reden waarom uranium toegepast wordt als ballast in vliegtuigen, zoals in het El Al-toestel dat verongelukte in de Bijlmermeer.

Sigarettenvloeitje
Verarmd uranium is een afvalproduct dat ontstaat bij het verrijken van uranium voor gebruik in kerncentrales of voor kernwapens. Daarom is het goedkoop, de VS hebben een voorraad van meer dan 500.000 ton. Het verarmde uranium is maar half zo radioactief als natuurlijk uranium en lijkt op het eerste gezicht ongevaarlijk. De alfadeeltjes die het uitstraalt zijn weliswaar heel gevaarlijk, maar de dracht ervan, het doordringend vermogen, is zeer gering. Een sigarettenvloeitje is al voldoende om de straling tegen te houden.

Het gevaar zit vooral in het inhaleren van kleine deeltjes van het uranium, die in de longen terechtkomen en daar levenslang het omringende weefsel bestralen. Als een met uranium verzwaarde granaat een tank of een ander hard voorwerp raakt, oxideert het uranium en ontsnapt een groot deel ervan –volgens sommigen tot 80 procent van het gewicht– in de vorm van kleine stofdeeltjes, ter grootte van ongeveer een duizendste millimeter, die kunnen doordringen tot in de diepste vertakkingen van de longen. Het uranium is niet alleen radioactief maar ook giftig, het is een van de zware metalen.

De deeltjes zijn zo klein dat ze zich verspreiden over vele tientallen kilometers. Ze breken slechts zeer langzaam af: na 4,5 miljard jaar is de helft ervan verdwenen. De producten die daarbij ontstaan, zijn nog gevaarlijker dan het uranium zelf. Eén 120-mm-granaat bevat 3 kilo uranium. Boven Joegoslavië is het vooral toegepast in de antitankgranaten van de A-10 Warthog-vliegtuigen. Zo'n toestel kan 4200 30-mm-granaten per minuut uitspuwen. In totaal moeten enkele duizenden kilo's uraniumoxide in de lucht zijn vrijgekomen, becijfert John Donne van het Britse Coghill Research Laboratories. Eén geïnhaleerd stofdeeltje veroorzaakt eenzelfde stralingseffect als wanneer elk uur een röntgenfoto van de borstkas wordt gemaakt, rekent hij voor.

BBC
Het ietwat omstreden instituut bond begin mei de strijd aan met de Britse omroep BBC, die geen melding wilde maken van de dubbel gevaarlijke munitie. Het laboratorium wilde zelfs een aanklacht indienen bij het oorlogstribunaal in Den Haag, vanwege het verzwijgen van zulke belangrijke informatie. De BBC citeerde slechts woordvoerder Shea, die niet wilde ingaan op het gebruik van verarmd uranium. „Dat is een operationele kwestie, daar geef ik geen antwoord op”, zei hij. Daarnaast liet de BBC de voorzitter van het Lagerhuis, mevrouw Beckett, zeggen dat de beweringen puur op speculaties berustten. Pas vorige week maandag verschenen bij de BBC de eerste reportages waarin het gebruik van verarmd uranium werd toegegeven.

Het is de derde keer in de geschiedenis dat in oorlogen verarmd uranium wordt toegepast; het gebeurde eerder tijdens de Golfoorlog en –op beperkte schaal– in Bosnië. Juist die Golfoorlog is de reden waarom in de Verenigde Staten grote onrust is ontstaan over deze wapens: ze zouden mede de veroorzaker zijn van het Golfoorlogsyndroom waaraan tienduizenden veteranen lijden – een syndroom dat ook gelijkenis vertoont met de klachten die Bijlmerbewoners hebben geuit. Evenals in Nederland, heeft in de Verenigde Staten een felle discussie gewoed over de echte oorzaak van deze ziekteverschijnselen. Dat verarmd uranium er de oorzaak van is, is niet bewezen; critici wijzen erop dat de Amerikaanse overheid niet eens de moeite heeft genomen om veteranen lichamelijk te onderzoeken op de aanwezigheid van uranium. Waar hebben we dit meer gehoord?

Naar schatting is in Irak tussen de 350 en 750 ton verarmd uranium 'rondgestrooid'. In Basra, in het zuiden van Irak, is het aantal gevallen van kanker, leukemie en het aantal miskramen zes tot zeven keer hoger dan normaal. Artsen beschreven gevallen van kinderen die poppetjes maakten van de granaatscherven, of ze verzamelden, en daarna leukemie ontwikkelden. Ze schatten dat het aantal sterfgevallen door kanker in Irak en onder de veteranen zal oplopen tot 20.000 of zelfs 100.000. Het gebruik van verarmd uranium in Joegoslavië is nu toegegeven, maar de media hebben er nog nauwelijks aandacht aan besteed. Het Joegoslavisch tv-station RTS meldt dat de hoeveelheid radioactieve achtergrondstraling in Belgrado en in Kosovo abnormaal hoog is. Onafhankelijke metingen zullen moeten volgen.

Mosterdgas
Een andere 'kernramp' bleeft Joegoslavië op het nippertje bespaard. Tijdens de eerste nacht van de bombardementen kwamen granaten terecht in Grocka, vlak bij Belgrado, enkele kilometers naast de grootste kernreactor van Joegoslavië. Het Westen wist van niets, want generaal Clark wilde geen namen noemen van specifieke doelen. Pas vorige week bleek, tijdens een inspectie van het Weense internationaal atoomenergie genootschap IEAE, dat de opslagruimtes van radioactief materiaal dit en andere bombardementen ongeschonden hadden overleefd. Geen tweede Tsjernobyl.

Zo'n zelfde ”narrow escape” overkwam de Joegoslaven op de 25e dag van de bombardementen, „een zeer succesvolle dag van luchtoperaties” volgens NAVO-woordvoerder Shea. In Baric, 25 kilometer ten zuidwesten van Belgrado, werden vier krachtige inslagen gehoord, maar de grote chemische fabriek bleef gespaard. Circa 180 ton waterstoffluoride, bedoeld voor de productie van wasmiddelen, bleef braaf in de tank. Was deze geëxplodeerd, dan zou dat een dodelijke gifwolk met een straal van 30 kilometer veroorzaakt hebben.

Minder goed liep het af met de omwonenden van de petrochemische industrie in Pancevo, een stad 15 kilometer ten noordoosten van Belgrado, waar ook een kunstmestfabriek en een olieraffinaderij zijn gevestigd. In de maand april was een fabriek voor vinylchloride twee keer het doelwit van NAVO-straaljagers. Het kankerverwekkende vinylchloride –gewoonlijk gebruikt voor de productie van pvc (polyvinylchloride)– veroorzaakt schade aan lever en nieren. De fabriek produceert 300 ton vinylchloride per dag. De productiefaciliteiten en de opslagtanks werden geraakt terwijl het volop in bedrijf was.

Een enorme explosie was het gevolg. Een wolk van rook en gas, vele tientallen meters hoog, ontsnapte, waarbij de giftige gassen fosgeen (mosterdgas), chloor, ethyleendichloride en vinylchloride vrijkwamen. Omgerekend 20 ton vloeibaar chloor kwam terecht in de atmosfeer. De wolk bedreigde de 120.000 inwoners van Pancevo en indirect ook de 2 miljoen inwoners van Belgrado.

Violeta Orlovic van het Instituut voor Natuurbescherming van Servië zegt dat het gehalte aan giftige stoffen in de lucht duizend keer hoger was dan de toegestane waarde. Het ministerie van Gezondheid had onvoldoende gasmaskers in voorraad, en de inwoners werd aangeraden te ademen door een zakdoek die was gedrenkt in natriumbicarbonaat. Desondanks maakten enkele duizenden inwoners melding van misselijkheid en duizeligheid.

Op 15 april bombardeerde de NAVO de kunstmestfabriek van Pancevo. Een van de inslagen schampte een tank met 20.000 ton vloeibaar ammonia. Als die in vlammen was opgegaan, zegt directeur Miralem Dzindo, zou een groot deel van Belgrado vergiftigd zijn.

Donau
Servië heeft een van de uitgebreidste ondergrondse watersystemen van Europa. De verontreiniging van deze vitale waterbronnen heeft gevolgen die zich uitstrekken tot aan de Zwarte Zee. De NAVO heeft 70 procent van alle olieraffinaderijen vernietigd, in totaal 30 procent van de capaciteit van het land, waardoor nu kilometerslange olievlekken op de Donau drijven. Er zijn vlekken geconstateerd van 15 kilometer lang en 400 meter breed.

Olie is niet de enige bedreiging van de watervoorraad van de Balkan. In het al eerder genoemde Pancevo besloten ingenieurs van een petrochemisch bedrijf de inhoud van diverse opslagtanks in de rivier te lozen, om zodoende een ramp door een explosie te voorkomen. In totaal stroomden 1400 ton van het kankerverwekkende ethyleendichloride, 800 ton sterk geconcentreerd (33 procent) zoutzuur, grote hoeveelheden kwik en 3000 ton loog de Donau in. Deze 'grenzeloze' verontreiniging beweegt zich stroomafwaarts, in de richting van Roemenië en Bulgarije.

Een bombardement op de Zastava-autofabriek in Kragujevac veroorzaakte een verontreiniging van de Velika Moravarivier –een van de belangrijkste zijrivieren van de Donau– met enkele tonnen pyraleen. Een kleine hoeveelheid daarvan is voldoende om miljoenen liters water te verontreinigen. Ongeveer 10 miljoen mensen in de Balkan zijn voor hun drinkwater afhankelijk van de Donau.

Talloze andere fabrieken werden getroffen. Zarecki noemt de chemische fabriek in Lucani en in Sremcica, een voorstad van Belgrado, de farmaceutische fabrieken Galenika in Belgrado en Zdravlje in Leskovac en een plasticfabriek in Pristina.

Dioxine
Het bombarderen van chemische fabrieken en het gebruik van verarmd uranium vormen nog maar een deel van de verontreinigingen. Daar komt nog bij de uitstoot van verbrandingsgassen door de circa 1100 vliegtuigen die boven Joegoslavië gebruikt zijn, en de zware oliebranden. „Meer dan honderd verschillende giftige stoffen vervuilen water, lucht en bodem en brengen het hele ecosysteem van de Balkan in gevaar”, zegt dr. Luka Radoja, wetenschapper van de Nieuwe Groenen in Joegoslavië. De hoofdinspecteur van het Macedonische ministerie voor Milieu, Miroslav Baburski, beweert dat de furanen en dioxines die bij de bomexplosies vrijgekomen zijn, Macedonië binnentrekken door de lucht en via de rivier de Lepenec. In het noorden van Griekenland is een sterk verhoogd dioxinegehaltes in de lucht gemeten.

Geconfronteerd met de zware rookwolken die opstegen vanuit een gebombardeerde fabriek, en gevraagd naar de gevolgen voor de omwonenden, antwoordde de NAVO dat de door de Serviërs in brand gestoken dorpen in Kosovo meer rook veroorzaakten. Inderdaad moet ook de ecologische catastrofe die zich nu en in de nabije toekomst op de Balkan voltrekt, uiteindelijk op het conto van Milosevic geschreven worden, zelfs het gebruik van munitie met verarmd uranium. Daar komt bij dat het in het belang van Milosevic is om de milieuramp te overdrijven, zoals het Wereld Natuurfonds vermoedt. Toch verdient het beeld dat burgerslachtoffers van de kant van de NAVO alleen veroorzaakt zijn door incidenten en afzwaaiers, enige bijstelling.