Wetenschap 12 december 2000

Vergelijking van klassieke kerktelefonie en drie alternatieven

ISDN-inbelcentrale

Omdat kerktelefoon via kabel of internet in de rechterflank van de gereformeerde gezindte met argusogen bekeken wordt, is er veel belangstelling voor enkele bedrijven die via gewone telefonie een alternatief voor de kerktelefoon aanbieden. Dat gebeurt met een zogenaamd inbelsysteem: de kerk koopt een ISDN-telefooncentrale zoals bedrijven die ook gebruiken, maar dan uitgerust met een speciale functie: de vergaderschakeling, waarmee een groep bellers hetzelfde signaal hoort. De kerk neemt bij KPN een abonnement voor bijvoorbeeld dertig lijnen, zodat dertig abonnees –via hun gewone telefoonabonnement– gelijktijdig naar deze centrale kunnen bellen. De centrale ontvangt het signaal van de geluidsversterker en geeft dat aan alle luisteraars gelijktijdig door.

Dit systeem bestond eerder in eenvoudige vorm: de Gereformeerde Gemeente in Opheusden gebruikt het sinds 1993. Dat was toen al interessant, omdat de dure trunkaansluitingen vervielen. Inmiddels is er flink aan het systeem gesleuteld en is de inbelcentrale nu een technisch goed werkende oplossing.

Belangrijk nadeel is dat er een flinke startinvestering nodig is, terwijl ook de maandelijkse kosten hoog zijn. De luisteraar betaalt zijn eigen telefoonabonnement –dat hij in de regel al heeft– en de belminuten; de kerk heeft ook een abonnement nodig voor de tientallen lijnen, en bovendien een dure centrale.

'Dichtbekerkte' gebieden kunnen problemen opleveren. In een rapportage zegt KPN over dit systeem dat in de delen van het land met een hoge concentratie aan luisteraars de netwerkcapaciteit van het telecombedrijf onvoldoende zal zijn om zo veel gesprekken tegelijkertijd aan te kunnen. Dat is geen probleem voor de eerste kerk in een gebied die op dit systeem overstapt, maar de volgende kerk doet er goed aan eerst te informeren naar de (on)mogelijkheden. Om deze en andere redenen ziet KPN dan ook weinig brood in de inbelcentrales als alternatief. Opvallend, omdat het bedrijf hier veel meer winst op zou maken als aan kerktelefoon via internet of kabel.

Toekomst ISDN
Een addertje onder het gras is de onduidelijkheid over de toekomst van ISDN. Op dit moment begint ISDN in te burgeren en het ziet ernaar uit dat het binnenkort de standaarddienst van KPN is. Toch moeten kerken die nu een grote investering willen doen, beseffen dat KPN alweer de opvolger van ISDN, namelijk ADSL, aan het promoten is. De klassieke kerktelefoon heeft 85 jaar dienst gedaan, maar het is onwaarschijnlijk dat de huidige opvolgers tientallen jaren zullen functioneren. Dat het telecomlandschap snel wijzigt, blijkt wel uit de geschiedenis van de gsm: deze vorm van mobiele telefonie is begonnen in 1991, maar is nu al over zijn hoogtepunt heen en zal binnen twee jaar opgevolgd worden door UMTS. In het vaste net zullen de wijzigingen minder snel gaan, maar toch is het raadzaam de investeringen over een niet te lange termijn af te schrijven.

Om de kosten te beperken, biedt een van de bedrijven, Pellegrom Telecom, de mogelijkheid een centrale op halve capaciteit te kopen en de diensten op twee verschillende tijdstippen uit te zenden. De preken blijven bewaard op de harde schijf van een computer. Heeft een gemeente zestig abonnees, dan volstaat één ISDN-30-centrale om de eerste dertig luisteraars om tien uur de ochtenddienst te laten horen en de tweede groep van dertig luisteraars om twaalf uur. Zo'n aanpak halveert de investering. Pellegrom heeft het systeem nog niet geleverd, „maar er zijn al serieuze belangstellenden voor.”

Een nog geavanceerder –en duurder– systeem van Pellegrom werkt met een voice-responssysteem. Een luisteraar die op een willekeurig moment inbelt, krijgt een menu te horen en kan kiezen welke preek hij of zij wil beluisteren, bijvoorbeeld: „Wilt u de dienst van zondagmorgen horen, toets een 1; wilt u de dienst van zondagmorgen horen, toets een 2, wilt u een dienst van een vorige zondag horen, toets een 3.”

Kerkenraden hebben voor dit systeem nog weinig belangstelling, zegt Pellegrom. Van Tilburg dan de LOK ziet ook een minpuntje aan deze oplossingen. „De kern van kerktelefoon is dat je de samenkomst van de gemeente gelijktijdig meeviert. Dat er daarnaast andere mogelijkheden zijn, geeft het een extra dimensie, die ik op zichzelf zeer hoog acht, maar het is wel iets anders dan kerktelefoon. Het is te vergelijken met het verspreiden van bandjes.”

In principe is elk aantal lijnen dat een kerk wil, mogelijk. Zijn er 66 abonnees dan bestaat de complete installatie uit twee ISDN-30-centrales en drie ISDN-2-lijnen. Bij 76 abonnees is dat lastiger, want het grote aantal IDSN-2-lijnen maakt de installatie duur. Dan is het voordeliger om drie ISDN-30-centrales te kopen, zeker in situaties waar de gemeente groeit. De laatste ISDN-30-centrale is relatief het duurst omdat zij niet volledig benut wordt.

Flexibel
Net als bij kerktelefoon via kabel of internet, is de inbelcentrale een flexibel systeem: een nieuwe aansluiting voor de zondag is in principe nog op zaterdagavond te regelen, en inbellen vanuit het ziekenhuis of zelfs vanuit Canada is mogelijk.

Leverancier DVC onderscheidt zich daarin van zijn concurrenten. De inbelcentrale van DVC is duurder omdat het bedrijf ook de mogelijkheid van nummergroepering biedt. Dat betekent dat alle kerktelefoonabonnees naar hetzelfde nummer bellen, terwijl bij de andere systemen elke abonnee een apart nummer toegewezen krijgt. Het groepsnummersysteem maakt de centrale flexibeler en goedkoper, want een kerk kan ervoor kiezen iets minder lijnen te kopen dan daadwerkelijk nodig zijn, omdat in de praktijk niet iedere abonnee elke zondag inbelt.

Kerken zullen in het algemeen de telefoonnummers geheim willen houden, want anders zouden onbevoegden lijnen bezet kunnen houden. Het nummer zit dus 'verstopt' in een automatische nummerkiezer. Nadeel daarvan is dat de abonnee niet gebruik kan maken van het lagere tarief dat KPN biedt voor voordeelnummers. Leverancier Pellegrom biedt daarom de mogelijkheid van een pincode voor de nummerkiezer: iemand die naar de kerk belt, moet vervolgens een code intoetsen om de telefooncentrale binnen te komen. Dan zijn voordeelnummers wel mogelijk.

De centrale die Wesotronic levert, lijkt op de eenvoudige variant van die van Pellegrom, al heeft Wesotronic alles in één kast ondergebracht, waar aan de ene kant de geluidsinstallatie van de kerk aan gekoppeld wordt en aan de andere kant de uitgang naar de telefooncentrale.

Wat betreft de apparatuur bij de luisteraars, noemen de bedrijven ook de mogelijkheid van een handsfree-telefoon. Die is weliswaar goedkoper dan een nieuw luidsprekerkastje, maar de kwaliteit van het geluid is vaak matig en het volume te laag.