Wetenschap 21 november 2000

Bestrijdingsmiddelen in fruit gevaarlijk voor kinderen

Bron van vitamines en gifresten

Door Janneke Hak
„Druiven, daar kan ik wel een kilo van op.” Die uitroep is misschien wat overdreven, maar echte druivenfans werken toch al gauw een pond per dag weg. Fruit is gezond en tijdens het seizoen moet ik mijn kansen waarnemen, denkt de druivenliefhebber terwijl hij in het voorbijgaan een handvol van de schaal pikt. De Consumentenbond plaatst een kanttekening bij deze gedachtegang.

Zenuwgif is de boosdoener. Veel groente en fruit is besmet met dit middel dat ingezet wordt voor de verdelging van insecten. Het bestrijdingsmiddel veroorzaakt bij het ongedierte verlammingsverschijnselen en de dood doordat het de zenuwprikkeloverdracht in de hersenen verstoort. Hetzelfde proces heeft plaats in de hersenen van mensen die restanten zenuwgif binnen krijgen.

Italiaanse druiven, Franse appels en Hollandse spinazie bevatten de meeste gifresten. Ook perziken, appelproducten zoals appelmoes en appelsap, popcorn, peren en aardbeien hebben een slechte naam, zo blijkt uit een rapport dat de Consumentenbond samen met de Stichting Natuur en Milieu eerder deze maand presenteerde. Voor het onderzoek is gebruik gemaakt van gegevens uit de periode 1997-1999, verzameld door de Keuringsdienst van Waren.

Optellen
Om te voorkomen dat verontreinigde gewassen ongestraft over de toonbank gaan, is in Europa een norm ingesteld. Maar de grens ligt volgens Sicco Louw van de Consumentenbond veel te hoog. „In Nederland kennen we een norm waarin per bestrijdingsmiddel beschreven staat hoeveel ervan in een product aanwezig mag zijn. Er bestaan veertig verschillende soorten bestrijdingsmiddelen met een neurotoxische werking. Voor al die middelen gelden afzonderlijke waarden, terwijl je volgens ons moet bekijken wat het totale gehalte van gifresten is dat de consument dagelijks binnenkrijgt. Veel gifsoorten hebben hetzelfde werkingsmechanisme, ze remmen de afbraak van de neurotransmitter acetylcholine die de zenuwprikkeloverdracht reguleert. Daarom moeten de effecten bij elkaar worden opgeteld.”

Voor kleine kinderen is het gezondheidsrisico het hoogst. In de eerste levensjaren ontwikkelen het zenuwstelsel en de hersenen zich extra snel. Louw: „De Europese overheid vindt de extra gevoeligheid van kinderen vergezocht. De Amerikaanse regelgeving houdt echter wel rekening met deze gegevens. Daar mogen tien keer zo weinig resten van neurotoxisch gif voorkomen in groente en fruit. De Consumentenbond gaat ervan uit dat de Amerikaanse norm veilig is.”

Bovendien eten kinderen minder gevarieerd dan volwassenen en naar verhouding consumeren zij veel fruit, zodat zij gemiddeld twee keer zo veel gif binnenkrijgen als volwassenen.

Hyperactiviteit
Nederlandse kinderen van één tot zes jaar krijgen gemiddeld over een lange periode zeventien keer meer bestrijdingsmiddelen met een neurotoxische werking binnen dan volgens de Amerikaanse norm gewenst is. Per dag krijgt één op de twintig kinderen een dosis binnen die de Amerikaanse norm overschrijdt. Volwassenen nemen een zes keer hogere dosis tot zich.

Gifresten kunnen de hersenen beschadigen, wat zich op latere leeftijd uit in leer- en gedragsproblemen zoals concentratieverlies en hyperactiviteit. De hersenschade is onherstelbaar. Als het kind op één dag een heel hoge dosis bestrijdingsmiddelen binnenkrijgt, bestaat de kans dat het slachtoffer te maken krijgt met acute vergiftigingsverschijnselen. In Nederland lopen iedere dag 20.000 kinderen dat risico. De doorgaans griepachtige reactie die optreedt, wordt vaak niet eens herkend als een vergiftiging.

Twee belangrijke vertegenwoordigers uit de groep van de neurotoxische bestrijdingsmiddelen zijn parathion en dimethoaat. Parathion is een omstreden middel dat in Nederland wordt gedoogd, zegt woordvoerster Marijke Brunt van de Stichting Natuur en Milieu. „De overheid bestempelt het middel als onmisbaar omdat er geen vervangend insecticide op de markt is. Maar de sector heeft lang genoeg de tijd gehad om naar een oplossing te zoeken. In 1993 werd beslist dat een aantal bestrijdingsmiddelen, waaronder parathion, per 1 januari 2000 verboden zou zijn. Onder druk van de gebruikers gedoogt de overheid het gebruik van de omstreden gifstoffen. Op dit moment ligt er een wet bij de Eerste Kamer die een einde moet maken aan de verwarring rond het gebruik van bestrijdingsmiddelen.”

„In 99,9 procent van de gevallen zijn er inderdaad alternatieven voor de onmisbare middelen”, vertelt woordvoerder F. Nes van Nefyto, de organisatie voor leveranciers van gewasbeschermingsmiddel. „En die worden ook gebruikt. De onmisbare middelen worden alleen gedoogd als er geen alternatief is. In Zuid-Europese landen gaan telers onzorgvuldiger om met bestrijdingsmiddelen dan in West-Europa. Producten die de norm overschrijden komen voor het grootste deel uit gebieden rond de Middellandse Zee.”

Steekproef
Een steekproef van 31 monsters Franse appels, dertig monsters Griekse en Italiaanse druiven en veertien monsters Hollandse spinazie door de Consumentenbond in oktober laat zien dat Italiaanse druiven en Franse appels inderdaad veel gifresten bevatten. De aangekochte spinazie bevatte in tegenstelling tot de gegevens van de Keuringsdienst van Waren van de afgelopen jaren nauwelijks restanten, maar de groente is buiten het seizoen moeilijk te verkrijgen.

Niet alleen kinderen krijgen naar verhouding veel bestrijdingsmiddelen binnen, ook volwassenen die vaak hetzelfde fruit eten, behoren tot de risicogroep. Mensen die graag appels lusten, eten op een willekeurige dag ruim een kilogram op. Uitgaande van de Nederlandse norm is ongeveer eenderde van de druiven en circa een kwart van de appels niet geschikt voor consumptie door zulke liefhebbers, zo blijkt uit de steekproef van de Consumentenbond.

Fruit wassen en schillen brengt volgens Louw de hoeveelheid gifresten op en in het fruit onvoldoende terug. „Natuurlijk is wassen aan te raden, maar daarna moet de gebruiker niet het gevoel hebben dat het fruit schoon is. De schil van een appel afhalen heeft wel zin, maar met het verwijderen van de toplaag verdwijnt ook het gezondste deel van de vrucht, terwijl daarmee zeker niet alle gifresten zijn verdwenen.”

Niet alleen via groente en fruit krijgen mensen de bestrijdingsmiddelen binnen. Motten-, luizen- en insectenverdelgers voor gebruik in huis werken volgens hetzelfde principe en in de buurt van plaatsen waar het middel wordt verspreid over de gewassen, vindt opname via de lucht plaats. Fruittelers kunnen verschijnselen vertonen zoals wazig zien, misselijkheid en een onregelmatige hartslag. Bij een hoge mate van vergiftiging kan de dood optreden.

Onder druk
Het liefst ziet de Consumentenbond een afschaffing van de neurotoxische bestrijdingsmiddelen of op zijn minst een scherpere norm. Maar daar gaat volgens Louw tijd overheen, terwijl nu de giftige stoffen gewoon over de toonbank gaan. „We roepen de supermarkten ertoe op producten met te veel gifresten te weigeren. Zo zetten ze de leveranciers onder druk en komt de overheid wellicht sneller met regels die de gezondheid minder schaden.”

De hoeveelheid zenuwgifresten is volgens de Consumentenbond goed terug te brengen. „Wij begrijpen dat bestrijdingsmiddelen noodzakelijk zijn om op een hoog productiepeil te blijven. Maar fruittelers kunnen ook andere gifsoorten gebruiken die niet op het menselijk zenuwstelsel inwerken of zo lang mogelijk voor de oogst hun gewassen besproeien.”

Het is niet bekend wat de effecten van restanten bestrijdingsmiddelen op de lange termijn zijn. De Consumentenbond wijst in het rapport op de verboden op DES, DDT, asbest, lood in benzine en oplosmiddelen in verf, die ook vele tientallen jaren te laat kwamen. In de tussentijd hebben de chemische producten grote schade toegebracht aan de volksgezondheid.