Wetenschap 14 november 2000

Abc van Kyoto
en klimaatverandering

Door J. Reijnoudt

Arrhenius. Het is de Zweed en Nobelprijswinnaar Svante Arrhenius geweest die zich in 1896 als eerste bezorgd toonde over de toenemende hoeveelheid kooldioxide (CO2) in de dampkring. Tot dan toe nemen zijn voorgangers en tijdgenoten aan dat kooldioxide alleen maar goed kan doen en dat planten of oceanen automatisch een eventueel overschot aan CO2zullen opnemen. Arrhenius is daar niet zo zeker van en ziet als een van de eersten een bedreiging in de industriële ontwikkeling. „Die slingert steenkoolmijnen de lucht in”, schreef hij. Toch sluit hij zich uiteindelijk in zijn boek ”The creation of the Worlds” weer aan bij hen die denken dat de atmosfeer de aarde moet beschermen tegen kou uit de kosmos. Arrhenius hoopt dat de vrijgekomen CO2de mensheid in de toekomst een beter klimaat zal bezorgen, „speciaal in de koudere gebieden op aarde.”

Broeikaseffect is geen bedreiging maar een levensvoorwaarde. Zonder dat is het bestaan op aarde onmogelijk. Het broeikaseffect zorgt ervoor dat de dampkring niet alle warmte van het zonlicht onmiddellijk ook weer afgeeft aan de ruimte. Zonlicht bereikt als kortgolvige straling de aarde, die de warmte als langgolvige straling afgeeft. Die infrarode straling passeert maar voor een deel de dampkring. Een aantal gassen absorbeert de warmte en straalt die naar alle kanten uit. De gassen werken als de ramen van een broeikas en zorgen zo voor verwarming van de aarde en de onderste lagen van de atmosfeer. Het probleem schuilt in het versterkte broeikaseffect: zie daarvoor verder onder V.

CO2, oftewel kooldioxide, is een van de belangrijkste broeikasgassen. Het is een natuurlijke wetmatigheid dat bij de verbranding van fossiele brandstoffen –zoals olie, steenkool of aardgas– twee zuurstofatomen (O) en één atoom koolstof zich verenigen tot kooldioxide (CO2) .

Den Haag staat voor klimaatonderhandelaars vanaf november 2000 in het rijtje Kyoto, Buenos Aires en Bonn. In deze steden streek achtereenvolgens in 1997, 1998, 1999 het klimaatvergadercircus van de Verenigde Naties neer. Den Haag verwacht voor de volgende week, in de tweede en laatste conferentieweek, een kleine tienduizend gasten uit 180 landen.

Estrada is de meest geprezen voorzitter in klimaatkringen tot nu toe. Raul Estrada, de gewezen Argentijnse ambassadeur in China, loodste op een gedreven manier delegaties uit 182 landen in december 1997 naar een klimaatakkoord in Kyoto. Estrada leidde dat proces toen al ruim vijf jaar en was meer dan een ambtenaar. Hij intervenieerde heftig in debatten. Klagende OPEC-landen die door het Akkoord van Kyoto minder olie-inkomsten verwachtten, kregen van hem in het openbaar het verwijt dat twintig jaar geleden ook niemand over het effect voor ontwikkelingslanden sprak, toen de OPEC de olieprijzen drastisch verhoogde. Afgesproken was dat er op 10 december 1997 een ”klimaatakkoord van Kyoto” moest zijn. Dat leek op 8 en 9 december nog uiterst moeilijk. Estrada zag twee dagen en nachten zijn bed niet, maar kon in de vroege morgen van 11 december wel het Akkoord van Kyoto presenteren.

Financieel heeft de uitvoering van het Kyoto-protocol grote gevolgen. Daarom is de touwtrekkerij om procenten, regelingen en verplichtingen taai en langdurig. Olielanden vrezen derving van inkomsten, industrielanden zien zich geplaatst voor grote investeringen en ontwikkelingslanden verwachten daardoor hogere importprijzen voor westerse producten. Het verdrag van Kyoto is wel „de meest complexe niet-militaire overeenkomst ooit” genoemd.

G-77 staat voor de groep van ontwikkelingslanden die zich in de klimaatwereld graag onder die paraplu presenteren. China hoort er, als het over klimaatonderhandelingen gaat, ook graag bij, vandaar dat in die kringen „namens de G-77 en China” een bijna staande uitdrukking is. Begin jaren negentig was driekwart van de wereldbevolking, levend in ontwikkelingslanden, verantwoordelijk voor slechts eenderde van de totale uitstoot aan broeikasgassen. Nu kan dit snel veranderen, zeker als China tot de groep van ontwikkelingslanden gerekend mag worden. De uitstoot in China zal tussen 1995 en 2010 verdubbelen, zo is de verwachting. Bij gelijkblijvende ontwikkeling is de uitstoot van China in 2020 groter dan die van de Verenigde Staten. De VS zijn nu 'goed' voor 35 procent van totale uitstoot van broeikasgassen.

Hurricane of orkaan is de schrik van veel eilandbewoners rond de evenaar in verschillende oceanen. Orkanen nemen toe in aantal, komen voor in seizoenen waarin dat eerder niet het geval was en komen uit richtingen van waaruit ze vroeger niet kwamen. Dat is de ervaring van de bewoners van de kleine eilandstaten in de oceanen en zij zien dat als bewijs voor klimaatverandering.

Implementatie van het protocol vergt creatief koopmanschap. In Kyoto is afgesproken dat ”joint implementation”, gezamenlijke implementatie, een mogelijkheid is. Volgens die regeling mogen industrielanden elkaar aan aantrekkelijke projecten helpen en ook CO2-quota aan elkaar verkopen, zoals Nederlandse veeboeren melkquota verhandelen.

Japan was boegbeeld en grote trekker in 1997 rond de conferentie van Kyoto. Nu staat het land vooral bekend als dwarsligger op het gebied van sancties als een staat, na ratificatie van het protocol, niet aan zijn verplichtingen voldoet.

Kyoto is de Japanse stad die tot in 1997 bij velen bekendstaat als een van de grote cultuursteden van het Verre Oosten. De stad, een uurtje reizen vanaf Osaka, telt vele tempels. In december 1997 verandert het imago: een kleine 10.000 ambtenaren, regeringsleiders en persmensen strijkt er neer voor een klimaattop van de Verenigde Naties. Vanaf die tijd is Kyoto synoniem met klimaatakkoord.

Landijs bedekt een groot deel van de aarde. Groenland gaat schuil onder ongeveer 3 miljoen vierkante kilometer ijs en de kap van Antarctica is zo'n 12 miljoen vierkante kilometer groot. Samen is dat ongeveer 10 procent van het aardoppervlak. Stijgt in de klimaatmodellen de zeespiegel 1 meter, dan komt eenvijfde daarvan voor rekening van smeltend ijs.

Methaan is een ander, niet onbelangrijk broeikasgas. Het komt met name vrij op rijstvelden, in de ontwikkelingslanden.

Niet-gouvernementele organisaties, kortweg ngo's, of, eenvoudiger: de milieuclubs, zoals Greenpeace, Milieudefensie, het Wereld Natuur Fonds en Friends of the Earth zijn altijd massaal vertegenwoordigd op klimaatconferenties. Zijn er, zoals in Den Haag volgende week, zo'n 10.000 mensen op de been dan lopen er algauw 1500 ngo-lieden tussen.

OPEC ligt dwars; op elke klimaatconferentie. Uitvoering van het protocol van Kyoto betekent, hoe dan ook, het gebruik van minder olieproducten. En dat baart de olieproducerende en -exporterende landen zorgen.

Pronk moet de Estrada (zie E) van Den Haag worden. Krijgt minister Pronk als voorzitter van de zesde wereldklimaatconferentie nu niet alle partijen op één lijn, dan is de uitvoering van het akkoord van Kyoto niet meer haalbaar binnen de gestelde tijdslimiet van 2008 tot 2012.

Q komt in geen enkel klimaat-abc voor.

Rusland heeft, als een veeboer in ruste, een geweldig CO2-quotum in de aanbieding, maar dan vooral vanwege gebrek aan economische ontwikkeling. Industrielanden kunnen hier lekker wat ruimte kopen en zo zelf rustig doorgaan met bijvoorbeeld het verbranden van fossiele brandstoffen. (Zie ook J).

S; vraag een klimaatonderhandelaar een woord dat begint met een ”S” en tien tegen een dat hij sinks zegt. „Wat bedoelt u met een gootsteen voor het klimaat?” vroeg ooit een journalist op een klimaatconferentie in Genève. Maar hier staat het Engelse woord ”sink” voor wat er in een gootsteen gebeurt: iets laten verdwijnen. Sinks zijn in klimaatkringen met name bossen en oceanen; die nemen CO2op. Maar hoe goed met name bossen daarin zijn, en vooral hoe duurzaam die opslag is, dat is nog volop in discussie. Sinks is in het klimaatjargon dan ook even dubieus als bekend.

Tuvalu is een van de kleine eilandstaten in de Stille Oceaan. De regering van Tuvalu heeft Australië al gevraagd –mocht de nood aan de man komen– naar de mogelijkheden op het gebied van milieuasiel.

United States of America. Een zeer belangrijke partij in de klimaatonderhandelingen. Wil vooral beperking van de uitstoot van CO2'kopen' in het buitenland, bijvoorbeeld door daar bos aan te leggen of een energiezuinig project te betalen. Verder denkt elke klimaatonderhandelaar bij de VS blindelings aan de eis van: betekenisvolle bijdrage van de ontwikkelingslanden. Dat vonden de Amerikanen tot voor kort een voorwaarde om ooit tot ratificatie van het protocol van Kyoto over te gaan.

Versterkt broeikaseffect. Pers, politici en beleidsmakers hebben het gemakshalve –en een enkele keer uit onwetendheid– vaak over het broeikaseffect als ze het versterkte effect bedoelen. Het 'normale' broeikaseffect is een zegen; het versterkte, veroorzaakt door een toenemende hoeveelheid broeikasgassen in de dampkring, is een bedreiging. Dat kan leiden tot een hogere temperatuur en uiteindelijk tot klimaatverandering. Een groot aantal delegaties op klimaatconferenties, met name uit ontwikkelingslanden, meent al meer klimaatverandering waar te nemen dan binnen het patroon van natuurlijke variatie uit afgelopen eeuwen past.

Wolken vormen voor klimaatonderzoekers een groot probleem. In de vele klimaatmodellen die onderzoekers voortdurend op grote supercomputers laten draaien, vormt waterdamp en in het bijzonder bewolking een van de grootste problemen. Het is niet helemaal duidelijk wat het effect van een iets hogere temperatuur zal zijn op de bewolkingsgraad in verschillende gebieden op aarde. Als opwarming zou leiden tot iets meer bewolking dan is de kans groot dat dat wolkendek de temperatuurverhoging makkelijk compenseert. Zou de bewolking daarentegen juist iets afnemen, dan leidt dat tot een extra verhoging van de temperatuur.

X, Y, Z. Zelfs ”The Kyoto Protocol, International Climate Policy for the 21st Century”, het enige echte handboek over de afspraken die in het Kyoto zijn gemaakt, heeft bij deze letters geen trefwoorden.