Gouda: Er is niets oneigenlijks gebeurdZuid-Holland schorst financieel kopstukVan onze binnenlandredactie DEN HAAG De provincie Zuid-Holland heeft haar kasgeldbeheerder K. B. voor twee maanden geschorst. De rijksrecherche is inmiddels een onderzoek naar hem gestart. De provincie heeft aangifte tegen hem gedaan, aldus persofficier mr. J. Ekelmans gisteren. De treasurer, medeverantwoordelijk voor de zogenoemde Ceteco-affaire, heeft een advocaat in de arm genomen om zijn schorsing aan te vechten. Hij zou volgens zijn raadsman, mr. J. Koets, zijn geschorst omdat hij na het bekend worden van de affaire twee financiële transacties niet aan de onderzoekers zou hebben gemeld. Het gaat onder meer om een bedrag van 10 miljoen gulden dat Gouda bij de provincie stalde om de aanleg van een randweg mogelijk te maken. B., zelf een prominente Gouwenaar, zou over die transactie bewust niets hebben verteld aan de mensen die onderzoek deden naar de Ceteco-affaire. In deze affaire werd duidelijk dat de provincie Zuid-Holland voor 2,3 miljard gulden bankierde en 47,5 miljoen gulden kwijt dreigt te raken aan het kwakkelende handelshuis Ceteco. Over het hoofd Koets meldt dat de achtergehouden transacties allerminst een verdacht karakter hebben. Het gaat om transacties die zijn terug te vinden in de boeken van de treasury-afdeling die onmiddellijk in het kader van interne en externe onderzoeken volledig traceerbaar en herkenbaar zijn. De transacties betreffen een lening van een gemeente en een overeenkomst met een van de grootste banken in Nederland. De kasbeheerder heeft de transacties inderdaad niet gemeld. Maar dat komt volgens Koets doordat de begindagen van de Ceteco-zaak zo hectisch waren, dat zijn cliënt de twee bewuste overeenkomsten simpelweg over het hoofd heeft gezien. B. zal het schorsingsbesluit eerst aanvechten bij de provincie. Als dat voor hem geen bevredigend resultaat heeft, stapt hij naar de bestuursrechter om een voorlopige voorziening (soort kortgedingbeslissing) te vragen. Gouda Ook de gemeente Gouda liet gisteren weten dat met de transactie niets oneigenlijks is gebeurd, omdat ze in openbare stukken is terug te vinden. Gouda heeft geen 10 miljoen gulden voor de nog aan te leggen zuidwestelijke randweg geleend en doorgeleend aan de provincie om die aan het zicht van het Rijk te onttrekken. Het gemeentebestuur van Gouda neemt hiermee nadrukkelijk afstand een artikel in NRC Handelsblad van gisteren waarin dat wordt gesuggereerd. Volgens burgemeester drs. J. H. Boone gebeurt er in Gouda niets vreemds. Het geld is geleend voor de aanleg van de zuidwestelijke rondweg, al voordat het besluit daarover was gevallen. Dat gebeurde volgens Boone om de hogere overheden te laten zien dat Gouda graag wilde meewerken aan de totstandkoming van de weg. Gouda wacht het oordeel van de commissie-Van Dijk af, die Provinciale Staten van Zuid-Holland gisteren hebben ingesteld en die op 1 oktober rapporteert. In een uitzending van het tv-actualiteitenprogramma 2Vandaag gisteravond stelden diverse deskundigen, onder wie oud-hoogleraar overheidsfinanciën dr. J. van der Dussen, dat het ministerie van Binnenlandse Zaken laks is geweest met het controleren van de Zuid-Hollandse leenafschriften. Provincies zijn wettelijk verplicht die overzichten regelmatig aan het ministerie te overleggen, maar bij uitblijven van die overzichten trok het ministerie tien jaar lang niet aan de bel. |