Commentaar 22 juli 1999

Oppositioneel

Zelden of nooit krijgt een artikel op de opiniepagina van het RD zo veel aandacht als de bijdrage van de hand van SGP-leider Van der Vlies en zijn voorlichter die afgelopen dinsdag in onze krant stond. Daarin toonden zij zich diep geschokt door de recente kabinetsvoorstellen inzake abortus en euthanasie. Was er voor de SGP niet reden te over om de vanouds nogal gouvernementele instelling van de kamerfractie in te wisselen voor een meer oppositionele koers?

In allerlei kranten (van het Nederlands Dagblad tot de Volkskrant) werd de boodschap opgepakt. Uiteraard speelt daarbij mee dat er hartje zomer niet zo veel nieuws is. Vandaar dat bijvoorbeeld ook het vliegongeluk van de Kennedy's erg veel aandacht kreeg.

Het is inderdaad zo dat de SGP zich vanouds kenmerkt door een gouvernementele instelling. Die werd onder meer ingegeven door de bijbelse notie dat de overheid Gods dienares is. Tegen die achtergrond bezien zijn ministers meer dan vertegenwoordigers van concurrerende partijen die toevallig nu net aan de macht gekomen zijn.

Maar tegelijkertijd is er in de politiek sprake van principiële tegenstellingen. Die dwingen tot scherpe kritiek. Geen legitieme mogelijkheid mag men onbenut laten om een kabinet te dwarsbomen bij de uitvoering van zijn heilloze voornemens. Alle krachten moeten daartegen gemobiliseerd worden.

Nu is kenmerkend voor het Nederlandse politieke bestel dat er geen officiële oppositiepartij bestaat, zoals we dat vaak wel vinden bij een tweepartijenstelsel. Kabinetten worden bij ons gevormd op basis van een coalitie. Daarbij is het vrijwel altijd zo dat een of meer partijen uit de vorige regeringscoalitie, samen met een of meer partijen die toen buiten het kabinet stonden, de nieuwe regeringsploeg vormen.

In de huidige Tweede Kamer zijn er op z'n minst twee oppositionele spitsen. Allereerst is dat het CDA, de grootste fractie buiten de regeringscoalitie. Vanuit haar christelijke achtergrond opponeert zij op een aantal beleidsterreinen tegen het paarse beleid. Daarin krijgt zij steun van de kleine christelijke partijen, al gaan die in hun kritiek vaak nog een stuk verder.

Daarnaast is er de oppositie vanuit GroenLinks, veelal gesteund door de SP. Twee partijen overigens die onderling in een concurrentieverhouding staan. Die linkse oppositie is, althans gelet op de uitslagen van allerlei tussentijdse verkiezingen, succesvoller dan die van het CDA.

Gold in het verleden voor de SGP dat de zittende CDA/VVD-coalitie het beste was van vele kwaden en de partij er daarom een zeker belang bij had dat het kabinet niet zou struikelen, thans is dat net andersom. Het paarse kabinet geldt veeleer als het slechtste van de verschillende regeringscoalities die op basis van de huidige samenstelling van de Tweede Kamer gevormd zouden kunnen worden.

Vandaar dat er reden is voor een meer offensieve benadering, temeer nu het kabinet grensverleggend bezig is op een aantal gevoelige terreinen. Daarbij zijn uiteraard, getalsmatig bezien, de mogelijkheden van de SGP (ook in combinatie met RPF en GPV) beperkt.

Van belang is wel dat na de jongste statenverkiezingen de regeringsmeerderheid in de Eerste Kamer zeer krap is. Juist daar zijn de kleine christelijke partijen met 6 van de 75 zetels relatief sterk vertegenwoordigd. En, zoals we recent nog gezien hebben, ook in de Senaat kunnen regeringscoalities stranden.