Voorpagina 17 juli 1999

Zie ook: Politiek blij met vonnis Bouterse

Rechter wilde eigenlijk hogere straf

Bouterse veroordeeld
tot zestien jaar cel

DEN HAAG – De rechtbank in Den Haag heeft de Surinaamse ex-legerleider Desi Bouterse gisteren veroordeeld tot zestien jaar gevangenisstraf en een boete van ruim 4,5 miljoen gulden. Ook heeft de rechtbank een bevel tot aanhouding voor Bouterse afgegeven.

Dit laatste betekent dat de Surinaamse adviseur van de staat bij reizen naar het buitenland groot risico loopt dat hij wordt aangehouden. Bouterse wordt hierdoor vrijwel gevangene in eigen land.

Volgens de rechters is hij schuldig aan grootschalige cocaïnehandel en is hij de onbetwiste leider van het zogenoemde Surikartel. Bouterse heeft misbruik gemaakt van zijn macht als bevelhebber en zijn vooraanstaande positie in Suriname, concluderen ze. Het Surikartel schuwde niet geweld te gebruiken tegen afvalligen en afnemers die na een mislukt transport niet konden betalen, stelde de rechtbank vast.

Het openbaar ministerie (OM) eiste twee weken geleden zestien jaar cel en een boete van 5 miljoen gulden tegen de vroegere Surinaamse legerleider. De strafzaak tegen Bouterse is bij verstek gevoerd, omdat zowel de verdachte als zijn advocaat, mr. A. Moszkowicz, niet op het proces verscheen.

De medeverdachten R. L. en M. M. kregen een celstraf van respectievelijk vijftien jaar en 1 miljoen gulden boete en zes jaar en een 250.000 gulden boete. Deze straffen zijn fors hoger dan justitie twee weken geleden tegen hen had geëist.

Te laag
Opvallend is de uitlating van rechtbankvoorzitter mr. Punt dat hij het wettelijk maximum voor dit soort misdrijven te laag vindt. Daarom kon de rechtbank niet meer dan zestien jaar cel geven. Eigenlijk hadden de rechters een langere straf willen opleggen, liet Punt weten.

Toch is de uitspraak van de rechtbank volgens raadsman Moszkowicz slechts het begin van de strafzaak tegen zijn cliënt. Hij gaat in hoger beroep. „Dit proces is nietig en dus ook het vonnis. We gaan het bij het hof nog eens overdoen. Bouterse heeft geen eerlijk proces gekregen.”

Moszkowicz was de grote afwezige tijdens het proces. Volgens hem is het vonnis nietig omdat de rechtbank in Den Haag met de strafzaak is begonnen terwijl er nog een procedure liep over het verzoek van Moszkowicz om het proces naar Rotterdam te verplaatsen.

De raadsman vindt dat deze procedure had moeten leiden tot uitstel van de zaak. Er staat namelijk in de wet dat het verzoek dat de raadsman deed een schorsende werking heeft op een rechtszaak. De rechtbank legde dit naast zich neer, omdat de advocaat misbruik zou hebben gemaakt van het procesrecht. Zijn enige doel was vertraging, oordeelde de rechtbank.

Gelaten reactie
Moszkowicz gaat deze kwestie opnieuw aankaarten bij het gerechtshof, zo liet hij gisteren weten „Dit wordt mijn primaire verweer. Daarnaast zal ik bij het hof ook inhoudelijk op de zaak ingaan.” De advocaat zegt dat zijn cliënt gelaten op het vonnis heeft gereageerd.

Ook de advocaten van de twee medeverdachten van Bouterse gaan in hoger beroep. Advocaat Hubers van verdachte M. was geschokt dat de straf voor M. het dubbele was van de eis. Hubers: „Het is dat de griffie al dicht is, anders had ik meteen beroep aangetekend.”

Het OM is zeer verheugd over de veroordeling. Volgens persofficier mr. S. Horstink was het onderzoek bijzonder moeilijk. „Het is niet eenvoudig geweest om de zaak bewijstechnisch rond te krijgen. We zijn dan ook blij dat een onafhankelijke rechter in alle drie de gevallen deelname aan een criminele organisatie bewezen vindt.” Volgens haar was dit ook het belangrijkste doel van het onderzoek.