Voorpagina 15 mei 1999

Eerdere berichtgeving

Zie ook: Stresssyndroom kan Borst opbreken

Ophef over lading was „inschattingsfout”

Enquêtecommissie
blijft bij conclusies

Van onze redactie politiek
DEN HAAG – De parlementaire enquêtecommissie Vliegramp Bijlmermeer handhaaft alle verwijten die zij in haar eindrapport maakte over het overheidsoptreden ten aanzien van de Bijlmerramp. Dat blijkt uit de antwoorden van de commissie op meer dan zeshonderd schriftelijke vragen van de Tweede Kamer.

De commissie houdt in die antwoorden staande dat het kabinet de Tweede Kamer bij een groot aantal gelegenheden „onjuist, ontijdig, onvolledig of onzorgvuldig” heeft geïnformeerd. Zij presenteert de Kamer een uitputtende lijst van gevallen waarin informatie van bewindspersonen tekortschoot. In de meeste gevallen gaat het om informatie van de ministers van Verkeer en Waterstaat en van Volksgezondheid, maar ook de ministers van Justitie en van Milieu komen op deze lijst voor.

De commissie weigert al die gevallen onderling te wegen naar hun ernst. „De vraag of het hier essentiële informatie betreft, hangt sterk af van de individuele interpretatie van de afzonderlijke gevallen”, aldus de commissie.

Ministerraad
De commissie verdedigt de conclusie dat premier Kok in zijn coördinerende rol binnen de ministerraad in gebreke is gebleven. Al in 1995 had Kok de Bijlmerkwestie moeten agenderen voor de ministerraad, omdat de „maatschappelijke onrust” toen hoog opliep. „Bij tijdige agendering van de nasleep van de Bijlmerramp in de ministerraad had het dossier in een eerder stadium bevredigend kunnen worden afgewikkeld.”

De commissie vindt bovendien dat Kok daarbij had moeten reageren op informele politieke signalen van de fractievoorzitters van regeringspartijen in de marge van het wekelijkse Torentjesoverleg.

In zijn openbaar verhoor voor de commissie verklaarde Kok dat hem van de fractievoorzitters nooit een formeel verzoek had bereikt het onderwerp in de ministerraad op de agenda te zetten. Later gaf Kok toe informeel met een of meer fractievoorzitters over de Bijlmerramp te hebben gesproken.

De commissie onderstreept verder haar standpunt dat de aard en de omvang van gezondheidsklachten van Bijlmerbewoners en hulpverleners is toegenomen door een te lakse houding van verschillende overheidsinstanties. Wel tekent zij daarbij aan dat die conclusie in het rapport niet alleen betrekking had op minister Borst van Volksgezondheid, maar ook op de ministeries van Justitie en van Verkeer en Waterstaat, de gemeente Amsterdam, de GG&GD en de Hoofdinspectie voor de Gezondheidszorg.

Inschattingsfout
Op één onderdeel geeft de commissie toe aan de kritische vragen vanuit de Tweede Kamer. Zij erkent een inschattingsfout te hebben gemaakt toen zij informatie over vermeende gevaarlijke lading aan boord van het El Al-toestel naar buiten bracht en zegt die gang van zaken zeer te betreuren.

Tijdens de tweede verhoorweek citeerde commissielid Augusteijn een opgenomen telefoongesprek tussen El Al-medewerker H. Aaij en de luchtverkeersbeveiligers. Daarin zou de vrachtmedewerker hebben gevraagd gegevens over gif en gevaarlijke stoffen aan boord van het toestel te verzwijgen. Later bleek pas dat Aaij zich had vergist tijdens het voorlezen van de vrachtbrieven, de zogenoemde Notoc's. De gevaarlijke lading was al uitgeladen op Schiphol.

De commissie heeft gewacht met het rechtzetten van de zaak totdat zij alle gegevens in huis had. Wel werd de pers daags na de onthulling informeel op de hoogte gebracht. De commissie verdedigt haar handelwijze verder door te zeggen dat het voorlezen van de telefoontaps slechts bedoeld was om de handelwijze van de verkeersleiders aan de kaak te stellen.

Commissielid Van den Doel heeft verklaard dat de commissie de kwestie eerder had moeten ontzenuwen. Ook de vrachtmedewerker van El Al heeft in een brief aan de commissie excuses geëist van Augusteijn.