Rechter accepteert supersnelrechtAMSTERDAM Supersnelrecht is toegestaan. Dat heeft de politierechter in Amsterdam gisteren bepaald in de zaken van drie verdachten van winkeldiefstallen die binnen 3 dagen na hun aanhouding voor de rechter werden gebracht. Het openbaar ministerie (OM) zag de zitting als een proefproces. Normaal moet de rechter-commissaris 3 dagen na de in verzekeringstelling de rechtmatigheid van de aanhouding beoordelen. Door de verdachte binnen die periode voor de politierechter te laten verschijnen, kan de betrokkene afhankelijk van het vonnis linea recta de gevangenis in. Het OM wil het supersnelrecht inzetten om 'draaideurcriminelen' snel en simpel te vervolgen. Als het vonnis het toelaat, moeten de verdachten na de zitting van de politierechter direct hun straf uitzitten. Het supersnelrecht kan alleen worden toegepast als de verdachte afstand doet van de toetsing door de rechter-commissaris. De drie verdachten die gisteren terechtstonden, allen drugsverslaafd en meermalen veroordeeld, waren de afgelopen dagen in Amsterdam betrapt op winkeldiefstallen. Zij werden alledrie veroordeeld tot 2 weken gevangenisstraf. Advocaat mr. M. Veldman betoogde dat juist verdachten die voor supersnelrecht in aanmerking komen vaak niet de gevolgen kunnen overzien van het afstand doen van hun recht op toetsing door de rechter-commissaris. Politierechter mr. E. van Schaardenburg redeneerde in haar uitspraak dat volgens de wet een verdachte onverwijld voor een rechter moet worden gebracht. Dat is nu gebeurd. Ook in supersnelrecht houdt de politierechter de mogelijkheid een strafzaak aan te houden als bijvoorbeeld rapportage door de reclassering of opname in een afkickkliniek gewenst is. Als voorwaarde voor de toepassing van de procedure noemde Van Schaardenburg dat de verdachte advies krijgt van een raadsman over het al dan niet afstand doen van de voorgeleiding aan de rechter-commissaris. Ook moet de politierechter zich er ter zitting van overtuigen dat de verdachte wist waar hij of zij voor tekende. |