Voorpagina

Zie ook:
Racak, wraakoefening van Servië
„Als ze zoiets doen hebben ze geen hart

Tientallen burgers geëxecuteerd

Afschuw alom over
bloedbad in Kosovo

Van onze buitenlandredactie
PRISTINA – De internationale gemeenschap heeft met afschuw en woede gereageerd op het bloedbad dat is aangericht in Kosovo. In het dorp Racak, 30 kilometer ten zuiden van de hoofdstad Pristina, zijn vrijdag zeker 45 Albanese burgers geëxecuteerd.

Volgens de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) is de massamoord het werk van het Joegoslavische leger en de Servische politie. De Internationale Helsinki Federatie voor Mensenrechten zegt van bronnen in Kosovo te hebben vernomen dat het dodental kan oplopen tot tachtig als alle lichamen gevonden zijn.

De organisatie zegt aanwijzingen te hebben dat Servische troepen van plan zijn Racak te bestormen en de lijken van de slachtoffers mee te nemen om bewijs van de executies –genocide en een oorlogsmisdrijf– te verdonkeremanen. Servië zou zo willen voorkomen dat het Joegoslavië-tribunaal ter plaatse onderzoek doet naar de gebeurtenissen.

De hoofdaanklager van het Joegoslavië-tribunaal in Den Haag, Louise Arbour, vertrok vanochtend met een aantal rechercheurs naar Kosovo om te onderzoeken wat er precies is gebeurd. Het is de vraag of zij in Racak kan komen, omdat de Joegoslavische autoriteiten van mening zijn dat het tribunaal niets te zoeken heeft in Kosovo.

Spoedzitting
De NAVO-ambassadeurs in Brussel kwamen gisteren in spoedzitting bijeen voor overleg over het voorkomen van een verdere escalatie in Kosovo. Zij besloten de voorzitter van het militair comité, generaal Klaus Naumann, en de commandant van de NAVO in Europa, Wesley Clark, vandaag naar Belgrado te sturen voor een onderhoud met de Joegoslavische president Milosevic. De zestien ambassadeurs veroordeelden het bloedbad bij Racak scherp, maar namen geen besluit over militaire interventie.

De Verenigde Staten hadden om de spoedzitting van de NAVO gevraagd. Zij eisten een passend antwoord op het Joegoslavische optreden. Albanië en de gematigde Kosovaarse leider Rugova eisten een interventie van de NAVO.

De Amerikaanse regering heeft de Joegoslavische president Slobodan Milosevic in een nauwelijks verhulde mededeling gedreigd met nieuwe bombardementen als het staakt-het-vuren in Kosovo niet wordt nageleefd.

Minister van buitenlandse zaken Madeleine Albright, die instemde met de beslissing van de NAVO om de twee hoogste generaals met een waarschuwing naar Belgrado te sturen, zei via een woordvoerder dat „het extreem belangrijk” is dat Milosevic de ernst van de situatie begrijpt.

Dag van rouw
Ongeacht de internationale verontwaardiging begonnen Joegoslavische en Servische troepen gisteren weer een offensief tegen het Kosovo Bevrijdingsleger (UCK) in het gebied rond Racak, waar het bloedbad zich afspeelde. Verslaggevers en waarnemers van de OVSE konden Racak op tijd verlaten.

Gisteren werden de lichamen van veertig slachtoffers van het bloedbad opgebaard in de moskee van Racak. Volgens het UCK waren er 51 doden, de OVSE-waarnemers houden het op 45. De gematigde etnisch Albanese leider Ibrahim Rugova kondigde een dag van rouw af in Kosovo. De gevechten in Racak verhinderden de begrafenis van de slachtoffers.

Servische troepen sloten dorpen in de omgeving van Racak af. Volgens OVSE-waarnemers brandden er huizen in dorpen ten westen van Racak, dat 25 kilometer ten zuiden van Pristina ligt. Er zou zwaar gevochten zijn. Het is echter onduidelijk of het artillerie en geweervuur van de Servische troepen door het UCK zijn beantwoord.

OVSE-functionaris Mike Philips meldde dat Joegoslavische tanks en pantserwagens optrokken naar de omgeving van Podujevo, 30 kilometer ten noorden van Pristina. Daar werd niet gevochten, maar de regeringstroepen waren „zeker aan het intimideren”, aldus Philips.

De president van de Joegoslavische deelrepubliek Servië, Milan Milutinovic, is woedend over de „leugens” van de leider van de waarnemersmissie van de OVSE, William Walker, na zijn bezoek aan Racak. Volgens hem heeft de Amerikaan partij gekozen voor de terroristen en moet hij daarom weg. Op de Servische staatstelevisie verweet hij Walker tegelijkertijd aanklager en rechter te spelen en „de uitleg van de feiten te monopoliseren door de Joegoslavische autoriteiten niet op de hoogte te stellen van zijn bezoek.” Hij zei dat de Verenigde Staten zichzelf een alibi willen verschaffen voor een militaire ingreep.

Walker zei zaterdag op een persconferentie na zijn terugkeer in Pristina dat hij er niet aan twijfelt dat Joegoslavische en Servische veiligheidstroepen schuldig zijn aan het martelen en executeren van de etnische Albanezen, onder wie een jonge vrouw en een kind, van wie zaterdag de lichamen zijn gevonden. Het merendeel van de slachtoffers was van dichtbij in het hoofd geschoten. Bij sommige slachtoffers waren de ogen uitgestoken.

Walker zei dat hij zelden zoiets verschrikkelijks had gezien. Volgens hem is er sprake van een terechtstelling die „grenst aan een misdrijf tegen de menselijkheid.”

Hij zei dat er sprake is van een grove schending van het staakt-het-vuren dat de Joegoslavische president Milosevic en de Amerikaanse gezant Holbrooke in oktober overeenkwamen om NAVO-bombardementen af te wenden. Hij riep de strijders van het UCK ertoe op zich niet te laten verleiden tot represailles.