Rechter verbiedt en
ontbindt partij CP'86

AMSTERDAM – De rechtbank in Amsterdam heeft vanmorgen de extreem rechtse politieke partij CP'86 verboden en ontbonden verklaard. Volgens de rechtbank blijkt uit de doelstelling, het beginselprogramma en de wijze van propaganda voeren dat de partij oproept tot haat en discriminatie jegens allochtonen en daarom handelt in strijd met de openbare orde.

Ondanks dat de partij op sterven na dood was, vroeg het openbaar ministerie zes weken geleden om een verbod van CP'86. Het OM wilde dat de rechtbank de partij zou laten ontbinden. Als reden daarvoor geeft het OM aan dat het rechts-extremistisch denken zich in golfbewegingen voordoet. Vaak wordt dit denken versterkt door economische crises en omdat deze niet uitgesloten zijn, is het voor het OM van belang de partij te verbieden.

Tijdens de zitting anderhalve week geleden gaf Justitie ook aan dat het aantal buitenlanders blijft toestromen en dat onderzoeken uitwijzen dat de bevolking daar minder welwillend tegenover staat. Het moet daarom, volgens het OM, worden voorkomen dat de giftige ideeën van CP'86 in vruchtbare aarde vallen.

Het OM is verheugd over de uitspraak van de rechtbank. Volgens een woordvoerder kan Justitie voortaan direct optreden als bestuurders van CP'86 een nieuwe partij oprichten, omdat dan sprake is van voortzetting van een verboden organisatie.

„Bespottelijk”
Het voormalig Rotterdamse CP'86-raadslid M. Freling, de enig overgebleven bestuurder van CP'86, is niet verrast door het vonnis. „Dit zat er al een tijdje aan te komen. Maar het blijft bespottelijk dat een politieke partij verboden kan worden”, aldus Freling. Hij beraadt zich nog over verdere juridische stappen.

De uitspraak van de rechtbank betekent volgens de rechtsradicaal niet dat hij politiek niet meer actief zal zijn. „Ik zal zeker een nieuwe partij oprichten of me aansluiten bij een andere partij”, stelt Freling. CP'86 is de tweede extreem rechtse partij na de oorlog die wordt verboden. In 1954 werd de Nationaal Europese Sociale Beweging (ENSB) ontbonden op basis van het Besluit Ontbinding Landverraderlijke Organisaties. De ENSB herbergde een aantal oud-NSB'ers en ex-SS'ers.

Justitie probeerde in 1977 de NVU te laten verbieden en te ontbinden omdat het doel van de partij in strijd zou zijn met de openbare orde. Deze poging strandde door juridische fouten. De rechtbank verklaarde zoals gevraagd door het OM de vereniging NVU verboden, maar omdat de partij feitelijk werd gecontroleerd door de stichting tot Steun aan en Toezicht op de Nederlandse Volks Unie kon de partij niet worden ontbonden. Het OM had niet om ontbinding van de stichting gevraagd.