Commentaar |
Regen en nog eens regenDe zware regenval van de afgelopen dagen heeft vooral in Noord- en Oost-Nederland veel overlast veroorzaakt. Kanalen en vaarten dreigden over te lopen, wegen kwamen blank te staan, kelders liepen vol en op bepaalde trajecten viel het treinverkeer uit. Boeren moesten hun vee evacueren. Oogstwerkzaamheden stagneren en de vraag is of veel van wat nog aan landbouwproducten in de grond zit, niet definitief moet worden afgeschreven. Op allerlei manieren wordt geprobeerd de overlast te beperken. Zo zijn op verschillende plaatsen militairen ingezet, zij het volgens de Drentse commissaris van de Koningin veel te laat. Op zo veel regenval zijn de gemalen echter niet berekend. En er kan de komende dagen nog wel wat water vallen. Hoe vreemd het ook mogen klinken, het is denkbaar dat een aantal boeren in het noorden vandaag de regen met enige vreugde tegen de ruiten hoort tikken. Pas wanneer er binnen 48 uur honderd millimeter regen valt en er sprake is van maatschappelijke ontwrichting, treedt immers de Wet waterschade in werking. Die hoeveelheid regen was volgens het KNMI op de meeste plaatsen nog niet bereikt. Zo'n grens is natuurlijk altijd arbitrair, en ook al zou die honderd millimeter in 48 uur niet gehaald worden, dan nog is de schade in de agrarische sector omvangrijk. Volgens de landbouworganisatie LTO lopen boeren en tuinders als gevolg van de overvloedige regenval een kwart miljard aan inkomsten mis. Nu behoren weersomstandigheden in eerste instantie tot het normale bedrijfsrisico van de agrarische sector. Die is daar vanouds mee vertrouwd. Dan is er voor de gewassen te veel regen en dan te weinig. Late nachtvorsten kunnen eveneens grote schade aanrichten, terwijl hete zomers niet alleen voordelen hebben. Niet voor niets was in de communistische planeconomie de landbouw de meest problematische bedrijfstak. Het weer was immers niet te plannen. Daarover hadden de autoriteiten geen zeggenschap. Ook al is er vergeleken met vroeger veel veranderd in de werkwijze van de agrarische sector, toch is de afhankelijkheid van de natuur daar altijd nog sterk aanwezig. Een afhankelijkheid die gelukkig door velen beleefd werd en wordt als een afhankelijkheid van God en niet van blinde natuurkrachten. Behalve in de agrarische sector ondervinden ook anderen in het noorden overlast van de forse regenval. Op korte termijn gaat het erom het waterpeil zo gauw mogelijk naar beneden te krijgen. Daarna komt de vraag aan de orde in hoeverre structurele ingrepen nodig zijn. Moet de capaciteit van de afvoerkanalen en watergemalen vergroot worden? Zijn er de laatste jaren woningen en andere gebouwen neergezet op plaatsen die daar vanwege hun ligging toch minder geschikt voor waren? Plaatsen waar men na een forse regenval relatief veel kans heeft op wateroverlast. Een ingrijpende uitbreiding van de bebouwing heeft veelal ook gevolgen voor de waterafvoer. Er is na de gebeurtenissen van de afgelopen dagen alle reden om deze problemen serieus te bestuderen en er vervolgens ook wat aan te doen. |
![]() |