Commentaar |
Beter laat dan nooitAls een van de weinige landen in Europa viel het Zwitserland ten deel om buiten de Tweede Wereldoorlog te blijven. Dat betekende niet alleen dat het land gespaard bleef voor oorlogsgeweld en verwoestingen, het land kon ook volop profiteren van zijn neutrale positie. Wel stond Zwitserland, net als het eveneens neutraal gebleven Zweden, onder zware druk van nazi-Duitsland. Aan alle kanten was het kleine bergland omringd door Hitlers troepen of die van zijn Italiaanse bondgenoten. Daardoor ontstond een situatie waar beide partijen aanmerkelijk van profiteerden. Er gebeurden allerlei zaken waar men in Zwitserland nu liever niet meer aan herinnerd wordt, zoals transacties met Duitsland van roofgoud dat hetzij uit de centrale banken van de bezette landen gestolen was, hetzij afkomstig was van joodse slachtoffers. De Zwitsers hielpen op die manier mee de Duitse oorlogvoering te financieren. Over die goudtransacties zijn vlak na de oorlog met de geallieerden bepaalde afspraken gemaakt. Die pakten voor de Zwitsers nogal gunstig uit. Maar als ze gedacht hebben dat daarmee het verhaal ten einde was, dan hadden ze het mis. Juist de laatste jaren, nu de Tweede Wereldoorlog al meer dan een halve eeuw geleden is, kwam de discussie over het gedrag van de Zwitsers in oorlogstijd met kracht opzetten. Dat bleef niet beperkt tot een academisch debat. In Amerika, dat een invloedrijke joodse lobby kent, dreigde zelfs een boycot van de grote Zwitserse banken. Dat alles resulteerde deze week in een overeenkomst waarin twee Zwitserse banken zich bereid verklaarden niet minder dan 2,5 miljard gulden te betalen aan de joodse slachtoffers uit de Tweede Wereldoorlog en hun nabestaanden. Dat is een fors bedrag. Aanvankelijk wilden zij niet meer dan 60 miljoen betalen en nu is men op het veertigvoudige uitgekomen. Maar het gaat hier ook om banken die jaarlijks enige miljarden winst maken en grote financiële belangen in de VS hebben. En er was ook wel wat goed te maken. Nogal wat (Duitse) joden hadden hun geld ondergebracht bij Zwitserse banken, teneinde het uit de handen van de nazi's te houden. Het Zwitserse bankgeheim bood in hun ogen een grote mate van zekerheid. Datzelfde bankgeheim maakte het echter na 1945 voor hun nabestaanden uiterst moeilijk het geld terug te krijgen. Overlijdensaktes werden in Auschwitz en andere vernietigingskampen nu eenmaal niet verstrekt. Bovendien wisten de nabestaanden, zo ze er al van op de hoogte waren, lang niet altijd precies om hoeveel geld het ging en waar en op welke rekeningen het gedeponeerd was. Door een uiterst formele opstelling wisten de Zwitserse banken jarenlang de boot af te houden. Het probleem zou met het verstrijken der jaren vanzelf verdwijnen, zo meende men wellicht. Aan het eind van de jaren negentig werd de maatschappelijke en politieke druk evenwel zo groot, dat zij door de knieën gingen. Was het dus niet makkelijk om het geld van de Zwitsers los te krijgen, een eerlijke verdeling van het enorme bedrag dat beschikbaar komt, zal eveneens een groot probleem zijn. Het zou wel heel onverkwikkelijk zijn wanneer daar straks in joodse kring geweldige ruzies over losbarstten. In Zwitserland zelf leeft bij velen de gedachte dat men op een onbehoorlijke wijze onder druk gezet is. Daar wordt het akkoord dat de banken met de joodse organisaties gesloten hebben, gezien als toegeven aan chantage. Zelfs is gesproken van een oplevend antisemitisme. Vandaar ook de voorzichtige en terughoudende reactie op dit akkoord van joodse organisaties in Zwitserland zelf. Ongetwijfeld is een aantal onthullingen over het doen en laten van de Zwitsers in oorlogstijd pijnlijk voor het eigen imago. Datzelfde geldt voor de opstelling van de banken in de naoorlogse jaren. Maar al zijn dingen soms pijnlijk, daarom kunnen ze wel waar zijn. Ook na meer dan een halve eeuw is er de mogelijkheid grove fouten recht te zetten. Beter laat dan nooit. |
![]() |