Doel is vergaande autonomie
Indonesië en Portugal gaan overleggen over Oost-TimorNEW YORK Indonesië en Portugal gaan praten over een speciale status voor Oost-Timor, op grond van vergaande autonomie. Dat staat in een verklaring die de ministers van buitenlandse zaken van beide landen gisteren uitgaven in New York, waar ze de afgelopen twee dagen besprekingen voerden over de kwestie. De Indonesische minister Alatas en zijn Portugese evenknie Gama kwamen verder overeen vertegenwoordigingen in elkaars hoofdsteden te openen. De Portugese vertegenwoordiging komt in de Nederlandse ambassade in Jakarta. Indonesië hoopt in Lissabon in te trekken bij de ambassadeur van Thailand. Jakarta en Lissabon onderhielden geen diplomatieke betrekkingen meer sinds Indonesië in 1975 de vroegere Portugese kolonie Oost-Timor binnenviel en die in het volgende jaar annexeerde. De internationale gemeenschap ziet Portugal nog steeds als de rechtmatige bestuurder van het omstreden gebied. Indonesië wil nu Oost-Timor wel een speciale status van autonomie geven, maar weigert een referendum over de toekomst van het gebied, zoals Lissabon wil. Partijen hopen nog voor het eind van het jaar een oplossing te hebben. Daarbij zal dan ook de vrijlating van de Oost-Timorese vrijheidsstrijder Xanana Gusmao geregeld moeten zijn. Maar de Indonesische minister Alatas onderstreepte op de persconferentie dat buitenlandse zaken, defensie en monetair en fiscaal beleid nooit onder autonomie kunnen vallen. Reactie Horta De Oost-Timorese verzetsleider José Ramos Horta zei in Lissabon het akkoord tussen Indonesië en Portugal toe te juichen, maar waarschuwde dat over elk definitief akkoord een referendum moet plaatsvinden. Hij vindt ook dat Xanana Gusmao, die sinds 1992 gevangen zit in Jakarta, snel vrij moet komen. Indonesië trok gisteren nog eens 300 man soldaten terug uit Oost-Timor. In totaal wil het per 8 augustus duizend man hebben teruggetrokken. Maar dan heeft het nog steeds 9000 soldaten in het gebied. |