Commentaar |
Zinloos geweldDe situatie in Noord-Ierland lijkt snel te verslechteren. Zeker na de recente aanslag met brandbommen die aan drie kinderen het leven kostte. Wellicht zullen er deze week in Portadown en elders nog meer doden vallen. Bovendien komt hierdoor het dit voorjaar na veel moeite bereikte akkoord over de politieke toekomst van Noord-Ierland ernstig in gevaar. De traditionele Oranjemarsen veroorzaakten altijd al grote spanningen in de desbetreffende regio. Vooral ook waar de tochten voerden door rooms-katholieke buurten en straten. Misschien is men geneigd zich af te vragen waarom die marsen toch zo veel problemen moeten geven. De betogers breken de buurt niet af, ze besmeuren de straat niet en wie ze per se niet zien wil, die kijkt de andere kant uit of loopt tijdig een straatje om. Bovendien is het maar eens in het jaar. Voor de betogers gaat het om de herdenking van een voor hen belangrijke historische gebeurtenis. Waarom zou men ze dat genoegen niet gunnen? Zo eenvoudig ligt dat echter niet. De andere partij ervaart die Oranjemarsen als een (zij het tijdelijk) in bezit nemen van hun straat en hun buurt. Als een bevestiging van de eeuwenlange protestantse superioriteit. Men zou die Oranjemarsen enigszins kunnen vergelijken met de rooms-katholieke processies. Niet voor niets bestond er vroeger in Nederland een processieverbod. Het was rooms-katholieken uitdrukkelijk verboden processies te houden, tenzij zij konden aantonen dat dat al sinds jaar en dag gebeurde. Dat waren dan ook vrijwel altijd homogeen rooms-katholieke plaatsen. De Noord-Ierse protestanten hebben zeker hun redenen om de slag aan de Boyne te herdenken, ook al is dat inmiddels meer dan drie eeuwen geleden. Stadhouder-koning Willem III, die toen de troepen van zijn rooms-katholieke schoonvader versloeg, verdient ook in onze herinnering een belangrijke plaats. In de tweede helft van de zeventiende eeuw heeft hij een groot aandeel gehad in de verdediging van de protestantse zaak. Omgekeerd bestaat er bij de Ieren om begrijpelijke redenen een grote aversie tegen de Engelsen die hen eeuwenlang gekoloniseerd hebben. Tijdens de Tweede Wereldoorlog lag de sympathie van veel Ieren dan ook eerder bij Hitler dan bij de geallieerden en na 1945 bleef het streng rooms-katholieke (en ideologisch gezien dus anticommunistische) Ierland bewust buiten de NAVO. Het gevolg van dat alles is echter wel dat Noord-Ierland al meer dan dertig jaar geteisterd wordt door een ondergrondse burgeroorlog. Een oorlog die eigenlijk alleen maar verliezers telt. Verliezers met name ook onder mensen die aan de zijlijn staan, zoals kinderen. Als ergens de term zinloos geweld van toepassing is, dan is dat wel hier. Want zelfs al zou Noord-Ierland deel gaan uitmaken van de Ierse republiek (hetgeen niet de bedoeling is van de vredesakkoorden) dan hoeven de protestanten niet bang te zijn dat ze vermoord of gedeporteerd of in concentratiekampen opgesloten zullen worden. En als de rk-minderheid in Noord-Ierland tot de conclusie zou moeten komen dat de door hen nagestreefde eenheid met de Ierse republiek niet haalbaar is, dan is er voor hen geen reden hun toekomst uitermate zwart af te schilderen. De komende dagen zouden voor Noord-Ierland wel eens beslissend kunnen zijn. Hopelijk beseffen de leiders van de verschillende groeperingen hun grote verantwoordelijkheid. Het is niet nodig om radicaal een eind te maken aan de traditionele Oranjemarsen, maar het gaat er wel om die van hun provocerende karakter te ontdoen. Het gevaar is groot dat extremisten aan de ene en de andere kant de situatie aangrijpen om het vredesakkoord te saboteren, teneinde de burgeroorlog nog een generatie lang voort te zetten. Het is duidelijk dat de grote meerderheid van de bevolking dat niet wil. Maar daarmee is niet alles gezegd. |
![]() |