Voorpagina

Politiek reageert ontsteld

Serviërs gebruiken
Nederlandse
pantservoertuigen

Van onze binnenlandredactie
APELDOORN – De Servische politie gebruikt gestolen Nederlands defensiematerieel bij de zuiveringen onder etnische Albanezen in de provincie Kosovo. Het gaat om spullen die in 1995 door Bosnisch-Servische troepen werden gestolen van Dutchbat in Srebrenica. Het tv-programma NOVA berichtte gisteren over de kwestie.

Nederland wil van Belgrado teruggave van het materieel. Het gaat daarbij om in ieder geval één YPR-pantservoertuig, maar het vermoeden bestaat dat de Serviërs nog meer van die voertuigen in bezit hebben.

Bij de val van Srebrenica verdwenen indertijd onder meer veertien YPR's. Daarvan zijn er later vijf teruggevonden door SFOR, alle total loss. Het Nederlandse ministerie van buitenlandse zaken heeft nooit een formeel protest ingediend over de diefstal van de pantservoertuigen en het overige materieel.

Pas begin deze week kreeg de ambassade in Belgrado duidelijke aanwijzingen dat Servië gestolen Dutchbat-materieel inzette tegen Kosovo-Albanezen. Hoe de spullen van Bosnisch-Servische in Servische handen zijn overgegaan, is voor Buitenlandse Zaken onduidelijk.

Geen stappen
Defensie heeft geen stappen ondernomen om het gestolen Dutchbat-materiaal terug te krijgen, nadat dat bij de val van Srebrenica in handen was gekomen van Bosnisch-Servische troepen. Volgens een woordvoerder van het ministerie had dat geen zin. „De verhoudingen met Mladic waren nu niet dusdanig dat hij ons dat materiaal meteen toegestuurd zou hebben als we hem daarom hadden gevraagd”. Buitenlandse Zaken onderschrijft die stelling van Defensie. In opdracht van Den Haag heeft de SFOR-vredesmacht in Bosnië wel enkele spullen weten te achterhalen.

De Tweede-Kamerleden Valk (PvdA), Blaauw (VVD) en Verhagen (CDA) reageerden in de NOVA-uitzending ontsteld op de berichten. Valk eist duidelijkheid van de regering.

Dutchbat-commandant Karremans zorgde in de zomer van 1996 tijdens zijn getuigenis voor het Joegoslavië-tribunaal voor internationale verontwaardiging met de mededeling dat hij was „vergeten” de Bosnisch-Servische legerleider Mladic te vragen naar het lot van de duizenden weggevoerde moslims: „Ik heb er eerlijk gezegd niet aan gedacht Mladic iets over de vluchtelingen te vragen”. Karremans vroeg tijdens zijn laatste ontmoeting met Mladic na de val van de enclave wel of hij zijn in beslag genomen materieel terug kon krijgen.

Slachtingen
Intussen vindt minister Van Mierlo (Buitenlandse Zaken) dat de internationale gemeenschap snel in actie komt om verdere escalatie van het conflict in Kosovo te voorkomen. Ook de NAVO moet haar studie naar de internationale bewaking van de Albanese grens sneller afronden. Van Mierlo reageerde gisteren op de toenemende etnische zuiveringen van Joegoslavische troepen in de opstandige Servische provincie. „De situatie is urgent. Ik ben bereid tot alles wat verdere slachtingen kan voorkomen”.