Commentaar

Bevrijd om te kiezen

Minister Pronk maakte gisteren voor de NCRV-radio duidelijk dat vanuit het paarse kabinet „een overmaat aan materialisme is gepredikt”. Hij sprak met GPV-voorman Schutte en D66-lijsttrekker Borst over waarden en normen in de Nederlandse samenleving. Paars II zou „groener en socialer” moeten optreden.

Zo'n uitspraak valt van allerlei positieve en negatieve kanttekeningen te voorzien. Zorg voor milieu en mens is mooi. Maar velen blijven met deze smalle keuze –de politici spraken immers over leefregels?– steken in zelfbehoud. In plaats van te vragen naar Gods eis op andere, op álle terreinen van het leven.

Het lijkt er daarentegen op dat de huidige regering binnen korte tijd het recht van God in elk opzicht wilde buigen. Prof. dr. A. Th. van Deursen verklaarde medio 1997 in een vraaggesprek met deze krant dat „verzet tegen christelijke tradities het cement vormt van dit paarse kabinet”.

Concreet: de Nota Leefvormen stelde een samenlevingscontract voor ten dienste van homoseksuelen. Maar dat was de paarse fracties nog niet te dol: twee mensen van hetzelfde geslacht moeten samen in het huwelijk kunnen treden. De Winkelsluitingswet –en daarmee tevens de zondagsheiliging– moest op de helling. Dat was een grote stap naar de 24-uurseconomie. De mogelijkheid tot het plegen van euthanasie zou verruiming eisen. Het bijzonder onderwijs vormde in de achterliggende periode onderwerp van „griezelige staatsbetutteling”. En zo valt veel meer naar voren te brengen.

De genoemde politici debatteerden vlak voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer. Alles wijst erop dat de PvdA en de VVD, wellicht aangevuld met D66, de nieuwe coalitie gaan vormen. En dat paars II het huidige beleid zal voortzetten. Wat zal daarvan het resultaat zijn? Die vraag eist eerst erkenning van het feit dat calvinisten anno 1998 gemakkelijk in dezelfde kuil vallen als de minister van ontwikkelingssamenwerking.

Enerzijds door gewenning aan het huidige beleid. In economisch en materieel opzicht ging het ons land immers niet slecht. Licht zegt iemand: „Het viel eigenlijk wel mee”. Bij anderen is sprake van vrees. Huiver als het beleid ons zal treffen in de persoonlijke en misschien zelfs gemeenschappelijke reformatorische verworvenheden. Die zijn veel waard. Maar –en dat geldt beide categorieën– gaat het óns, ieder persoonlijk, oprecht en van harte, primair en boven alles om de rechten van God? Of richten wij ons net als bewindsman Pronk ook op de mens?

Met het oog op een onchristelijke overheid spiegelen gereformeerden zich graag aan geschiedenissen in de Bijbel. Saul wilde de voor hem een bedreiging vormende David doden. Mozes leidde gelukkig het door Farao bedreigde Israël uit Egypte. Maar door zich te vereenzelvigen met al die lijdende partijen –waarbij de bedreigende machten dra worden vergeleken met paars– is niemand klaar of gered. Wie dat doet, verliest zijn of haar eigen aandeel uit het oog; de eigen schuld aan het bederf van de tegenwoordige tijd.

Het heet vandaag Bevrijdingsdag. Die vrijheid dient om Gods schepsel dag in dag uit in al zijn doen en denken te laten kiezen. Tussen goed en kwaad. Wat deden wij met die mogelijkheid? Is het teloorgaan van de bij uitstek christelijke waarden en normen alleen de schuld van de regering? Of maakt het volk de maatschappij? En vormen wij geen deel van dat volk? Hebben wij niet vaak verkeerd gekozen sedert de wereldoorlog?

Wie dat erkent, begint de verkiezingsdag met het betreuren en belijden –met hart en mond– van eigen schuld en aandeel in de secularisatie. Zoals Daniël, zichzelf insluitend: „Wij hebben gezondigd, en hebben onrecht gedaan”. Want wie durft zeggen dat hij in onze samenleving een leesbare brief van Christus is? En met minder schiet ieder tekort.

Er is verschil in geloofsbeleving tussen de kleine christelijke partijen. Religie en politiek staan evenwel niet geheel op één noemer. Wie de objectieve waarheid van Gods Woord tot gelding wil brengen verdient bijval. Ook Schutte, die volgens het genoemde NCRV-programma de tien geboden van God op de politieke agenda wil plaatsen.

Als ieder maar in de gaten houdt dat de Heere regeert. En dat Hij kan helpen door velen en door weinigen. Hij kan tevens tuchtigen door in Zijn voorzienigheid een regering te geven die ons het christelijke leven moeilijk maakt. Ontwikkelingen die ons terugdringen naar het diepste beginsel en de vraag stellen waar wij nu eigenlijk zelf en persoonlijk staan.