Commentaar

Een grens over

Medisch-ethische vragen blijven ons voortdurend bezighouden. Het is ook goed dat de discussie daarover niet beperkt blijft tot een selecte groep van vakgenoten. Ook de overheid heeft daarmee te maken. Welke ontwikkeling moet (financieel) gestimuleerd worden en welke beslist niet? Waar moet uitdrukkelijk nee gezegd worden en op welke wijze wordt zo'n verbod ook effectief gemaakt? Deze discussies concentreren zich met name op het begin en het eindstadium van het menselijk leven.

Zo kreeg de euthanasieproblematiek deze week volop de aandacht, zowel door het aangekondigde initiatiefwetsontwerp van D66 als door het regeringsvoorstel om regionale toetsingscommissies in te stellen. Door die commissies wil de regering meer afstand scheppen tussen Justitie en de euthanasie plegende artsen, zodat deze eerder geneigd zullen zijn aan hun meldingsplicht te voldoen. Juist dat op afstand zetten van het openbaar ministerie was voor de christelijke fracties in de Tweede Kamer een zwaarwegende reden om dit voorstel af te wijzen.

Daarbij komt dat minister Borst heeft aangekondigd dat mensen met zeer uitgesproken opvattingen ten aanzien van euthanasie niet benoemd zullen worden in deze commissies. Voor de toetsingscommissies heeft zij mensen nodig die niet al te zeer vastzitten aan persoonlijke standpunten, zo liet zij woensdag in de Tweede Kamer weten.

Dat lijkt wel erg op het oude vrijzinnige standpunt dat er een wezenlijk onderscheid is tussen mensen die onbevooroordeeld de wereld inkijken en zich daarbij louter laten leiden door hun gezonde verstand en hun brede blik en hen die vastzitten aan vooringenomen standpunten en de werkelijkheid niet onbevangen onder ogen kunnen zien. Alsof niet ieder mens uitgaat van bepaalde vooronderstellingen en een meer relativistisch standpunt niet gemakkelijk ook tot dogma kan worden verheven.

Naast de euthanasieproblematiek was deze week ook het experimenteren met menselijke embryo's in het nieuws. De Gezondheidsraad publiceerde een rapport dat zeker opzienbarend was. Daarin wordt het immers aanvaardbaar genoemd om embryo's te kweken met het oog op wetenschappelijk onderzoek. Het gaat daarbij met name om onderzoek naar vruchtbaarheidsproblemen en erfelijke ziektes.

Dat zijn onderzoeksgebieden die wel degelijk van belang zijn. Men kan hier niet zeggen dat dergelijk onderzoek vooral de functie heeft om de particuliere nieuwsgierigheid van wetenschappers te bevredigen en hen de gelegenheid te geven om te laten zien welke spectaculaire zaken tegenwoordig allemaal mogelijk zijn.

Maar wat men hier voorstelt is tegelijkertijd ook heel ingrijpend. Bij een menselijk embryo, hoe pril ook, betreft het immers authentiek menselijk leven. Dat is ook altijd het uitgangspunt geweest in de abortusdiscussie. Het gaat hier niet om onderzoeksmateriaal waar interessante proeven mee gedaan kunnen worden, waarna het vervolgens zonder problemen in de afvalcontainer kan verdwijnen.

Het “kweken” van reageerbuisembryo's betekent al een zeer aanvechtbare ingreep in het menselijk voortplantingsproces. Daarbij ging het in eerste instantie om tegemoet te komen aan de dringende kinderwens van echtparen die op een andere manier geen kinderen konden krijgen. Dat is een problematiek waar we niet lichtvaardig overheen moeten stappen, maar waarbij wel duidelijk moet zijn dat het verheven doel niet alle middelen heiligt.

Vandaar dat er reden is om tegen de recente voorstellen van de Gezondheidsraad nee te zeggen. Hier wordt een grens overschreden die beslist niet overschreden mag worden.

Om nieuwe medicijnen en nieuwe behandelingswijzen uit te proberen zijn allerlei soms ingrijpende experimenten nodig. Experimenten die ook verkeerd kunnen aflopen, zoals recent bleek ten aanzien van een grootscheeps experiment met antistollingsmiddelen voor patiënten die een lichte beroerte hadden gehad.

Daarbij ging het echter niet om medische experimenten waarbij de betrokkenen slechts als proefkonijnen dienden die na afloop van het experiment konden worden opgeruimd. Die kant gaan we wel uit met het “kweken” van embryo's louter en alleen voor medisch onderzoek.