| Commentaar |
Hoon in Albanese orenSlobodan Milosevic, onbetwist de sterke man in Belgrado, blijft een sluwe vos. Zie zijn huidige opstelling in de jongste crisis over Kosovo. De roerige Albanese meerderheid aldaar gunt hij de hoogste vorm van zelfbestuur. Kan het redelijker? De Joegoslavische president lijkt de internationale gemeenschap op haar wens te bedienen. Lijkt, want Milosevic weet heel goed dat autonomie bínnen Servië voor de Albanezen een gepasseerd station heet. En in zijn goede bedoelingen heeft na het bloedbad in Drenica bovendien geen enkele Kosovaar meer enige fiducie. Vandaar ook dat hun politieke leiders slechts in aanwezigheid van buitenlandse bemiddelaars het gesprek met de Serviërs aan willen gaan. Pristina ziet het liefst Amerikanen komen. Logisch, van die kant klinken de hardste woorden richting Milosevic en van die zijde moet ook de economische en militaire druk op Belgrado komen. Van diplomatieke inmenging van buitenaf zijn de Serviërs op hun beurt weer geheel wars. Zij beschouwen de kwestie Kosovo als een puur binnenlandse aangelegenheid. Wellicht de reden waarom met spoed een regeringsdelegatie naar Pristina reisde. Zij moest het de afgelopen dagen echter zonder Albanese onderhandelingspartners stellen. De politieke impasse is compleet, want beide partijen houden tot op heden onverkort aan hun uitgangsposities vast. Interessant genoeg staan de Kosovaren binnen de grenzen van Joegoslavië niet alleen. Naar bekend botert het al lang niet tussen Milosevic en het nieuwe staatshoofd van Montenegro, Djukanovic. De acute crisis op het Merelveld (Kosovo polje) biedt de Montenegrijnse president, kortom, de kans fel naar zijn heerszuchtige opponent in Belgrado uit te halen. Zeker, ook Djukanovic opteert voor de dialoog, maar tegelijk eist hij onmiddellijke beëindiging van het Servische politieoptreden en hekelt hij de formele Servische opstelling in het conflct als demagogie. Kosovo is in zijn ogen evenzeer een internationaal probleem. Maar wat hebben de gekozen leiders van de Albanezen in Kosovo eigenlijk te verwachten van de buitenwereld? De Europese Unie heeft bij monde van haar ministers van buitenlande zaken sowieso geen oren naar hun verlangen naar staatkundige onafhankelijkheid. Van Europese erkenning van de zelfuitgeroepen Republiek Kosova (Albanees voor Kosovo) kan geen sprake zijn, luidt de boodschap uit Edinburgh. Het Europese devies is simpel: 'president' Rugova dient onverwijld aan tafel te schuiven bij de wachtende Serviërs. Zo mag Milosevic het graag horen! Nee, dan snijdt de kritiek van Djukanovic op diens brute politiemacht veel en veel meer hout. Die zet haar terreurpraktijken en passant onverminderd voort. Alleen al in de plaats Broja gijzelt zij bijvoorbeeld 110 Albanezen, merendeels vrouwen en kinderen. Daarnaast melden westerse correspondenten de omsingeling van nog eens tien dorpen in Kosovo door Servische scherpschutters. Onder zulke omstandigheden vatten de Albanezen elk appèl tot een onvoorwaardelijke dialoog op als regelrechte hoon. Geef ze eens ongelijk na jaren van stelselmatige vernedering, intimidatie, ontrechting. Hoe herstel je zwaargeschonden vertrouwen? Door allereerst oprecht je spijt te betuigen. Daaraan denken Milosevic en zijn handlangers niet. Welnee, zij strooien veeleer zout in diepe Albanese wonden door met de ene mondhoek grootmoedig over een dialoog te reppen en met de andere de dappere inzet van het eigen politieapparaat tegen de terroristen te prijzen. De EU heeft zich wel eens meer vergist in Milosevic... |