Voorpagina

Servië weigert opnieuw bemiddeling

Albanese leiders
slaan uitnodiging af

PRISTINA – De Albanese leiders in Kosovo hebben vandaag opnieuw geweigerd in te gaan op een uitnodiging van de Servische autoriteiten om gesprekken te voeren over de crisis in de Servische provincie.

„Wij willen een dialoog zonder voorwaarden terwijl Servië als eis stelt dat de gesprekken plaatsvinden binnen het raamwerk van de grondwet, die onze autonomie heeft opgeheven”, aldus de Albanezen in een radioboodschap op B 92, een radiostation in Belgrado.

Woordvoerder Fehmi Agani van de 'president' van de Kosovo-Albanezen, Ibrahim Rugova, zei niet te geloven dat iemand gehoor zal geven aan de uitnodiging. „Wij willen praten over de status van Kosovo en niet alleen over mensenrechtenvraagstukken”, aldus de zegsman.

De Servische regering nodigde Rugova gisteravond schriftelijk uit voor een gesprek, dat vanochtend om 11.00 uur plaats zou moeten vinden. Naast Rugova werd ook zijn belangrijkste rivaal, Adem Demaci van de Parlementaire Partij, persoonlijk uitgenodigd, evenals enkele andere politieke leiders.

Bemiddelaar
De Joegoslavische vice-premier, Zoran Lilic, verklaarde gisteren dat de Servische autoriteiten bereid zijn te praten over het verlenen van de „hoogste graad van autonomie” aan Kosovo, naar het voorbeeld van oplossingen elders in de wereld.

Voor een eerste ontmoeting gisteren, waarvoor de Albanezen niet kwamen opdagen, had de Servische regering geen schriftelijke uitnodigingen verstuurd. In de mondelinge uitnodiging, zo klaagden de Kosovaren, werd alleen in vage en algemene termen gesproken over „notabelen” uit de provincie.

De vice-president van de LDK, de grootste politieke partij van de Albanezen in Kosovo, had het Servische gespreksaanbod woensdagavond ook al afgewezen, met het argument dat gesprekken met Belgrado niets anders zijn dan een farce. De Serven zijn niet te vertrouwen. Demaci vindt dat er alleen een dialoog kan plaatsvinden onder het toeziend oog van een onafhankelijke bemiddelaar.

Servië blijft er echter op hameren dat het zelf de problemen met Kosovo wil oplossen, zonder tussenkomst van een internationale bemiddelaar. Daarmee verwerpt Belgrado impliciet de bemiddelingsmissie van Felipe Gonzàlez, de vertegenwoordiger van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE).

Naast de OVSE bemoeien zich tal van andere internationale instanties met Kosovo. De 26 staats- en regeringsleiders die in Londen voor de Europa-conferentie bijeen zijn, hebben de Joegoslavische autoriteiten dringend opgeroepen tot een „echte dialoog” over de status van Kosovo. In een gezamenlijke verklaring veroordelen de vijftien EU-lidstaten en elf kandidaten voor toetreding het gewelddadige optreden van Belgrado tegen de burgerbevolking van Kosovo.

Vluchtelingen
Het Europees Parlement pleit voor militaire druk op Milosevic om de Albanezen in Kosovo te beschermen. Het EP wil dat de Verenigde Naties, NAVO, EU, OVSE en West-Europese Unie (WEU) voorbereidingen treffen voor een preventieve troepenmacht. Verder moeten er militairen blijven in de voormalige Joegoslavische republiek Macedonië. Ook VN-secretaris-genraal Kofi Annan sprak zich gisteren ervoor uit het mandaat, dat in augustus afloopt, te verlengen, om te voorkomen dat het Kosovo-conflict overslaat naar de buurlanden Albanië en Macedonië.

Volgens het Rode Kruis zijn al ongeveer 14.000 Albanezen uit de regio Drenica in Centraal-Kosovo op de vlucht geslagen voor de acties van de Servische politie. De meeste vluchtelingen zijn vrouwen en kinderen.