Voorpagina

Zie ook: Spanning in Kosovo stijgt naar kookpunt

Minister Cook voor overleg naar Belgrado

Vrees voor oorlog
in Kosovo neemt toe

PRISTINA/GENEVE – De Verenigde Staten eisen dat de Joegoslavische regering in dialoog treedt met de Albanese meerderheid in de provincie Kosovo. Anders zullen de economische sancties tegen Belgrado niet worden opgeheven. Washington riep Belgrado op tegemoet te komen aan de „legitieme verlangens” van de Albanezen. De vrees voor een oorlog om Kosovo, waarbij mogelijk ook een aantal andere landen in de Balkan betrokken zal raken, is toegenomen, nadat zaterdag enkele tientallen doden waren gevallen bij een treffen tussen de Servische politie en gewapende Albanezen.

Volgens een vertegenwoordiger van de Albanezen is snelle internationale interventie de enige mogelijkheid om de situatie in de hand te houden. De Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) heeft haar bemiddeling in het etnische conflict aangeboden. De OVSE-voorzitter, de Poolse minister van buitenlandse zaken, Bronislaw Geremek, deed gisteren een beroep op alle partijen af te zien van geweld. Geremek zei dat hij ziijn gezant voor Kosovo, de Nederlander Max van der Stoel, heeft gevraagd de pogingen te verdubbelen om tot een oplossing te komen.

Het politiek comité van de Europese Unie bespreekt de situatie in Kosovo vandaag. De Nederlandse eurocommissaris Van den Broek brengt de kwestie ter sprake tijdens het overleg met de Joegoslavische minister van handel, Vukovic. De Britse minister van buitenlandse zaken, Robin Cook, is vandaag naar Belgrado gereisd voor overleg met de Joegoslavische autoriteiten over de situatie in Kosovo. Groot-Brittannië vervult momenteel het voorzitterschap van de Europese Unie. De Europese Commissie, het dagelijks bestuur van de Europese Unie, veroordeelde gisteren het geweld dat de Servische politie heeft gebruikt. Zij drong er bij de regering in Belgrado op aan een vreedzame oplossing voor de problemen in Kosovo te zoeken.

Geen bemoeienis
De Joegoslavische president, Milosevic, heeft gezegd geen enkele internationale bemoeienis te dulden. Hij vindt dat het probleem van Kosovo „alleen maar binnen Servië opgelost kan worden”. De Joegoslavische minister van defensie, Pavle Bulatovic, zei gisteren niet te geloven in een militaire ingreep. Volgens hem is de situatie onder controle. In het federale Joegoslavische parlement sloot hij overleg met de „terroristen in Kosovo” uit.

Gisteren maakte de politie met harde hand een eind aan betogingen van tienduizenden Kosovo-Albanezen tegen de Servische overheersing. Honderden mensen werden in de hoofdstad Pristina en in Podujevo en Vucitrn in elkaar geslagen. Eerder op de dag werden in verscheidene plaatsen in Kosovo gewapende aanvallen gedaan op politiebureaus en huizen van Serviërs. Albanese winkels, scholen en universiteit waren gisteren gesloten uit solidariteit met de slachtoffers van zaterdag. Het Servische ministerie van binnenlandse zaken heeft alle demonstraties in Kosovo verboden.

In Genève betoogden gisteren ongeveer drieduizend Kosovo-Albanezen tegen het Servische geweld in hun provincie. 'Minister van informatie' Xhafer Shatri zei dat een uitbarsting niet beperkt zal blijven „zoals het geval was in Bosnië”, maar dat Macedonië, Albanië, Bulgarije, Turkije en Griekenland zich er ook in zullen mengen.

Eigen samenleving
De ongeveer twee miljoen mensen tellende bevolking van Kosovo bestaat voor 90 procent uit Albanezen en voor de rest uit Serviërs. De spanning tussen de twee bevolkingsgroepen bestaat al tientallen jaren en is toegenomen sinds Servië in 1989 een eind maakte aan de in de grondwet vastgelegde autonomie van het gebied en een Servisch bestuur in het leven riep. De Albanese bevolking heeft een geheel eigen samenleving gecreëerd met onder andere eigen onderwijs en een eigen regering. Op 22 maart zou ze ook eigen parlementsverkiezingen houden.

Het verzet van de Albanezen was aanvankelijk vreedzaam. De huidige Albanese regering onder leiding van Ibrahim Rugova (in 1992 gekozen in niet-erkende „eigen” verkiezingen) pleitte voor burgerlijke ongehoorzaamheid. Maar de laatste jaren is het aantal voorstanders van gewelddadig verzet toegenomen. De voornaamste exponent daarvan is het Kosovo Bevrijdingsleger. Door het escalerende etnische geweld zijn de laatste twee jaar tientallen doden gevallen.