Voorpagina13 september 2001

De stad die nooit slaapt dag na aanslagen angstig rustig

„Er zit geen leven in de mensen”

NEW YORK – Gebedsdiensten in plaats van honkbalwedstrijden en matinees op Broadway. Mensen lopen door uitgestorven straten, waar de bussen en auto's gewoonlijk muurvast staan. Bouwvakkers graven lichamen op in plaats van funderingen te leggen.

De New Yorkers bevonden zich gisteren in een vreemde stad, waar niets merkbaar was van de gebruikelijke hectische sfeer. Fietsers reden op de middelste rijbanen van brede straten en voetgangers liepen langs restaurants en winkels die hun deuren hadden gesloten.

„Het is gewoon eng”, zegt aannemer John Sullivan, die voor een bouwplaats in het hart van Manhattan staat. Hij had geen idee of zijn mensen gisteren weer aan het werk zouden gaan. „Het is niet eens te vergelijken met een zaterdag of zondag”, zegt hij. „Er zit geen leven in de mensen die je ziet.”

Een groot deel van de veiligheidsmaatregelen die golden voor het openbaar vervoer was gisteren alweer opgeheven. Forensen die niet vrij hadden gekregen konden met metro, trein of bus naar hun werk. Maar veel bedrijven waren dicht. Het financiële district lag volledig plat.

Claxons
De George-Washingtonbrug, die naar het noordelijk deel van Manhattan leidt, was weer open, maar andere bruggen en tunnels waren nog afgesloten voor auto's. Als gevolg hiervan ontbrak het vertrouwde, door gefrustreerde automobilisten geproduceerde geluid van claxons in de stad die bekendstaat om zijn enorme verkeersopstoppingen.

Bij een filiaal van Dunkin' Donuts in het hart van de stad waren de schappen die op een gewone dag zijn gevuld met honderden donuts en muffins leeg. Vrachtwagens mochten de stad niet in om bestellingen af te leveren. „We hebben alleen koffie”, zegt Robert Lopiro. „Maar iedereen begrijpt het. Niemand vraagt waar de donuts zijn gebleven.”

De drie grote vliegvelden rond de stad zijn voor onbepaalde tijd gesloten. In heel zuidelijk Manhattan werd geen post bezorgd; scholen, rechtbanken en universiteiten waren dicht. Bij de Verenigde Naties werd met een minimale bezetting gewerkt.

De 43-jarige accountant Andy Davino uit Queens kreeg het bijna aan de stok met zijn twee ongeruste zoons toen hij naar zijn werk in Manhattan wilde vertrekken. „Ik heb tegen hen gezegd dat het leven doorgaat. Je kunt niet thuisblijven omdat er zoiets als dit is gebeurd”, zegt hij.

Toch was hij er niet helemaal gerust op toen de metro een tunnel naar Manhattan inreed. De vijf minuten durende rit door de tunnel onder East River leek dit keer een eeuwigheid te duren en Davino vroeg zich af of er opnieuw terroristen zouden toeslaan. „Gelukkig flikkerde het licht niet eens”, zegt hij.

Bidden
De 58-jarige Sullivan heeft net zijn vrouw gebeld, die met de trein naar Washington zou gaan om een vriendin te bezoeken wier man wordt vermist in het Pentagon. Maar eerst zou ze een herdenkingsmis bezoeken. „Ze gaat voor iedereen bidden, niet alleen voor hem”, zegt Sullivan.

Felipe Baez, een 37-jarige bouwvakker uit de Bronx, heeft in het puin van het Wereld Trade Center helpen zoeken naar lichamen. Maar nadat hij het verkoolde lichaam van een vrouw had gevonden, is hij ermee gestopt. „Na een tijdje kon ik er gewoon niet meer tegen”, zegt hij. „Ik ben er behoorlijk van in de war.”